Tag archieven: straffen

Anne Faber en het falende rechtssysteem?

Afgelopen najaar was iedereen in de ban van de vermissing van Anne Faber. Anne verdween eind september 2017 spoorloos tijdens een fietstocht. Twee weken later werd haar lichaam gevonden. Dankzij een gevonden DNA spoor kwam er een verdachte in beeld, Michael P. Hij bekende uiteindelijk Anne te hebben ontvoerd, verkracht en vermoord.

Ten tijde van de ontvoering van Anne Faber verbleef Michael P. in een psychiatrische kliniek ter voorbereiding op zijn terugkeer in de samenleving na een eerdere celstraf. In 2010 had hij namelijk twee minderjarige meisjes op brute wijze verkracht. Voor deze verkrachtingen werd hij in 2011 door de Rechtbank veroordeeld tot 16 jaar gevangenisstraf. In hoger beroep werd er in 2012 11 jaar gevangenisstraf opgelegd. Er werd geen TBS opgelegd.

Vlak na de arrestatie van Michael P. vroegen veel mensen zich af waarom hij vrij rond liep. Het antwoord op deze vraag is simpel. Gedetineerden komen na het uitzitten van tweederde van hun straf voorwaardelijk vrij. (Overigens is het de bedoeling dat het stelsel van voorwaardelijke invrijheidstelling wordt gewijzigd!) Nadat Michael P. zo’n zeven jaar had vastgezeten in de gevangenis, werd hij overgeplaatst naar de psychiatrische kliniek in Den Dolder. Hij werd daar voorbereid op een terugkeer in de maatschappij. Over het beleid en de vrijheden binnen de instelling kan ik uiteraard niets zeggen.

De afgelopen week hield de zaak Anne Faber de gemoederen met name op social media weer flink bezig. Dit naar aanleiding van een door de Volkskrant gepubliceerde open brief van de vader van Anne aan het Gerechtshof. De vader van Anne, Wim Faber, geeft in deze aangrijpende brief – kort gezegd – aan dat de moord op zijn dochter voorkomen had kunnen worden als het Gerechtshof in 2012 haar werk goed had gedaan. Hij vraagt zich o.a. af waarom er destijds geen TBS is opgelegd en waarom de straf in hoger beroep lager uitviel dan bij de Rechtbank. Ook maakt hij een persoonlijk verwijt naar de toenmalige voorzitter van het Gerechtshof. Deze zou bevooroordeeld zijn geweest.

Op Twitter las ik vervolgens diverse berichten van mensen die van mening waren dat rechters verantwoordelijk gehouden moeten worden als een veroordeelde opnieuw de fout ingaat. Ook laaide de discussie over te lage straffen weer op.

Reactie voorzitter Gerechtshof

De open brief van Wim Faber was aanleiding voor de huidige president van het Gerechtshof om te reageren. Een reactie vanuit de rechterlijke macht op individuele zaken is hoogst ongebruikelijk. De president voelde zich genoodzaakt toch te reageren, omdat “de verwijten van de heer Faber de beslissingen in de individuele strafzaak uit 2012 overstijgen”.

Zoals de president in zijn reactie aangeeft, is het een rechter niet toegestaan om zelf een nadere uitleg over een uitspraak te geven. Ook niet als een rechter dat zelf zou willen. Hoewel de president het in zijn reactie niet duidelijk aangeeft, is de beslissing van het Gerechtshof door drie rechters genomen. Na een zitting gaan de drie rechters (en griffier) met elkaar in overleg over de uitspraak. Dit overleg vindt plaats in een raadkamer. Wat er in de raadkamer wordt besproken is geheim. Schending van het geheim van de raadkamer is strafbaar.

De president geeft verder aan dat het in 2012 juridisch onmogelijk was om Michael P. TBS op te leggen voor de verkrachting van de meisjes. Michael P. werkte niet mee aan een onderzoek door het Pieter Baan Centrum.

Verder geeft hij aan dat, gelet op het beperkte strafblad van Michael P. en zijn leeftijd, de 12 jaar gevangenisstraf een relatieve hoge straf was.

Te lage straffen?

Regelmatig is er na een uitspraak in een strafzaak verontwaardiging over de hoogte van de opgelegde straf en ons rechtssysteem in het algemeen. Ik denk niet dat het juist is om rechters daarop aan te vallen. Ook rechters zijn gebonden aan de wet. In de wet zijn de maximumstraffen opgenomen.

Welke straf de rechter geeft, hangt af van:

  • de ernst van het misdrijf;
  • omstandigheden van het misdrijf en leeftijd en voorgeschiedenis van de dader;
  • wettelijke kaders;

Veel mensen hebben het idee dat Nederlandse rechters lichte straffen geven. In werkelijkheid is Nederland één van de strengst straffende landen in West- en Noord-Europa.

Op 11 en 12 juni 2018 staat de inhoudelijke behandeling van de zaak Anne Faber gepland. Ongetwijfeld zal deze zaak de gemoederen de komende tijd nog  bezig blijven houden.

Het straffen van minderjarige verdachten

Vorige week werd Nederland opgeschrikt door de dood van twee 14-jarige meisjes, Romy en Savannah. Wellicht nog groter was de schok dat voor deze zaken – die overigens geen verband met elkaar lijken te houden – twee minderjarige jongens zijn aangehouden. Twee jongens van respectievelijk 14 en 16 jaar oud.

Vanmiddag werd bekend dat de 14-jarige jongen, die verdacht wordt van het doden en seksueel misbruiken van Romy, beide feiten heeft bekend. Kort daarna zag ik de eerste berichten op internet voorbij komen, waarin werd  opgeroepen om de jongen een levenslange gevangenisstraf te geven. Maar hoe gaat dat nu eigenlijk in zijn werk, de berechting van een minderjarige verdachte?

Kinderen tussen de 12 en 18 jaar die een strafbaar feit begaan, worden in beginsel berecht volgens het jeugdstrafrecht. Het jeugdstrafrecht wijkt af van het volwassenenstrafrecht. Het volwassenenstrafrecht is gericht op vergelding voor het gepleegde strafbare feit. Het jeugdstrafrecht is meer gericht op het bijsturen van het gedrag van de minderjarige, omdat de hersenen van het kind nog in ontwikkeling zijn. De straf is met name gericht op het voorkomen van nieuwe strafbare feiten. Binnen het jeugdstrafrecht worden daarom ook de ouders betrokken. Als zij het ouderlijk gezag over hun kind hebben, zijn zij zelfs verplicht om op de zitting aanwezig te zijn. Ook het kind moet verplicht op de zitting aanwezig zijn.

Welke straffen zijn er?

In het jeugdstrafrecht zijn er drie hoofdstraffen:

  • jeugddetentie (gevangenisstraf)
  • taakstraf
  • geldboete

Jeugddetentie kan alleen tijdelijk worden opgelegd. De duur van de jeugddetentie is afhankelijk van de leeftijd van de verdachte:

  • Voor een jongere die nog geen 16 jaar oud is, bedraagt de maximale jeugddetentie 12 maanden.
  • Voor een jongere die 16 of 17 jaar oud is, bedraagt de maximale jeugddetentie 24 maanden.

In detentie moeten de kinderen naar school en krijgen zij les in sociale vaardigheden.

Als een kind 16 of 17 jaar oud is, kan de rechter besluiten om het volwassenenstrafrecht toe te passen. Dit gebeurt wanneer de jeugdstraf niet past bij de geestelijke ontwikkeling van het kind en/of het misdrijf te ernstig is voor het opleggen van een jeugdstraf. Andersom is het bij jongvolwassenen tot 23 jaar ook mogelijk om het jeugdstrafrecht toe te passen als de omstandigheden daartoe aanleiding geven.

Gelet op de leeftijd van de verdachte in de zaak van Romy, zal in dit geval dus het jeugdstrafrecht worden toegepast. Een levenslange gevangenisstraf zal daarom niet aan de orde zijn.