Tag archieven: gezinsvoogd

Vijf vragen over de schriftelijke aanwijzing in het kader van een ondertoezichtstelling.

In mijn vorige blog heb ik aandacht besteed aan de ondertoezichtstelling. In deze blog zal ik dieper ingaan op de schriftelijke aanwijzing die een gezinsvoogd kan geven in het kader van een ondertoezichtstelling.

1. Wat is een schriftelijke aanwijzing?

Een schriftelijke aanwijzing is een brief van de gezinsvoogd met daarin een opdracht aan de gezaghebbende ouder(s) of het kind om iets wel of juist niet te doen. Er kan geen aanwijzing worden gegeven aan een ouder die niet met het gezag over het kind belast is.

2. Wanneer wordt een schriftelijke aanwijzing gegeven?

Een schriftelijke aanwijzing kan worden gegeven als de gezaghebbende ouders of het kind niet willen meewerken aan de adviezen van de gezinsvoogd. De aanwijzing moet worden nakomen.

In sommige gevallen wordt eerst een voornemen tot een schriftelijke aanwijzing gegeven. Hierop kan dan gereageerd worden. Ook biedt het de ouders en/of het kind de mogelijkheid om de opdracht alsnog uit te voeren.

Voordat een aanwijzing kan worden gegeven, zal de gezinsvoogd eerst moeten proberen om via overleg de ouders en/of het kind zover te krijgen dat wordt meegewerkt. Lukt dat niet? Dan pas mag een schriftelijke aanwijzing worden gegeven. De schriftelijke aanwijzing is dus bedoeld als uiterste middel.

3. Waarover kan een aanwijzing worden gegeven?

De aanwijzing moet in het belang van het kind zijn en zal doorgaans te maken hebben met de verzorging en opvoeding van het kind. De aanwijzing kan bijvoorbeeld een opdracht zijn om hulpverlening te accepteren. Ook kan de aanwijzing zien op de uitvoering van een omgangsregeling.

4. Welke mogelijkheden heeft de gezinsvoogd als de aanwijzing niet wordt opgevolgd?

Wanneer de gezaghebbende ouders de aanwijzing niet opvolgen, dan kan de gezinsvoogd de kinderrechter verzoeken de aanwijzing alsnog op te volgen. Hieraan kan bijvoorbeeld een dwangsom worden verbonden.

Het niet meewerken aan een schriftelijke aanwijzing zal gevolgen kunnen hebben voor de (verlenging van de) ondertoezichtstelling.

5. Wat kunnen de ouders doen als zij het niet eens zijn met de aanwijzing?

Als de ouders het niet eens zijn met een aanwijzing, kunnen zij binnen twee weken aan de kinderrechter verzoeken om de aanwijzing vervallen te laten verklaren. Hiervoor is geen advocaat nodig. De kinderrechter zal dan bekijken of de beslissing van de gezinsvoogd voldoende zorgvuldig tot stand is gekomen en goed gemotiveerd is. Ook wordt onderzocht of met alle belangen rekening is gehouden.

De aanwijzing blijft gelden totdat de rechter een beslissing heeft genomen.

Als een aanwijzing al langere tijd geldt en de situatie wijzigt, dan kan ook aan de gezinsvoogd verzocht worden om de aanwijzing aan te passen of in te trekken. De gezinsvoogd moet dan binnen 2 weken een beslissing nemen. Als dit wordt afgewezen, is het mogelijk beroep bij de kinderrechter in te stellen.

Vijf vragen over een ondertoezichtstelling

1. Wat is een ondertoezichtstelling?

Een ondertoezichtstelling is een kinderbeschermingsmaatregel. Deze maatregel wordt ook wel ‘OTS’ genoemd. Als er zorgen zijn over een kind kan de Raad voor de Kinderbescherming een onderzoek starten. Als de Raad voor de Kinderbescherming naar aanleiding van het onderzoek van mening is dat de ontwikkeling van het kind in gevaar is, kan de Raad de kinderrechter verzoeken een OTS uit te spreken.

2. Wanneer volgt er een ondertoezichtstelling?

Een OTS kan door de rechter worden uitgesproken wanneer een kind zodanig opgroeit dat hij ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd en de ouders de zorg die nodig is om die bedreiging op te heffen niet voldoende accepteren.

Voordat de rechter een OTS uitspreekt, zullen de belanghebbenden worden gehoord.

Is er spoed bij de ? Dan kan de rechter een voorlopige OTS uitspreken. Binnen 2 weken volgt dan een zitting, waarvoor de belanghebbenden alsnog worden opgeroepen om hun mening te geven.

3. Wie voert de ondertoezichtstelling uit?

Een ondertoezichtstelling wordt uitgevoerd door een gecertificeerde instelling. Er wordt een gezinsvoogd aangewezen, die samen met de ouders beslissingen neemt over het kind. De ouders houden het gezag. De gezinsvoogd geeft adviezen over de opvoeding en kan specifieke hulp inzetten.

De hulp in het kader van een ondertoezichstelling is verplicht. Er zal een hulpverleningsplan worden opgesteld, waaraan de ouders dienen mee te werken. Doen zij dat niet, dan kan de gezinsvoogd een zg. aanwijzing geven. Een aanwijzing is een opdracht die de ouders moeten opvolgen.

4. Hoe lang duurt een ondertoezichtstelling?

Een ondertoezichtstelling duurt maximaal één jaar. Als deze termijn bijna is verstreken, kan de gezinsvoogd de kinderrechter vragen om de ondertoezichtstelling te verlengen. De kinderrechter zal het verzoek dan opnieuw beoordelen. De belanghebbenden worden dan ook weer gehoord.

5. Wanneer eindigt een ondertoezichtstelling?

De OTS eindigt wanneer:

  • er niet om een verlenging is verzocht en de duur van de OTS is verstreken;
  • de kinderrechter de OTS tussentijds opheft, omdat de gronden voor de OTS niet langer bestaan;
  • het kind 18 jaar oud is geworden;

Wat is het verschil tussen gezag en voogdij?

De wet zegt dat minderjarige kinderen onder gezag staan. Maar wat houdt dat nu precies in? Vaak worden de termen gezag en voogdij door elkaar gebruikt, maar er is een belangrijk verschil tussen deze twee. In dit artikel leest u meer over de verschillen.

Wat houdt het (ouderlijk) gezag in?

Het ouderlijk gezag omvat de plicht én het recht van een ouder om zijn minderjarige kind op te voeden en te verzorgen. Een ouder met gezag is dus:

  • verantwoordelijk voor de verzorging en opvoeding;
  • de wettelijke vertegenwoordiger van het kind;
  • verplicht om de kosten van onderhoud te betalen;
  • de beheerder van het geld en spullen van het kind;

Maximaal twee personen kunnen het gezag over een kind hebben. Meestal zijn dit de ouders.

Als de ouders van een kind getrouwd zijn, hebben de ouders samen het gezag. Dit wordt het ouderlijk gezag genoemd. Zijn de ouders niet getrouwd? Dan heeft alleen de moeder het gezag, tenzij de ouders in het gezagsregister hebben laten aantekenen dat ze het gezamenlijk gezag willen uitoefenen. Een ouder kan ook samen met een niet-ouder het gezag over een kind hebben. Dit wordt gezamenlijk gezag genoemd.

Als de ouders het gezag niet meer kunnen uitoefenen, moet iemand anders het gezag overnemen. Dit wordt voogdij genoemd.

Wat houdt voogdij in?

Voogdij is het uitoefenen van het gezag over een minderjarig kind, waarvan de voogd niet de ouder is. Er is pas sprake van een voogd, wanneer de ouders geen gezag meer hebben. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de ouders zijn overleden. De voogd heeft dezelfde verplichtingen als de ouders met gezag. Een voogd is dus ook verantwoordelijk is voor het opvoeden en verzorgen van het kind.

De voogd die we hier bedoelen, is een andere voogd dan een gezinsvoogd.

Wat is het verschil tussen een voogd en een gezinsvoogd?

Een gezinsvoogd wordt aangewezen, wanneer er sprake is van een ondertoezichtstelling. Een ondertoezichtstelling kan door de rechter worden uitgesproken wanneer een kind in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. Een gezinsvoogd houdt toezicht op het kind. De gezinsvoogd begeleidt het kind en helpt ouders bij het oplossen van bijvoorbeeld opvoedingsproblemen. De ouders houden in dat geval het ouderlijk gezag, maar zij zijn wel verplicht om hulp van de gezinsvoogd te accepteren. De gezinsvoogd krijgt dus niet het gezag of de voogdij over het kind.