Tag archieven: scheiding

Het delen van foto’s van kinderen op sociale media door de ex-partner

Het gebruik van sociale media is inmiddels niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven. Er gaat vaak geen dag voorbij zonder het gebruik van  sociale media als Facebook, Instagram of Tiktok.

Veel ouders delen graag foto’s en/of video’s van hun kinderen op sociale media. In beginsel mogen ouders zelf bepalen of zij beelden van hun kinderen op sociale meda delen. Daarbij dient er wel rekening mee te worden gehouden dat een kind ook recht heeft op privacy.

Hoe onschuldig het ook lijkt, het delen van beelden van uw kinderen op sociale media is dat niet altijd. U geeft deze platforms namelijk het recht om foto’s van uw kinderen te gebruiken. In de voorwaarden van Facebook staat bijvoorbeeld dat wanneer iemand beeldmateriaal deelt op Facebook, Facebook toestemming heeft om deze foto’s op te slaan, te kopiëren en te delen met derden. 

Wat als u gescheiden bent en uw ex-partner deelt foto’s en/of filmpjes van de kinderen op sociale media, maar u bent het daarmee niet eens?

Als beide ouders het gezag over hun kinderen hebben, moeten zij ook gezamenlijk toestemming geven voor het plaatsen van foto’s en/filmpjes van hun kinderen op sociale media.

Wanneer hierover discussie bestaat, is het mogelijk om de kwestie aan de rechter voor te leggen in het kader van een geschil over de uitoefening van het gezag. U kunt de rechter vragen om een verbod op het plaatsen van beelden van de kinderen op sociale media.

Kortom, als gescheiden ouder mag u niet zomaar foto’s en/of filmpjes van uw kinderen op sociale media plaatsen. Hiervoor is de toestemming van de andere gezaghebbende oudere vereist.

Tip: maak bij de scheiding in het ouderschapsplan afspraken over het plaatsen van foto’s en/of video’s van de kinderen op sociale media.

Hoe zit het als iemand anders, bijvoorbeeld een grootouder, beelden van de kinderen op sociale media deelt?

De toestemming voor het delen van beelden van de kinderen geldt niet alleen voor ex-partners, maar voor iedereen. De ouders van het kind moeten allebei toestemming geven. Zonder toestemming van de gezaghebbende ouders mogen derden geen foto’s plaatsen.

Echtscheiding en verzekeringen

Bij een echtscheiding moeten de gezamenlijke eigendommen worden verdeeld. Daarbij kan gedacht worden aan de inboedel en de auto. Maar, vergeet vooral de verzekeringen niet! Waarschijnlijk heeft u samen met uw ex-partner één of meerdere verzekeringen afgesloten. Misschien bent u meeverzekerd op de polis zorgverzekering van uw ex-partner?

Een scheiding heeft ook gevolgen voor uw verzekeringen. Het is daarom verstandig om bij een scheiding de verzekeringen op een rijtje te zetten. Sommige verzekeringen hebben een waarde en moeten worden verdeeld. Andere verzekeringen moeten worden gewijzigd of misschien opnieuw worden afgesloten.

Verzekeringen met een waarde

Allereerst de verzekeringen met een waarde. Hierbij kan gedacht worden aan een zg. kapitaalverzekering, die bijvoorbeeld gekoppeld is aan de woning. Of bijvoorbeeld een lijfrentepolis of een levensverzekering. Als er sprake is van een gemeenschap van goederen, dient de opgebouwde waarde van deze verzekeringen in beginsel bij helfte te worden verdeeld. Sommige polissen kunnen worden afgekocht. Andere moeten worden voortgezet. Wordt de verzekering voortgezet? Dan moet de afkoopwaarde van de polis worden verrekend. De afkoopwaarde kunt u opvragen bij uw verzekeraar.

Wie een auto heeft, heeft ook een verplichte autoverzekering. Voor elk jaar dat er geen schade geclaimd wordt, wordt er een schadevrij jaar opgebouwd. Dit wordt de no-claim korting genoemd. Hoe meer schadevrije jaren, hoe hoger de korting. De schadevrije jaren zijn in principe persoonsgebonden, maar bij sommige verzekeraars is het mogelijk om de schadevrije jaren te verdelen. Hiervoor dient een afstandsverklaring te worden ondertekend. Neem voor de mogelijkheden contact op met uw verzekeraar.

Tip:

Zet bij een scheiding uw verzekeringen op een rijtje. Laat u zich ten aanzien van de verzekeringen voorlichten door een verzekeringsadviseur.

Gescheiden ouders en de corona crisis

De afgelopen periode zijn er diverse maatregelen getroffen om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Scholen zijn gesloten, maar ook attractieparken en horeca. Geadviseerd wordt om zoveel mogelijk thuis te werken. Sommige mensen hebben helemaal geen inkomsten meer, omdat zij hun werk simpelweg niet meer kunnen uitvoeren. Voor iedereen is er sprake van een onzekere situatie.

Veel gescheiden ouders hebben in deze periode vragen over de omgangsregeling. Moet deze tijdens de corona crisis worden nagekomen? Andere ouders hebben zorgen over de alimentatie, omdat zij bijvoorbeeld als ZZP-er tijdelijk geen inkomsten hebben.

Omgang

Sommige ouders houden hun kinderen in verband met besmettingsgevaar binnen. Het coronavirus is echter geen reden om de kinderen bij de andere ouder weg te houden. Voor kinderen is er al veel veranderd, omdat zij niet naar school kunnen gaan en thuis les krijgen. Het is belangrijk dat zij wel contact met de andere ouder kunnen houden.

Als één van de ouders gezondheidsklachten heeft, kan dit uiteraard wel aanleiding zijn om af te wijken van de gebruikelijke omgangsregeling. In dat geval is het verstandig om in onderling overleg afspraken te maken. Ten aanzien van zieke kinderen geldt: volg het advies van de (huis)arts en vraag of het verstandig is het kind naar de andere ouder te laten gaan.

Woont één van de ouders over de grens, bijvoorbeeld in Duitsland, dan wordt de situatie iets ingewikkelder. In dat geval dient rekening te worden gehouden met de maatregelen in beide landen. Op dit moment raadt het RIVM Nederlanders af om naar het buitenland te reizen, tenzij dit echt noodzakelijk is. De vraag kan rijzen of het nakomen van de omgangsregeling noodzakelijk is. Hierop hebben wij helaas ook geen pasklaar antwoord. Blijf daarom met elkaar in overleg. (Update: Inmiddels is duidelijk geworden dat reizen tussen België en Nederland in verband met co-ouderschap wel is toegestaan.)

Voorlopig is er in Nederland sprake van een zg. ‘intelligente lockdown’. Maar wat nu als er toch een complete lockdown wordt afgekondigd? Bij een complete lockdown mogen mensen zonder goede reden niet over straat. Boodschappen doen, mag uiteraard wel. De kans is aanwezig dat de kinderen dan niet van de ene naar de andere ouder gebracht mogen worden. Hoe hier mee omgegaan zal worden, is op dit moment nog niet te zeggen.

Alimentatie

Ook over alimentatieverplichtingen zijn vragen. Sommige ZZP-ers kunnen hun werkzaamheden niet meer uitvoeren. Mensen met nul uren contracten worden niet meer opgeroepen. Werknemers met tijdelijke contracten krijgen geen contractverlenging. Duidelijk is dat deze crisis de meeste mensen in de portemonnee raakt. Dit heeft uiteraard ook consequenties voor de alimentatie. Als er minder inkomen is, is er minder ruimte om alimentatie te kunnen betalen.

Ook met de huidige crisis dient de afgesproken of door de rechter bepaalde alimentatie in beginsel te worden betaald. Ook als het inkomen (tijdelijk) lager is. Wordt de alimentatie zonder enig overleg niet betaald? Dan kan de alimentatieontvanger contact opnemen met het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdrage (LBIO) om de alimentatie te laten incasseren. Voor de alimentatieontvanger is dit gratis. De alimentatieplichtige betaalt de kosten van de inning.

Vooralsnog gaan we er vanuit dat de huidige situatie tijdelijk zal zijn. Daarnaast heeft het kabinet voor diverse groepen mensen inkomensregelingen aangekondigd.

Mocht de situatie van lagere inkomsten veel langer duren, dan is er sprake van relevante wijziging in omstandigheden. In een dergelijk geval is het normaal gesproken mogelijk om wijziging van de alimentatie te verzoeken. Maar, de rechtbanken zijn op dit moment ook gesloten. Advocaten zijn daarnaast opgeroepen om zo min mogelijk nieuwe procedures te starten. Het is onduidelijk hoelang deze situatie zal duren. Een procedure is dus niet de oplossing!

Zijn er door de corona crisis problemen met de betaling van de alimentatie, neem dan contact met de ex-partner op om afspraken te maken. Zo kan er in onderling overleg worden afgesproken dat de alimentatie tijdelijk wordt verlaagd. Leg deze afspraken dan wel schriftelijk vast.

Kortom in deze bijzondere situatie is het als gescheiden ouders van belang om nog meer dan anders met elkaar in gesprek te blijven in het belang van de kinderen.

Wetsvoorstel Wet pensioenverdeling bij scheiding

Echtscheiding en pensioen. Hoe zat het ook alweer? Indien u in loondienst werkt, bouwt u vaak pensioen op. Bij een echtscheiding dient het ouderdomspensioen te worden verdeeld. Het ouderdomspensioen dat tijdens het huwelijk is opgebouwd, wordt geacht samen te zijn opgebouwd. Daarom hebben beide ex-partners recht op de helft van dat pensioen. Indien u hierover meer wilt weten, verwijs ik u naar mijn blog ‘Pensioen en echtscheiding‘.

Op dit moment geldt de Wet verevening pensioenrechten. Volgens deze wet moet het het pensioenfonds door de ex-partners worden bericht over de scheiding. Hiervoor is een speciaal formulier dat binnen 2 jaar na de scheiding aan de pensioenuitvoerder gezonden dient te worden. Soms gebeurt dat niet. In dat geval kan de pensioenuitvoerder het pensioen niet uitkeren aan de ex-partner. Om dit soort situaties te voorkomen, is er in september 2019 een wetsvoorstel ingediend om de verdeling van de pensioenen te moderniseren.

Wat staat er in het wetsvoorstel Wet pensioenverdeling bij scheiding?

Onder huidige wet wordt het pensioen verevend. Dit betekent dat er geen zelfstandige aanspraak op pensioen bestaat, maar dat het pensioen gekoppeld is aan het pensioen van de ex-partner. Volgens het wetsvoorstel krijgen ex-partners na een scheiding een eigen aanspraak op ouderdomspensioen. Dit noemen we conversie. Ex-partners hebben daardoor meer inzicht in hun financiële situatie na pensionering. Zij zijn bovendien niet meer afhankelijk van elkaars pensioendatum. Ook heeft het overlijden van één van de ex-partners geen invloed meer op de pensioenuitkering van de ander.

Na de inwerkingtreding van de wet zullen pensioenuitvoerders de pensioenen automatisch verdelen, nadat ze van de gemeente een melding van de scheiding hebben gekregen. Ex-partners hoeven de scheiding dus niet meer zelf te melden. Hierop zijn overigens wel enkele uitzonderingen, want niet alle scheidingen worden ingeschreven in de registers van de Burgerlijke Stand. Dit geldt bijvoorbeeld voor buitenlandse echtscheidingen. In dat geval dienen de ex-partners de scheiding wel zelf binnen één jaar te melden.

De Wet pensioenverdeling bij scheiding is van regelend recht. Dit betekent dat ex-partners in onderling overleg van de wet mogen afwijken. Afwijkende afspraken dienen straks binnen 6 maanden schriftelijk gemeld te worden aan de pensioenuitvoerder. Een uitgevoerde conversie kan niet worden teruggedraaid.

Net zoals onder de Wet verevening pensioenrechten geldt de nieuwe wet niet voor ongehuwd samenwonenden. Zij kunnen wel overeenkomen dat het pensioen wordt verdeeld conform de wet, mits de pensioenuitvoerder bereid is daaraan mee te werken.

Het is de bedoeling dat de nieuwe wet ingaat op 1 januari 2021. Op scheidingen voor deze datum blijft de huidige Wet verevening pensioenrechten van toepassing.

5 valkuilen voor gescheiden ouders met kinderen

1. De kinderen (onbedoeld) het idee geven dat ze moeten kiezen voor één van de ouders

Bij echtscheidingen kunnen de spanningen tussen de ouders soms hoog oplopen. Kinderen kunnen spanningen tussen hun ouders feilloos oppikken. Ouders kunnen daarmee hun kinderen onbedoeld onder druk zetten, waardoor zij het gevoel krijgen dat zij voor één van de ouders moeten kiezen. Soms vertellen ouders hun kinderen dat zij, zodra ze 12 jaar oud zijn, zelf mogen kiezen waar ze willen wonen. (Meer over dit onderwerp in deze blog.) Dit is schadelijk voor de kinderen en kan tot loyaliteitsproblemen leiden.

Kinderen moeten vrij zijn om van beide ouders te houden. Dit kan alleen als de ouders dit ook toestaan.

2. Ruziemaken in het bijzijn van de kinderen

Een ruzie kan weleens gebeuren. Maar, ruzies tussen ouders, waarbij geschreeuwd of fysiek en/of verbaal geweld gebruikt wordt, zijn schadelijk voor kinderen. Verbaal geweld waarbij de ouders elkaar vernederen, is net zo erg als fysiek geweld. Kinderen kunnen zich daardoor erg onveilig voelen. Ook kan het vertrouwen in de ouders daardoor beschadigd raken.

Het is belangrijk om ruzies of heftige woordenwisselingen in het bijzijn van kinderen te vermijden.

3. Kwaadspreken over de andere ouder

Kinderen vinden het niet fijn als hun ouders lelijke dingen over elkaar zeggen. Als er negatieve dingen over de andere ouder worden gezegd, kunnen kinderen dit zien als kritiek op zichzelf. Een kind is immers half papa én half mama. Door negatieve dingen over de andere ouder te zeggen, kunnen kinderen zich afgewezen voelen.

Probeer positief (of tenminste neutraal) over de andere ouder te praten.

4. De kinderen als boodschapper inzetten

Sommige ouders kunnen niet meer met elkaar communiceren en doen dat dus via de kinderen. Dit is zeer belastend. De kinderen komen daardoor tussen de ouders in te staan en worden een soort speelbal. Hierdoor kunnen kinderen het idee krijgen dat ze moeten kiezen voor één van de ouders.

Zoek rechtstreeks contact met elkaar als je iets moeten doorgeven of bespreken.

5. Kinderen betrekken bij volwassenenproblematiek

Sommige ouders zijn geneigd om de kinderen te betrekken bij volwassenenproblematiek. Als bijvoorbeeld de alimentatie niet op tijd wordt overgemaakt, wordt dat met de kinderen besproken. Dit kan tot loyaliteitsproblemen leiden.

Bespreek geen volwassenenzaken met de kinderen.

Pensioen en echtscheiding

Iedereen die in Nederland woont of heeft gewoond en de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, heeft recht op AOW. Het betreft een basispensioen dat elke gepensioneerde maandelijks krijgt van de overheid. In veel gevallen wordt er daarnaast nog pensioen via de werkgever opgebouwd. Bij een scheiding dient het via de werkgever opgebouwde pensioen te worden verdeeld. AOW hoeft dus niet met een ex-partner gedeeld te worden. Het te verdelen pensioen kan worden onderverdeeld in ouderdomspensioen en partnerpensioen.

Wat is ouderdomspensioen?

Ouderdomspensioen is het pensioen dat wordt opgebouwd via een pensioenregeling bij de werkgever. Via het salaris wordt premie voor het ouderdomspensioen ingehouden. De hoogte van het pensioen is afhankelijk van het genoten loon en het aantal jaren dat er pensioenpremie is betaald. Het ouderdomspensioen is dus een aanvulling op de AOW-uitkering die elke gepensioneerde ontvangt.

Hoe wordt het ouderdomspensioen verdeeld na een scheiding?

In de ‘Wet verevening pensioenrechten bij scheiding’ is vastgelegd op welke wijze het ouderdomspensioen bij echtscheiding (of beëindiging van een geregistreerd partnerschap) wordt verdeeld, tenzij er andere afspraken worden gemaakt. Voor scheidingen na 30 april 1995 geldt dat beide ex-partners recht hebben op de helft van het ouderdomspensioen dat tijdens het huwelijk (of geregistreerd partnerschap) is opgebouwd. De gedachte hierachter is dat de pensioenopbouw het resultaat is van de gezamenlijke inspanning van beide partners.

De ‘Wet verevening pensioenrechten bij scheiding’ is van regelend recht. Dit betekent dat ex-partners schriftelijk andere afspraken kunnen maken, bijvoorbeeld door af te spreken om af te zien van pensioenverdeling.

Het pensioenfonds dient over de echtscheiding te worden geïnformeerd. Dit kan via een speciaal formulier dat u hier kunt vinden. Het formulier dient binnen twee jaren na inschrijving van de echtscheiding in de registers van de burgerlijke stand aan het pensioenfonds te worden gezonden. Als het formulier tijdig is ingestuurd dan betaalt de pensioenuitvoerder vanaf de pensioendatum aan elk van de ex-partners een deel van het pensioen uit. Als het formulier niet tijdig is ingestuurd dan betaalt de pensioenuitvoerder het volledige ouderdomspensioen uit aan de ex-partner die het pensioen heeft opgebouwd. Dit betekent overigens niet dat er geen verdeling meer van ouderdomspensioen hoeft plaats te vinden. Degene die het pensioen heeft opgebouwd, moet dan een deel van het pensioen doorstorten aan de andere partner. Dit levert in de praktijk vaak problemen op.

Meer informatie over de verdeling van het ouderdomspensioen na scheiding leest u hier.

Wat is partnerpensioen?

Partnerpensioen, ook wel nabestaandenpensioen genoemd, is een uitkering die iemand krijgt als zijn of haar partner overlijdt. Een ouderdomspensioen kan uitgebreid worden met een partnerpensioen. Niet iedereen bouwt partnerpensioen op.

Partnerpensioen kan op twee manieren worden opgebouwd: op risicobasis en opbouwbasis. Als er sprake is van een verzekering op risicobasis, wordt er geen ‘potje’ opgebouwd. Alleen als u komt te overlijden wanneer u in dienst bent bij uw werkgever, ontvangt uw partner partnerpensioen. Bij een verzekering op opbouwbasis wordt er een ‘potje’ opgebouwd. Als u overlijdt, krijgt uw partner partnerpensioen. Dit geldt ook wanneer u niet meer in dienst bent bij uw werkgever.

Hoe wordt het partnerpensioen verdeeld na een scheiding?

Na een echtscheiding wordt een partnerpensioen omgezet in een bijzonder partnerpensioen. Dit pensioen bestaat uit het bedrag aan partnerpensioen dat is opgebouwd voor de scheiding. U heeft alleen recht op bijzonder partnerpensioen als het gaat om bijzonder partnerpensioen op opbouwbasis. Partnerpensioen op risicobasis zal bij een echtscheiding komen te vervallen. Het is daarom verstandig om bij het pensioenfonds na te gaan of en hoe het partnerpensioen geregeld is.

Een partnerpensioen hoeft volgens de wet bij een echtscheiding niet te worden verdeeld. De ‘Wet verevening pensioenrechten bij scheiding’ is hierop niet van toepassing.

In het kader van een echtscheiding kan er in een echtscheidingsconvenant afstand worden gedaan van partnerpensioen. Er kan tevens worden afgesproken om het partnerpensioen uit te ruilen voor een hoger ouderdomspensioen. Wordt er niets afgesproken? Dan blijft de aanspraak op partnerpensioen bestaan voor zover dit is opgebouwd op opbouwbasis.

Herziening partneralimentatie: van 12 naar 5 jaar?

Afgelopen week verschenen er berichten in de media dat de partneralimentatie van maximaal 12 jaar naar 5 jaar zal gaan. Veel mensen denken onterecht dat deze wijziging inmiddels is ingegaan, maar dat is niet het geval. Het betreft nog slechts een wetsvoorstel.

Hoe is het nu geregeld?

In de wet is vastgelegd dat de rechter bij een echtscheiding of bij latere uitspraak partneralimentatie kan opleggen. Dit kan alleen wanneer er sprake is van onvoldoende inkomsten om in eigen levensonderhoud te kunnen voorzien. In de wet staat verder dat de rechter op verzoek van één van de partijen kan bepalen hoe lang er alimentatie betaald dient te worden. De maximale duur bedraagt 12 jaar. Als het huwelijk korter dan 5 jaar heeft geduurd en er geen kinderen uit het huwelijk zijn geboren, is de alimentatieduur gelijk aan de duur van het huwelijk.

Wetswijziging?

Veel mensen vinden dat de maximale termijn van 12 jaar inmiddels achterhaald is. In 2015 is daarom bij de Tweede Kamer een wetsvoorstel ingediend om de partneralimentatie te herzien. Het stelsel moest eerlijker en simpeler worden. Er was veel kritiek op het wetsvoorstel, zodat het nooit wet is geworden. Op 11 juni 2018 is het wetsvoorstel aangepast. Dit was aanleiding voor de recente berichten in de media. Op dit moment is dus nog geen sprake van een nieuwe wet. Een wetsvoorstel dient namelijk eerst door de Tweede Kamer te worden aangenomen en vervolgens door de Eerste Kamer. Pas daarna wordt het voorstel een wet. (Hoe een wet tot stand komt, kunt u hier lezen.)

Wat staat er in het wetsvoorstel?

Hoofdregel: de duur van de partneralimentatie wordt de helft van de duur van het huwelijk, met een maximum van 5 jaar. De maximale duur van de partneralimentatie gaat daardoor van 12 naar 5 jaar. Hierop zijn twee uitzonderingen:

  • huwelijken langer dan 15 jaar, waarbij de ontvanger van de alimentatie binnen 10 jaar voor zijn/haar AOW leeftijd zit. In dat geval kan de alimentatie tot 10 jaar duren;
  • voor echtgenoten met de zorg voor jonge kinderen blijft de maximale duur 12 jaar;

Wat betekent dit wetsvoorstel voor mensen die nu alimentatie betalen?

Op dit moment verandert er niets. Het wetsvoorstel is namelijk nog niet aangenomen. Als het wetsvoorstel wordt aangenomen, dient nog een datum van inwerkingtreding vastgesteld te worden. De wet geldt alleen voor alimentatieverzoeken die na de inwerkingtreding van de wet zijn ingediend. Kortom, het wetsvoorstel is niet van toepassing op verzoeken tot vaststelling of wijziging van partneralimentatie als het verzoekschrift is ingediend voor de datum waarop de wet in werking treedt. Op deze situaties is de huidige wet van toepassing.

Welke mogelijkheden zijn er nu al voor verkorting van de duur?

Veelal wordt er vanuit gegaan dat er 12 jaar recht op alimentatie bestaat, maar in de wet is bepaald dat de maximale termijn 12 jaar bedraagt. Er kan dus van de maximale termijn worden afgeweken. Ook onder de huidige wet heeft de rechter mogelijkheden om de termijn te verkorten als daarom verzocht wordt. Als het niet verzocht wordt, kan een rechter het ook niet toewijzen. Daarnaast kan bijvoorbeeld verzocht worden om een afbouwregeling van de alimentatie. De rechter kijkt bij dit soort verzoeken o.a. naar het opleidingsniveau en de leeftijd van de persoon die om partneralimentatie vraagt. Neem voor de mogelijkheden contact met een gespecialiseerde advocaat op.

5 misverstanden over omgang

Over omgangsregelingen bestaan diverse misverstanden. In deze blog een top 5 van misverstanden over omgang.

1. Het kind heeft een beslissende stem 

Het is een groot misverstand dat de stem van het kind doorslaggevend is bij de omgangsregeling. Kinderen ouder dan 12 jaar worden door de kinderrechter gehoord worden. Zij krijgen een brief, waarbij ze worden uitgenodigd voor een gesprek met de rechter. Kinderen jonger dan 12 jaar kunnen worden gehoord, maar meestal gebeurt dit niet.

De verklaring van het kind wordt meegenomen in de besluitvorming, maar is niet doorslaggevend. Rechters willen namelijk niet dat een kind tussen beide ouders moet kiezen. Wel is het zo dat hoe ouder een kind is, hoe meer betekenis er aan de verklaring van het kind gehecht wordt. Meer over dit onderwerp kunt u lezen in deze blog.

2. Geen alimentatie = geen omgang 

Vaak wordt ten onrechte gedacht dat de omgangsregeling en de alimentatieverplichting na een scheiding aan elkaar gekoppeld zijn. Maar, alimentatie is geen voorwaarde voor omgang. Oftewel, alimentatie is geen kijkgeld. Ook als er geen alimentatie wordt betaald, bestaat er na een scheiding recht op omgang.

3. Alleen ouders hebben recht op omgang 

De ouders van een kind hebben recht op omgang, maar er zijn nog meer mensen die kunnen verzoeken om een omgangsregeling. Daarvoor is wel vereist dat er sprake is van een nauwe persoonlijke band en/of dat er in gezinsverband is samengewoond. Dit geldt bijvoorbeeld voor een stiefouder of grootouders. Lees ook mijn blog over omgang tussen grootouders en kleinkinderen.

4. De verzorgende ouder beslist

Ten onrechte wordt weleens gedacht dat de verzorgende ouder alle beslissingen over het kind mag nemen. Als er sprake is van gezamenlijk gezag dienen belangrijke beslissingen in het leven van een kind door de ouders gezamenlijk gemaakt te worden. Ook als de verzorgende ouder met het kind wil verhuizen, heeft deze de toestemming nodig van de andere gezaghebbende ouder. Een verhuizing kan namelijk gevolgen hebben voor de omgangsregeling. Een verzorgende ouder kan dus niet zomaar verhuizen. Meer over het onderwerp ‘verhuizen na scheiding’ leest u in deze blog.

5. Co-ouderschap en gezamenlijk gezag zijn hetzelfde

Ik krijg vaak mensen in mijn praktijk, die zeggen dat ze na de scheiding co-ouderschap willen. Als ik dan doorvraag wat ze daaronder verstaan, geven ze aan dat ze samen beslissingen over de kinderen willen blijven nemen en dat het de bedoeling is dat de niet verzorgende ouder de kinderen een weekend per veertien dagen ziet. Maar, dit is geen co-ouderschap. Co-ouderschap is een regeling waarbij de ouders de zorg over de kinderen bij helfte verdelen. Kortom, de kinderen verblijven bijvoorbeeld de ene week bij hun moeder en de andere week bij hun vader. Het recht om gezamenlijk beslissingen te nemen, vloeit voort uit het gezamenlijk gezag.