Tag archieven: deurwaarder

Wat kan ik doen als de alimentatie niet betaald wordt?

Er kunnen veel problemen ontstaan over alimentatiebetalingen. De wettelijke indexering wordt bijvoorbeeld niet betaald of er ontstaat een ruzie over de hoogte van de verplichting. Voor de alimentatiegerechtigde kan het vervelende financiële gevolgen hebben als de alimentatie niet (volledig) wordt betaald. In dit artikel zal ik bespreken welke mogelijkheden er zijn om achterstallige alimentatie te incasseren.

Allereerst dient er onderscheid gemaakt te worden tussen alimentatie afspraken die door de rechter zijn vastgelegd en afspraken die niet door rechter zijn vastgelegd. Ik zal beginnen met de laatste situatie.

De alimentatie is niet door de Rechtbank vastgelegd.

Is de alimentatieverplichting onderling afgesproken in bijvoorbeeld een echtscheidingsconvenant of ouderschapsplan, maar is niet gevraagd om deze afspraken in een beschikking van de Rechtbank te laten vastleggen? Dan dient de Rechtbank alsnog de hoogte van de alimentatieverplichting vast te stellen. Een advocaat zal dan een verzoekschrift bij de Rechtbank moeten indienen om de alimentatie alsnog te laten vastleggen.

De alimentatie is door de Rechtbank in een beschikking opgenomen.

In dat geval is het mogelijk om de achterstallige alimentatie te incasseren via bijvoorbeeld het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO). Het LBIO kan gratis worden ingeschakeld door de alimentatiegerechtigde. Daarentegen dient de alimentatiebetaler een opslag te betalen. Het LBIO kan alleen vorderingen incasseren die niet ouder zijn dan 6 maanden.

Zijn de achterstanden ouder dan 6 maanden? Dan kan er een deurwaarder worden ingeschakeld of het Nationaal Loket Alimentatie Inning. Het NLAI werkt op basis van no cure no pay. Er worden geen kosten in rekening worden gebracht als er geen resultaat is behaald.

Om de alimentatie te kunnen laten incasseren is de originele beschikking van de Rechtbank nodig. Op deze beschikking staat een stempel met de woorden ‘in naam van de Koning’. Dit wordt de zg. grosse genoemd. Het LBIO, een deurwaarder of het NLAI zal u vragen deze grosse toe te sturen. Het is daarom belangrijk om de grosse goed te bewaren.

Verjaring

Het is dus mogelijk om achterstallige alimentatie te incasseren, maar dit kan niet oneindig. Voor alimentatiebetalingen geldt een verjaringstermijn van 5 jaar. Dit betekent dat achterstanden ouder dan 5 jaar niet meer kunnen worden geincasseerd. Maar, als de ex-partner binnen deze 5 jaar schriftelijk is aangemaand om te betalen, dan wordt de verjaring gestuit. Vanaf dat moment gaat er een nieuwe verjaringstermijn van 5 jaar lopen.

Mocht er sprake zijn van een achterstand in alimentatiebetalingen, dan is het als alimentatiegerechtigde verstandig om de ex-partner daar ieder jaar schriftelijk op te wijzen en te vragen om de achterstand te voldoen. Op deze manier gaat de verjaringstermijn telkens opnieuw lopen. Uiteraard dient u dan wel te kunnen aantonen dat u daadwerkelijk een herinnering heeft verstuurd.

De dagvaarding

Wat is een dagvaarding?

Een dagvaarding is een schriftelijke oproep om op een bepaalde dag bij de rechter te verschijnen. Iedere dagvaardingsprocedure begint met het oproepen van de andere partij, de gedaagde, om voor de rechter te verschijnen. Er bestaan overigens ook dagvaardingen in het strafrecht, maar deze blog gaat over procedures tussen twee partijen.

In de dagvaarding staat o.a. vermeld wat de eiser wil en waarom. Dit wordt de vordering genoemd. Bij de dagvaarding moeten bewijsstukken van de vordering zijn bijgevoegd.

Een dagvaarding wordt meestal opgesteld door een advocaat. Bij de Rechtbank is het verplicht om via een advocaat te procederen. De dagvaarding moet dan door een advocaat zijn opgesteld. Bij zaken die dienen bij de kantonrechter is dat niet verplicht. In dat geval kan de dagvaarding ook opgesteld zijn door bijvoorbeeld een deurwaarder of de eiser zelf. Zaken die zien op een vordering van minder dan € 25.000,00 worden behandeld door de kantonrechter. Zaken met een vordering boven een bedrag van € 25.000,00 worden door de Rechtbank behandeld.

Wie bezorgt de dagvaarding?

Een dagvaarding wordt door een deurwaarder bezorgd. De deurwaarder controleert in de basisregistratie personen het adres van de gedaagde. De deurwaarder zal proberen de dagvaarding in persoon aan de gedaagde uit te reiken. Als dat niet lukt, kan de dagvaarding in de brievenbus worden achtergelaten. De bezorging van de dagvaarding wordt het betekenen van de dagvaarding genoemd.

Op de dagvaarding wordt door de deurwaarder een datum vermeld waarop de zaak voor de eerste keer door de rechter op de rolzitting wordt behandeld. Er moet tenminste een week zitten tussen het betekenen van de dagvaarding en de eerste zittingsdatum. Als de gedaagde in het buitenland woont, is deze termijn langer.

Wat gebeurt er na het betekenen van de dagvaarding?

De eerste rolzitting bij de Rechtbank:

De eerste rolzitting is een administratieve zitting. Er vindt dus geen mondelinge behandeling plaats. De Rechtbank controleert of de dagvaarding goed is uitgebracht en of er zich schriftelijk een advocaat heeft gemeld om voor de gedaagde op te treden. Is de dagvaarding goed uitgebracht en heeft zich een advocaat gemeld? Dan wordt een termijn aan de gedaagde gegeven voor het indienen van een schriftelijke reactie op de dagvaarding. Deze reactie op de dagvaarding wordt een conclusie van antwoord genoemd. Nadat deze conclusie van antwoord is ingediend, zal de rechter op een administratieve rolzitting bekijken hoe de procedure verder gaat. Meestal wordt er een mondelinge behandeling bepaald waarbij partijen moeten verschijnen en volgt er daarna een vonnis.

De eerste rolzitting bij de kantonrechter:

Bij de kantonrechter mag zonder advocaat geprocedeerd worden. Er mag daarom naast schriftelijk verweer ook mondeling verweer gevoerd worden. Op de eerste rolzitting mag iemand daarom ook “in persoon” verschijnen. De griffier maakt dan aantekeningen van het mondelinge verweer. Deze aantekeningen hebben dezelfde waarde als een door een advocaat ingediende conclusie van antwoord. Ook hier geldt dat na het verweer bekeken zal worden hoe de procedure verder gaat.

Voor zowel de procedure bij de Rechtbank als de kantonrechter geldt dat als er geen verweer gevoerd wordt, de vordering kan worden toegewezen. Dit wordt een verstekvonnis genoemd.