Tag archieven: partneralimentatie

Wettelijke indexering alimentatie (per 1 januari 2024: 6,2%)

In de wet staat dat alimentatiebijdragen jaarlijks per 1 januari worden verhoogd met een bepaald percentage. Dit wordt de wettelijke indexering genoemd. Het indexeringspercentage wordt jaarlijks bekendgemaakt door de Minister voor Rechtsbescherming.

Waarom verhoging van de alimentatie?

De lonen en uitkeringen stijgen meestal per 1 januari. Daar staat tegenover dat ook de kosten van levensonderhoud stijgen. Uitgangspunt is dat de koopkracht van de alimentatieontvanger op peil moet blijven. Om ervoor te zorgen dat de alimentatie aansluit op de loonsverhoging en de stijgende kosten, dient de alimentatie jaarlijks ook mee te stijgen. De alimentatie volgt daarom de ontwikkeling van het loonpeil. Het percentage van de verhoging is dus ieder jaar anders.

Hoe hoog is de wettelijke indexering?

De hoogte van de indexering wordt jaarlijks vastgesteld door de Minister voor Rechtsbescherming. Het percentage van de stijging wordt vaak rond november bekend gemaakt. Het indexeringspercentage per 1 januari 2024 is vastgesteld op 6,2%.

Voor wie geldt de indexering?

Alle alimentatiebedragen wijzigen met het vastgestelde percentage. Dit geldt dus voor zowel kinderalimentatie als partneralimentatie. Het maakt geen verschil of de alimentatie onderling is afgesproken of dat deze door de Rechtbank is vastgesteld. De alimentatieontvanger heeft automatisch recht op verhoging van de alimentatie. Dat geldt dus ook wanneer er niets over een indexering is afgesproken.

De wettelijke indexering is niet van toepassing, wanneer deze schriftelijk is uitgesloten. Dit laatste gebeurt overigens maar zelden.

Voor de alimentatiebetaler:

Wanneer u alimentatie betaalt, moet u per 1 januari 2024 een hogere maandelijkse bijdrage gaan voldoen. De hoogte van het nieuwe maandelijkse bedrag is handmatig te berekenen of via het LBIO.

Voor de alimentatieontvanger:

Als de wettelijke indexering niet wordt betaald, dient u uw ex-partner daarover aan te schrijven. Wellicht is uw ex-partner vergeten de alimentatie te verhogen. Als een brief of email niet tot het gewenste resultaat leidt, kan het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) worden ingeschakeld. Inschakeling van het LBIO is gratis voor de alimentatieontvanger. Meer informatie vindt u op de website van het LBIO.

Wettelijke indexering alimentatie (per 1 januari 2023: 3,4%)

In de wet staat dat alimentatiebijdragen jaarlijks per 1 januari worden verhoogd met een bepaald percentage. Dit wordt de wettelijke indexering genoemd. Het indexeringspercentage wordt jaarlijks bekendgemaakt door de Minister voor Rechtsbescherming.

Waarom verhoging van de alimentatie?

De lonen en uitkeringen stijgen meestal per 1 januari. Daar staat tegenover dat ook de kosten van levensonderhoud stijgen. Uitgangspunt is dat de koopkracht van de alimentatieontvanger op peil moet blijven. Om ervoor te zorgen dat de alimentatie aansluit op de loonsverhoging en de stijgende kosten, dient de alimentatie jaarlijks ook mee te stijgen. De alimentatie volgt daarom de ontwikkeling van het loonpeil. Het percentage van de verhoging is dus ieder jaar anders.

Hoe hoog is de wettelijke indexering?

De hoogte van de indexering wordt jaarlijks vastgesteld door de Minister voor Rechtsbescherming. Het percentage van de stijging wordt vaak in november bekend gemaakt. Het indexeringspercentage per 1 januari 2023 is vastgesteld op 3,4%.

Voor wie geldt de indexering?

Alle alimentatiebedragen wijzigen met het vastgestelde percentage. Dit geldt dus voor zowel kinderalimentatie als partneralimentatie. Het maakt geen verschil of de alimentatie onderling is afgesproken of dat deze door de Rechtbank is vastgesteld. De alimentatieontvanger heeft automatisch recht op verhoging van de alimentatie. Dat geldt dus ook wanneer er niets over een indexering is afgesproken.

De wettelijke indexering is niet van toepassing, wanneer deze schriftelijk is uitgesloten. Dit laatste gebeurt overigens maar zelden.

Voor de alimentatiebetaler:

Wanneer u alimentatie betaalt, moet u per 1 januari 2023 een hogere maandelijkse bijdrage gaan voldoen. De hoogte van het nieuwe maandelijkse bedrag is handmatig te berekenen of via het LBIO.

Voor de alimentatieontvanger:

Als de wettelijke indexering niet wordt betaald, dient u uw ex-partner daarover aan te schrijven. Wellicht is uw ex-partner vergeten de alimentatie te verhogen. Als een brief of email niet tot het gewenste resultaat leidt, kan het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) worden ingeschakeld. Inschakeling van het LBIO is gratis voor de alimentatieontvanger. Meer informatie vindt u op de website van het LBIO.

Wat kan ik doen als de alimentatie niet betaald wordt?

Er kunnen veel problemen ontstaan over alimentatiebetalingen. De wettelijke indexering wordt bijvoorbeeld niet betaald of er ontstaat een ruzie over de hoogte van de verplichting. Voor de alimentatiegerechtigde kan het vervelende financiële gevolgen hebben als de alimentatie niet (volledig) wordt betaald. In dit artikel zal ik bespreken welke mogelijkheden er zijn om achterstallige alimentatie te incasseren.

Allereerst dient er onderscheid gemaakt te worden tussen alimentatie afspraken die door de rechter zijn vastgelegd en afspraken die niet door rechter zijn vastgelegd. Ik zal beginnen met de laatste situatie.

De alimentatie is niet door de Rechtbank vastgelegd.

Is de alimentatieverplichting onderling afgesproken in bijvoorbeeld een echtscheidingsconvenant of ouderschapsplan, maar is niet gevraagd om deze afspraken in een beschikking van de Rechtbank te laten vastleggen? Dan dient de Rechtbank alsnog de hoogte van de alimentatieverplichting vast te stellen. Een advocaat zal dan een verzoekschrift bij de Rechtbank moeten indienen om de alimentatie alsnog te laten vastleggen.

De alimentatie is door de Rechtbank in een beschikking opgenomen.

In dat geval is het mogelijk om de achterstallige alimentatie te incasseren via bijvoorbeeld het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO). Het LBIO kan gratis worden ingeschakeld door de alimentatiegerechtigde. Daarentegen dient de alimentatiebetaler een opslag te betalen. Het LBIO kan alleen vorderingen incasseren die niet ouder zijn dan 6 maanden.

Zijn de achterstanden ouder dan 6 maanden? Dan kan er een deurwaarder worden ingeschakeld of het Nationaal Loket Alimentatie Inning. Het NLAI werkt op basis van no cure no pay. Er worden geen kosten in rekening worden gebracht als er geen resultaat is behaald.

Om de alimentatie te kunnen laten incasseren is de originele beschikking van de Rechtbank nodig. Op deze beschikking staat een stempel met de woorden ‘in naam van de Koning’. Dit wordt de zg. grosse genoemd. Het LBIO, een deurwaarder of het NLAI zal u vragen deze grosse toe te sturen. Het is daarom belangrijk om de grosse goed te bewaren.

Verjaring

Het is dus mogelijk om achterstallige alimentatie te incasseren, maar dit kan niet oneindig. Voor alimentatiebetalingen geldt een verjaringstermijn van 5 jaar. Dit betekent dat achterstanden ouder dan 5 jaar niet meer kunnen worden geincasseerd. Maar, als de ex-partner binnen deze 5 jaar schriftelijk is aangemaand om te betalen, dan wordt de verjaring gestuit. Vanaf dat moment gaat er een nieuwe verjaringstermijn van 5 jaar lopen.

Mocht er sprake zijn van een achterstand in alimentatiebetalingen, dan is het als alimentatiegerechtigde verstandig om de ex-partner daar ieder jaar schriftelijk op te wijzen en te vragen om de achterstand te voldoen. Op deze manier gaat de verjaringstermijn telkens opnieuw lopen. Uiteraard dient u dan wel te kunnen aantonen dat u daadwerkelijk een herinnering heeft verstuurd.

5 vragen over de wettelijke indexering van alimentatie

Wettelijke indexering is een term die regelmatig wordt gebruikt als het over alimentatie gaat. Maar wat is dit nu precies? In deze blog 5 vragen over wettelijke indexering.

1. – Wat is de wettelijke indexering?

Indexering van de alimentatie is het jaarlijks verhogen van de alimentatie.

2. – Waarom vindt indexering van de alimentatie plaats?

De meeste mensen ontvangen per 1 januari een loonsverhoging. De kosten van levensonderhoud worden daarnaast steeds duurder. Om ervoor te zorgen dat de alimentatie hiermee gelijk blijft lopen, wordt de alimentatie verhoogd. Dit geldt voor zowel de kinder- als de partneralimentatie.

3. – Hoe hoog is de wettelijke indexering?

De hoogte van de indexering is ieder jaar anders. Het percentage van de stijging is afhankelijk van het zg. loonindexcijfer. Het loonindexcijfer wordt door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vastgesteld. Op de website van o.a. het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen is een overzicht van de percentages over de afgelopen jaren te vinden.

4. – Is de wettelijke indexering verplicht?

De term wettelijke indexering zegt het eigenlijk al, de indexering is gebaseerd op de wet. De indexering geldt van rechtswege, tenzij deze schriftelijk is uitgesloten. Dit betekent dat de wettelijke indexering ook geldt als partijen daar niets over hebben afgesproken. Ook als het loon van de alimentatiebetaler gelijk is gebleven, dient deze de indexering te betalen.

Zoals hiervoor is aangegeven, kan de indexering in onderling overleg schriftelijk worden uitgesloten. Dit kan bijvoorbeeld in een convenant of ouderschapsplan. Het is ook mogelijk om de rechter te vragen de indexering uit te sluiten. De alimentatiebetaler zal dan moeten aantonen dat deze een inkomen heeft dat niet zal stijgen.

5. – Wat te doen als de wettelijke indexering niet wordt betaald?

Als de indexering niet wordt betaald, is het mogelijk om deze te laten incasseren door bijvoorbeeld een deurwaarder. Voorwaarde is dan wel dat de alimentatie door de rechter in een beschikking is vastgelegd. In een ander artikel zal ik aandacht besteden aan de mogelijkheden van het incasseren van een alimentatie.

Gescheiden ouders en de corona crisis

De afgelopen periode zijn er diverse maatregelen getroffen om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Scholen zijn gesloten, maar ook attractieparken en horeca. Geadviseerd wordt om zoveel mogelijk thuis te werken. Sommige mensen hebben helemaal geen inkomsten meer, omdat zij hun werk simpelweg niet meer kunnen uitvoeren. Voor iedereen is er sprake van een onzekere situatie.

Veel gescheiden ouders hebben in deze periode vragen over de omgangsregeling. Moet deze tijdens de corona crisis worden nagekomen? Andere ouders hebben zorgen over de alimentatie, omdat zij bijvoorbeeld als ZZP-er tijdelijk geen inkomsten hebben.

Omgang

Sommige ouders houden hun kinderen in verband met besmettingsgevaar binnen. Het coronavirus is echter geen reden om de kinderen bij de andere ouder weg te houden. Voor kinderen is er al veel veranderd, omdat zij niet naar school kunnen gaan en thuis les krijgen. Het is belangrijk dat zij wel contact met de andere ouder kunnen houden.

Als één van de ouders gezondheidsklachten heeft, kan dit uiteraard wel aanleiding zijn om af te wijken van de gebruikelijke omgangsregeling. In dat geval is het verstandig om in onderling overleg afspraken te maken. Ten aanzien van zieke kinderen geldt: volg het advies van de (huis)arts en vraag of het verstandig is het kind naar de andere ouder te laten gaan.

Woont één van de ouders over de grens, bijvoorbeeld in Duitsland, dan wordt de situatie iets ingewikkelder. In dat geval dient rekening te worden gehouden met de maatregelen in beide landen. Op dit moment raadt het RIVM Nederlanders af om naar het buitenland te reizen, tenzij dit echt noodzakelijk is. De vraag kan rijzen of het nakomen van de omgangsregeling noodzakelijk is. Hierop hebben wij helaas ook geen pasklaar antwoord. Blijf daarom met elkaar in overleg. (Update: Inmiddels is duidelijk geworden dat reizen tussen België en Nederland in verband met co-ouderschap wel is toegestaan.)

Voorlopig is er in Nederland sprake van een zg. ‘intelligente lockdown’. Maar wat nu als er toch een complete lockdown wordt afgekondigd? Bij een complete lockdown mogen mensen zonder goede reden niet over straat. Boodschappen doen, mag uiteraard wel. De kans is aanwezig dat de kinderen dan niet van de ene naar de andere ouder gebracht mogen worden. Hoe hier mee omgegaan zal worden, is op dit moment nog niet te zeggen.

Alimentatie

Ook over alimentatieverplichtingen zijn vragen. Sommige ZZP-ers kunnen hun werkzaamheden niet meer uitvoeren. Mensen met nul uren contracten worden niet meer opgeroepen. Werknemers met tijdelijke contracten krijgen geen contractverlenging. Duidelijk is dat deze crisis de meeste mensen in de portemonnee raakt. Dit heeft uiteraard ook consequenties voor de alimentatie. Als er minder inkomen is, is er minder ruimte om alimentatie te kunnen betalen.

Ook met de huidige crisis dient de afgesproken of door de rechter bepaalde alimentatie in beginsel te worden betaald. Ook als het inkomen (tijdelijk) lager is. Wordt de alimentatie zonder enig overleg niet betaald? Dan kan de alimentatieontvanger contact opnemen met het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdrage (LBIO) om de alimentatie te laten incasseren. Voor de alimentatieontvanger is dit gratis. De alimentatieplichtige betaalt de kosten van de inning.

Vooralsnog gaan we er vanuit dat de huidige situatie tijdelijk zal zijn. Daarnaast heeft het kabinet voor diverse groepen mensen inkomensregelingen aangekondigd.

Mocht de situatie van lagere inkomsten veel langer duren, dan is er sprake van relevante wijziging in omstandigheden. In een dergelijk geval is het normaal gesproken mogelijk om wijziging van de alimentatie te verzoeken. Maar, de rechtbanken zijn op dit moment ook gesloten. Advocaten zijn daarnaast opgeroepen om zo min mogelijk nieuwe procedures te starten. Het is onduidelijk hoelang deze situatie zal duren. Een procedure is dus niet de oplossing!

Zijn er door de corona crisis problemen met de betaling van de alimentatie, neem dan contact met de ex-partner op om afspraken te maken. Zo kan er in onderling overleg worden afgesproken dat de alimentatie tijdelijk wordt verlaagd. Leg deze afspraken dan wel schriftelijk vast.

Kortom in deze bijzondere situatie is het als gescheiden ouders van belang om nog meer dan anders met elkaar in gesprek te blijven in het belang van de kinderen.

Wijzigingen partneralimentatie per 1 januari 2020

Heeft u of uw ex-partner na de echtscheiding niet genoeg inkomen? Dan kan worden vastgelegd dat de meestverdienende partner moet bijdragen in de kosten van levensonderhoud van de minstverdienende partner. Dit heet partneralimentatie.

De hoogte van de alimentatie kan in onderling overleg worden afgesproken. Als de ex-partners het niet eens kunnen worden over de hoogte van de bijdrage, dan kan de rechter de hoogte daarvan vaststellen.

Bij het bepalen van de hoogte van de alimentatie wordt gekeken naar de behoefte van de minstverdienende partner, maar ook naar de draagkracht van de meestverdienende partner. De behoefte is het bedrag dat de alimentatiegerechtigde nodig heeft om in eigen levensonderhoud te kunnen voorzien. De draagkracht is het bedrag dat de alimentatieplichtige kan missen. Bij de berekening van de draagkracht wordt rekening wordt gehouden met het inkomen en de lasten van de alimentatieplichtige.

De alimentatiebetaler mag een deel van de alimentatie aftrekken van de belasting. Daarentegen betaalt de alimentatieontvanger belasting over het ontvangen bedrag. Per 1 januari a.s. wijzigt de hoogte van de belastingaftrek voor de alimentatiebetaler.

Wijzigingen per 1 januari 2020 – hoogte van de belastingaftrek

Op dit moment is partneralimentatie nog aftrekbaar tegen een tarief van maximaal 51,75%. De exacte aftrek is afhankelijk van de hoogte van het belastbaar inkomen. Met ingang van 1 januari a.s. wordt de aftrek geleidelijk afgebouwd naar 37,05% in 2023. Deze afbouw geldt voor alle alimentatieverplichtingen, dus ook voor in het verleden vastgestelde alimentatie bijdragen.

De afbouw ziet er als volgt uit:

  • 2020 (46%)
  • 2021 (43%)
  • 2022 (40%)
  • 2023 (37,05%)

Vooral de hogere (box 1) inkomens boven € 68.500,00 hebben minder belastingvoordeel door deze wijziging. De lagere en middeninkomens hebben weinig tot geen last van deze wijziging, omdat deze de alimentatie toch al niet tegen het maximale tarief konden aftrekken.

Ter illustratie een rekenvoorbeeld:

Wanneer een alimentatiebetaler € 1.000,00 per maand aan partneralimentatie betaalt, kost dit – na een aftrek van 51,75% – netto € 482,50. Met ingang van 2020 bedraagt de netto maandlast na een aftrek van 46% € 540,00. In 2023 wordt de netto maandlast € 629,50. Het verschil tussen 2019 en 2023 bedraagt dan € 147,00 per maand.

De netto maandlasten kunnen door deze gewijzigde aftrekbaarheid dus stijgen voor de alimentatiebetaler. Dit kan aanleiding zijn om verlaging van de partneralimentatie te verzoeken als de overige omstandigheden niet zijn gewijzigd. Omdat de Rechtbank doorgaans de datum indiening verzoekschrift als ingangsdatum hanteert, is het verstandig om tijdig actie te ondernemen als u wijziging van de partneralimentatie overweegt.

Duur van de partneralimentatie

Het maximaal aantal jaren dat er partneralimentatie moet worden betaald, is op dit moment 12 jaar. Deze termijn gaat veranderen. Per 1 januari 2020 wordt de maximale termijn 5 jaar. Meer over dit onderwerp kunt u lezen in mijn blog ‘Update wetsvoorstel partneralimentatie van 12 naar 5 jaar’. Deze wijziging geldt overigens enkel voor echtscheidingen die na 1 januari 2020 zijn aangevraagd. De wet heeft geen terugwerkende kracht. Voor echtscheidingen die voor 1 januari 2020 zijn aangevraagd, blijft dus de oude termijn van maximaal 12 jaar gelden.

Wettelijke indexering alimentatie (per 1 januari 2019: 2,0%)

Wat is de wettelijke indexering van alimentatie?

In de wet staat dat de alimentatie jaarlijks per 1 januari wordt verhoogd met een bepaald percentage. Dit wordt de wettelijke indexering genoemd.

Waarom verhoging?

De lonen en uitkeringen stijgen meestal per 1 januari. Daar staat tegenover dat ook de kosten van levensonderhoud stijgen. Uitgangspunt is dat de koopkracht van alimentatiegerechtigden op peil moet blijven. De alimentatie volgt daarom de ontwikkeling van het loonpeil. Het percentage van de verhoging is dus ieder jaar anders.

Hoe hoog is de wettelijke indexering?

De hoogte van de indexering wordt jaarlijks vastgesteld door de Minister voor Rechtsbescherming. Het percentage van de stijging wordt vaak half november bekend gemaakt. De hoogte hangt af van de stijging van de lonen. Het indexeringspercentage per 1 januari 2019 is vastgesteld op 2,0%.

Wanneer u alimentatie betaalt, moet u per 1 januari 2019 een hogere maandelijkse bijdrage gaan voldoen. De hoogte van het nieuwe maandelijkse bedrag is handmatig te berekenen of via het LBIO.

Voor wie geldt de indexering?

Alle alimentatiebedragen wijzigen met het vastgestelde percentage. Dit geldt dus voor zowel kinderalimentatie als partneralimentatie. Het maakt geen verschil of de alimentatie onderling is afgesproken of dat deze door de Rechtbank is vastgesteld. De alimentatiegerechtigde heeft automatisch recht op verhoging van de alimentatie.

De wettelijke indexering is niet van toepassing, wanneer deze schriftelijk is uitgesloten. Dit laatste gebeurt overigens maar zelden.

Wat te doen als de wettelijke indexering niet wordt betaald?

Als de wettelijke indexering niet wordt betaalt, adviseer ik uw ex-partner daarover aan te schrijven. Wellicht is uw ex-partner vergeten de alimentatie te verhogen. Als een brief of email niet tot het gewenste resultaat leidt, kan het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) worden ingeschakeld. Inschakeling van het LBIO is gratis voor de alimentatiegerechtigde. Meer informatie vindt u op de website van het LBIO.

Update wetsvoorstel partneralimentatie van 12 naar 5 jaar

In juni 2018 schreef ik een blog over de voorgenomen herziening van de partneralimentatie. Dit was naar aanleiding van een op 11 juni 2018 ingediend wetsvoorstel tot aanpassing van de regels voor partneralimentatie. Het wetsvoorstel moest nog behandeld worden door de Tweede Kamer. Gisteren heeft een meerderheid van de Tweede Kamer besloten om de partneralimentatie terug te brengen van 12 jaar naar 5 jaar. Het voorstel zal ook nog door de Eerste Kamer moeten worden goedgekeurd, voordat de wet kan worden ingevoerd. Wilt u meer weten hoe een wet tot stand komt? Leest u dan hier verder.

Wat staat er in de wet?

Hoofdregel: de duur van de partneralimentatie wordt de helft van de duur van het huwelijk, met een maximum van 5 jaar. De maximale duur van de partneralimentatie gaat daardoor van 12 naar 5 jaar. Wie dus 2 jaar getrouwd is, hoeft nog maar één jaar partneralimentatie te betalen aan de minstverdienende partner.

De duur van het huwelijk wordt berekend over de periode vanaf huwelijksdatum tot aan de datum waarop het verzoekschrift tot echtscheiding is ingediend. (Nu wordt de termijn berekend vanaf de huwelijksdatum tot aan de datum inschrijving van de echtscheiding in de registers van de Burgerlijke Stand.)

Op de hoofdregel zijn enkele uitzonderingen:

  • Voor echtgenoten met de zorg voor jonge kinderen, kan de partneralimentatie gelden tot het jongste kind 12 jaar is geworden;
  • Wie langer dan 15 jaar getrouwd is en waarbij de alimentatiegerechtigde binnen 10 jaar voor zijn/haar AOW leeftijd zit, kan de alimentatie tot 10 jaar duren;
  • Alimentatiegerechtigden boven de 50 jaar die langer dan 15 jaar getrouwd zijn, hebben 10 jaar recht op alimentatie. (Deze uitzondering vervalt 7 jaar na invoering van de wet);

De mogelijkheid voor de rechter om in schrijnende gevallen een langere termijn dan 5 jaar alimentatie toe te wijzen, blijft bestaan.

Wanneer gaat de wet in?

Zoals het nu lijkt, zal de wet ingaan op 1 januari 2020. De wet heeft geen terugwerkende kracht. De nieuwe wet zal gaan gelden voor alle verzoeken (tot echtscheiding), die worden ingediend na 1 januari 2020.

Wilt u zelf de stand van zaken in het wetsvoorstel volgen? Klik dan hier.

Herziening partneralimentatie: van 12 naar 5 jaar?

Afgelopen week verschenen er berichten in de media dat de partneralimentatie van maximaal 12 jaar naar 5 jaar zal gaan. Veel mensen denken onterecht dat deze wijziging inmiddels is ingegaan, maar dat is niet het geval. Het betreft nog slechts een wetsvoorstel.

Hoe is het nu geregeld?

In de wet is vastgelegd dat de rechter bij een echtscheiding of bij latere uitspraak partneralimentatie kan opleggen. Dit kan alleen wanneer er sprake is van onvoldoende inkomsten om in eigen levensonderhoud te kunnen voorzien. In de wet staat verder dat de rechter op verzoek van één van de partijen kan bepalen hoe lang er alimentatie betaald dient te worden. De maximale duur bedraagt 12 jaar. Als het huwelijk korter dan 5 jaar heeft geduurd en er geen kinderen uit het huwelijk zijn geboren, is de alimentatieduur gelijk aan de duur van het huwelijk.

Wetswijziging?

Veel mensen vinden dat de maximale termijn van 12 jaar inmiddels achterhaald is. In 2015 is daarom bij de Tweede Kamer een wetsvoorstel ingediend om de partneralimentatie te herzien. Het stelsel moest eerlijker en simpeler worden. Er was veel kritiek op het wetsvoorstel, zodat het nooit wet is geworden. Op 11 juni 2018 is het wetsvoorstel aangepast. Dit was aanleiding voor de recente berichten in de media. Op dit moment is dus nog geen sprake van een nieuwe wet. Een wetsvoorstel dient namelijk eerst door de Tweede Kamer te worden aangenomen en vervolgens door de Eerste Kamer. Pas daarna wordt het voorstel een wet. (Hoe een wet tot stand komt, kunt u hier lezen.)

Wat staat er in het wetsvoorstel?

Hoofdregel: de duur van de partneralimentatie wordt de helft van de duur van het huwelijk, met een maximum van 5 jaar. De maximale duur van de partneralimentatie gaat daardoor van 12 naar 5 jaar. Hierop zijn twee uitzonderingen:

  • huwelijken langer dan 15 jaar, waarbij de ontvanger van de alimentatie binnen 10 jaar voor zijn/haar AOW leeftijd zit. In dat geval kan de alimentatie tot 10 jaar duren;
  • voor echtgenoten met de zorg voor jonge kinderen blijft de maximale duur 12 jaar;

Wat betekent dit wetsvoorstel voor mensen die nu alimentatie betalen?

Op dit moment verandert er niets. Het wetsvoorstel is namelijk nog niet aangenomen. Als het wetsvoorstel wordt aangenomen, dient nog een datum van inwerkingtreding vastgesteld te worden. De wet geldt alleen voor alimentatieverzoeken die na de inwerkingtreding van de wet zijn ingediend. Kortom, het wetsvoorstel is niet van toepassing op verzoeken tot vaststelling of wijziging van partneralimentatie als het verzoekschrift is ingediend voor de datum waarop de wet in werking treedt. Op deze situaties is de huidige wet van toepassing.

Welke mogelijkheden zijn er nu al voor verkorting van de duur?

Veelal wordt er vanuit gegaan dat er 12 jaar recht op alimentatie bestaat, maar in de wet is bepaald dat de maximale termijn 12 jaar bedraagt. Er kan dus van de maximale termijn worden afgeweken. Ook onder de huidige wet heeft de rechter mogelijkheden om de termijn te verkorten als daarom verzocht wordt. Als het niet verzocht wordt, kan een rechter het ook niet toewijzen. Daarnaast kan bijvoorbeeld verzocht worden om een afbouwregeling van de alimentatie. De rechter kijkt bij dit soort verzoeken o.a. naar het opleidingsniveau en de leeftijd van de persoon die om partneralimentatie vraagt. Neem voor de mogelijkheden contact met een gespecialiseerde advocaat op.