Wanneer een relatie wordt beëindigd en u niet langer samen op één adres woont, is het belangrijk dat de persoon die vertrekt zich laat uitschrijven van het oude adres. Indien dit niet gebeurt, kan de achterblijver toeslagen mislopen. Of nog erger, gekort worden op een bijstandsuitkering. Daarnaast wordt bij de hoogte van de gemeentelijke belastingen gekeken naar het aantal mensen dat ingeschreven is op een adres.
Helaas komt het regelmatig voor dat een ex-partner zich niet wil uitschrijven. Wat zijn de mogelijkheden?
Probeer eerst in gesprek te gaan met uw ex-partner. U kunt uw ex-partner erop wijzen dat de gemeente een boete kan opleggen wanneer een verhuizing niet tijdig wordt doorgegeven. Een verhuizing dient binnen vier weken vóór of uiterlijk vijf dagen na de verhuizing aan de gemeente doorgeven te worden. Gemeenten mogen een boete van maximaal € 325,- opleggen wanneer belangrijke aanpassingen niet tijdig worden doorgegeven.
Als uw ex-partner blijft weigeren om zich uit te schrijven, kunt u contact met de gemeente opnemen om een adresonderzoek aan te vragen. De werkwijze verschilt per gemeente. Voor het aanvragen van een onderzoek kunt u vaak persoonlijk langskomen aan de balie of telefonisch contact met het team Burgerzaken opnemen. Er zijn geen kosten verbonden aan het aanvragen van een adresonderzoek.
Bij een onderzoek naar een inschrijving probeert de gemeente op verschillende manieren met de persoon die vertrokken is in contact te komen, bijvoorbeeld per post, telefonisch of per email. Ook hiervoor geldt dat de werkwijze per gemeente kan verschillen.
Hoe lang duurt een adresonderzoek?
Een adresonderzoek duurt in de meeste gevallen maximaal 3 maanden. Als blijkt dat de persoon inderdaad niet meer op het adres woont, dan wordt hij of zij uitgeschreven.
In de wet staat dat alimentatiebijdragen jaarlijks per 1 januari worden verhoogd met een bepaald percentage. Dit wordt de wettelijke indexering genoemd. Het indexeringspercentage wordt jaarlijks bekendgemaakt door de Minister voor Rechtsbescherming.
Waarom verhoging van de alimentatie?
De lonen en uitkeringen stijgen meestal per 1 januari. Daar staat tegenover dat ook de kosten van levensonderhoud stijgen. Uitgangspunt is dat de koopkracht van de alimentatieontvanger op peil moet blijven. Om ervoor te zorgen dat de alimentatie aansluit op de loonsverhoging en de stijgende kosten, dient de alimentatie jaarlijks ook mee te stijgen. De alimentatie volgt daarom de ontwikkeling van het loonpeil. Het percentage van de verhoging is dus ieder jaar anders.
Hoe hoog is de wettelijke indexering?
De hoogte van de indexering wordt jaarlijks vastgesteld door de Minister voor Rechtsbescherming. Het percentage van de stijging wordt vaak in november bekend gemaakt. Het indexeringspercentage per 1 januari 2023 is vastgesteld op 3,4%.
Voor wie geldt de indexering?
Alle alimentatiebedragen wijzigen met het vastgestelde percentage. Dit geldt dus voor zowel kinderalimentatie als partneralimentatie. Het maakt geen verschil of de alimentatie onderling is afgesproken of dat deze door de Rechtbank is vastgesteld. De alimentatieontvanger heeft automatisch recht op verhoging van de alimentatie. Dat geldt dus ook wanneer er niets over een indexering is afgesproken.
De wettelijke indexering is niet van toepassing, wanneer deze schriftelijk is uitgesloten. Dit laatste gebeurt overigens maar zelden.
Voor de alimentatiebetaler:
Wanneer u alimentatie betaalt, moet u per 1 januari 2023 een hogere maandelijkse bijdrage gaan voldoen. De hoogte van het nieuwe maandelijkse bedrag is handmatig te berekenen of via het LBIO.
Voor de alimentatieontvanger:
Als de wettelijke indexering niet wordt betaald, dient u uw ex-partner daarover aan te schrijven. Wellicht is uw ex-partner vergeten de alimentatie te verhogen. Als een brief of email niet tot het gewenste resultaat leidt, kan het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) worden ingeschakeld. Inschakeling van het LBIO is gratis voor de alimentatieontvanger. Meer informatie vindt u op de website van het LBIO.
Sinds enkele jaren heeft iedere verdachte recht op bijstand van een advocaat tijdens een politie verhoor. Dit geldt zowel voor meerderjarige als minderjarige verdachten.
Een uitnodiging voor een politie verhoor wordt meestal per post aan een verdachte gestuurd. In de brief staat een tijdstip waarop de verdachte op het politiebureau dient te verschijnen. Zoals gezegd, mag er een advocaat bij het verhoor aanwezig zijn. Deze bijstand is niet altijd kosteloos.
Wanneer bestaat aanspraak op een gratis advocaat bij een verhoor?
Het recht op een gratis (pro deo) advocaat bestaat alleen voor aangehouden verdachten. Wanneer een verdachte een uitnodiging ontvangt voor aanhouding én verhoor bestaat er dus aanspraak op gratis bijstand.
Een uitnodiging voor een verhoor brengt niet altijd met zich mee dat de verdachte ook aangehouden wordt. Kortom, wanneer iemand alleen wordt uitgenodigd voor een verhoor maar niet wordt aangehouden, bestaat er dus geen recht op een pro deo advocaat. De kosten van de advocaat dienen in dit laatste geval zelf betaald te worden. Voor minderjarigen werd het niet wenselijk geacht dat zij de kosten van een advocaatvoor een verhoor zelf moesten betalen.
Gratis advocaat voor minderjarige verdachte
Per 7 april 2022 is een tijdelijke regeling in werking getreden die alle minderjarige verdachten die worden opgeroepen voor een verhoor voorziet van gratis rechtsbijstand. Kortom, ook wanneer zij niet worden aangehouden, kunnen zij een kosteloos een advocaat bij het verhoor krijgen. De Raad voor Rechtsbijstand regelt de toewijzing van een jeugdrechtadvocaat. Het is ook mogelijk om een voorkeursadvocaat te benaderen. De advocaat dient deel te nemen aan de jeugdpiketregeling.
De tijdelijke regeling geldt tot het moment dat er een definitieve regeling komt. Wanneer er een definitieve regeling zal zijn, is op dit moment nog niet duidelijk.
Heeft u kinderen en bent u getrouwd of heeft u een geregistreerd partnerschap? Dan bent u samen met het ouderlijk gezag over de kinderen belast.
Dit is anders wanneer de ouders niet getrouwd zijn of een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan. In dat geval heeft alleen de moeder van het kind het ouderlijk gezag.
Wat is het verschil tussen erkenning en gezag?
Over erkenning en gezag bestaan veel misverstanden. Zo gaan veel samenwoners er vanuit dat de erkenning van een kind automatisch leidt tot het gezamenlijke ouderlijk gezag. Helaas is dat op dit moment niet zo. Dit leidt tot veel procedures wanneer de ouders uit elkaar gaan.
De erkenning van een kind wordt geregeld bij de Burgerlijke Stand. Door de erkenning ontstaat een familierechtelijke betrekking tussen de ouder en het kind. In dit artikel kunt u meer lezen over erkenning van een kind.
Het ouderlijk gezag omvat de plicht én het recht van een ouder om zijn minderjarige kind op te voeden en te verzorgen. Het aanvragen van het gezamenlijk gezag, dient via de rechtspraak te worden geregeld. In de huidige situatie moet de moeder van het kind instemmen met het aanvragen van het gezamenlijk gezag. Wilt u meer weten over het gezag? Leest u dan dit artikel.
Wetsvoorstel gezamenlijk gezag door erkenning
Op 24 november 2020 heeft de Tweede Kamer een wetsvoorstel aangenomen, waardoor een ouder die niet gehuwd is en geen geregistreerd partnerschap met de moeder heeft, na erkenning automatisch gezamenlijk met de moeder met het ouderlijk gezag over het kind wordt belast. Afgelopen week heeft ook de Eerste Kamer ingestemd met dit wetsvoorstel. Het is op dit moment nog niet duidelijk wanneer de nieuwe wet in werking zal treden.
Het uitgangspunt van het wetsvoorstel is dat het in het belang van een kind is dat beide ouders nauw betrokken zijn bij de opvoeding van hun kind en gezamenlijk beslissingen nemen. Daarbij past het gezamenlijk gezag. Het gezamenlijk ouderlijk gezag voor samenwonen wordt in de toekomst dus automatisch verkregen met de erkenning van het kind.
Het wetsvoorstel zal overigens alleen gelden voor kinderen die worden erkend na de inwerkingtreding van de wet. Voor bestaande situaties blijft de huidige regeling gelden.
Wat als moeder geen gezamenlijk gezag wil?
Het gezamenlijk gezag wordt in de toekomst dus automatisch verkregen met de erkenning van het kind. De toestemming van de moeder ten aanzien van de erkenning blijft noodzakelijk. Als de moeder niet wil dat er gezamenlijk gezag ontstaat, zal zij haar toestemming aan de erkenning kunnen weigeren.
Wanneer de moeder haar toestemming weigert, kan de andere ouder een procedure tot vervangende toestemming voor erkenning starten. Indien de erkenning door middel van vervangende toestemming via de rechter tot stand komt, moet het gezamenlijk gezag ook apart via de rechter worden verzocht.
Ouders kunnen er daarnaast voor kiezen om samen te besluiten dat het gezag na erkenning alleen bij de moeder blijft. Deze mogelijkheid is er binnen een huwelijk of geregistreerd partnerschap niet.
Tip:
Zolang de nieuwe wet nog niet in werking is getreden, kunnen de ongehuwde of niet geregistreerde ouders via rechtspraak.nl het gezamenlijk ouderlijk gezag aanvragen.
Iedere partij die in Nederland een gerechtelijke procedure start, moet griffierecht betalen. Maar wat is dit nu eigenlijk? Heel kort gezegd zijn het administratiekosten van de rechtbank die bij de start van de procedure geheven worden.
Griffierecht heet zo omdat het bedrag betaald moet worden aan de griffie (het secretariaat) van de rechtbank.
Hoe worden griffiekosten berekend?
De hoogte van het griffierecht varieert. Het verschilt per instantie, de zaak, de hoogte van de vordering en kan ook nog eens per partij verschillen.
Griffierecht per instantie
Wanneer geprocedeerd wordt bij de sector kanton is alleen de partij die de rechtszaak start griffierecht verschuldigd. De kantonrechter behandelt civiele zaken tot een bedrag van € 25.000, arbeidszaken, huurzaken, consumentenkoopzaken en consumentenkredietzaken.
In civiele zaken bij de rechtbank en hogere instanties zoals het Gerechtshof en de Hoge Raad, betaalt zowel de partij die de zaak start als de partij die zich verdedigt griffiekosten.
Civiele zaken zijn in dit geval zaken tussen twee partijen, niet zijnde de overheid. Zaken tegen de overheid vallen onder het bestuursrecht. Ook binnen het bestuursrecht is griffierecht verschuldigd.
Hoogte van de vordering
De hoogte van de griffiekosten hangt verder af van de hoogte van de vordering. Kort gezegd, hoe hoger de vordering in de procedure, hoe hoger het te betalen griffierecht. Bij zaken van onbepaalde waarde, zoals bijvoorbeeld het aanvragen van een echtscheiding bedragen de kosten momenteel € 314,00 (2022).
Particulieren of bedrijven
Bij de bepaling van de hoogte van de griffiekosten wordt ook nog onderscheid gemaakt of er sprake is van een particulier of een organisatie. Zo betalen bedrijven meer dan particulieren. Particulieren die procederen op basis van een zg. toevoeging kunnen een verlaging van de kosten krijgen. Zij betalen dan een kwart van het normale tarief.
Via deze link kunt u de tarieven voor 2022 vinden.
Volgens de Nederlandse wet staan alle minderjarige kinderen onder gezag. Meestal staan kinderen onder het gezag van hun ouders, dit noemen we het ouderlijk gezag. Het gezag kan ook bestaan uit voogdij. Er is sprake van voogdij wanneer het gezag door een ander dan de ouder wordt uitgeoefend. In een eerder artikel heb ik de verschillen tussen gezag en voogdij besproken. Dit artikel kunt u hier teruglezen.
Automatisch gezag
Als de ouders van een kind getrouwd zijn, hebben zijn samen van rechtswege het ouderlijk gezag. Zijn de ouders niet getrouwd? Dan krijgt alleen de moeder automatisch het gezag, tenzij de ouders in het gezagsregister hebben laten aantekenen dat ze het gezag gezamenlijk willen uitoefenen.
Voorwaarde voor het verkrijgen van het gezag is dat de ouder meerderjarig is, dus tenminste 18 jaar of ouder. Dit betekent dat minderjarige ouders niet automatisch het gezag over hun kind kunnen krijgen.
Moeders van 16 of 17 jaar: meerderjarigheidsverklaring
Voor moeders van 16 of 17 jaar is het mogelijk om via een meerderjarigheidsverklaring het gezag te verkrijgen. Hiervoor is een procedure vereist en het inschakelen van een advocaat is verplicht.De rechter bekijkt in de procedure of de moeder de verantwoordelijkheid van het ouderlijk gezag aan kan.
Een verzoek kan soms ook al worden gedaan als de moeder iets jonger dan 16 jaar oud is en/of zwanger is. De rechter beslist dan als de moeder 16 jaar is en/of wanneer de baby is geboren.
Moeder is jonger dan 16 jaar
Wanneer de moeder jonger is dan 16 jaar oud, zal er een voogd aangewezen worden. De Raad voor de Kinderbescherming onderzoekt wie de voogdij op zich kan nemen. Vaak is dit een familielid.
Wanneer de vader meerderjarig is, kan hij wel het gezag verkrijgen. Dit gebeurt alleen als de rechter denkt dat dit in het belang van het kind is.
Hoe zit het met minderjarige vaders?
Minderjarige moeders van 16 of 17 jaar kunnen een meerderjarigheidsverklaring vragen, maar hoe zit het met minderjarige vaders? Helaas kunnen minderjarige vaders geen meerderjarigheidsverklaring aanvragen. Wat is er wel mogelijk?
Een minderjarige vader van 16 of 17 jaar oud kan zijn kind met toestemming van de moeder (of ingeval van haar minderjarigheid: haar ouders) wel erkennen. Door de erkenning wordt hij dan vader juridisch vader. Meer over erkenning leest u in dit artikel.
Wat gebeurt er als de moeder 18 jaar oud wordt?
Op het moment dat de moeder 18 jaar oud wordt, krijgt zij in principe het gezag over haar kind. Maar, dit is niet het geval wanneer iemand anders het gezag heeft gekregen. In dat geval zal een procedure moeten worden opgestart om alsnog het ouderlijk gezag te krijgen.
In dit artikel zal ik aandacht besteden aan (de vernietiging van) de erkenning van een kind. Voordat ik daar verder op zal ingaan, zal ik eerst het verschil tussen juridisch ouderschap en biologisch ouderschap bespreken.
Het verschil tussen biologisch en juridisch ouderschap
In de wet is vastgelegd wie de juridische ouders van een kind zijn. De juridische ouders van een kind hoeven dus niet altijd de biologische ouders te zijn.
De biologische ouders zijn de vader en de moeder, die biologisch verwant zijn met het kind. Kortom, de ouders van wie het DNA in het kind zit. De juridische ouders zijn de wettelijke ouders van het kind, maar zij hoeven niet biologisch verwant te zijn. Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld adoptie.
Juridisch ouderschap kan op verschillende manieren ontstaan. In dit artikel zal ik deze mogelijkheden verder niet bespreken.
Een moeder uit wie het kind is geboren, is zowel een biologische ouder als de juridische moeder. Voor een vader ligt dat anders, een vader kan namelijk ook een kind erkennen en dus juridisch vader worden, terwijl hij niet de biologische vader van het kind is.
Erkenning van een kind heeft gevolgen voor het juridisch vaderschap. Als een man een kind erkent, wordt hij de juridische vader van het kind.
Hoe wordt een kind erkend?
Een kind dat uit een huwelijk van de ouders wordt geboren, heeft van rechtswege twee juridische ouders. Een kind dat tijdens een huwelijk (of geregistreerd partnerschap) wordt geboren hoeft niet apart erkend te worden door de vader. Door het huwelijk wordt de vader van rechtswege geacht de juridische vader van het kind te zijn.
Voor ouders die niet met elkaar gehuwd zijn (of een geregisteerd partnerschap hebben), geldt dat de vader het kind dient te erkennen om de juridisch vader te worden.
Het erkennen van een kind kan op twee manieren, met toestemming van de moeder of via een procedure vervangende toestemming indien de moeder geen toestemming verleent.
Zoals al is aangegeven, hoeft de erkenner niet de biologische vader van het kind te zijn. Erkenning kan ook geschieden door bijvoorbeeld de man waar de moeder een relatie mee heeft gekregen na de geboorte van het kind. Dit gebeurt nog weleens als het kind bijvoorbeeld is verwekt tijdens een one night stand.
Soms erkent een man een kind, omdat hij er vanuit gaat dat hij de biologische vader van het kind is, terwijl dat later toch niet het geval blijkt te zijn. Kan de erkenning dan worden vernietigd?
Vernietiging van de erkenning
Vernietiging van de erkenning is mogelijk, maar daaraan zijn wel voorwaarden verbonden. De volgende voorwaarden gelden: de erkenner is niet de biologische ouder van het kind én de moeder is niet eerlijk geweest over de verwekker van het kind óf de erkenning heeft onder dwang plaatsgevonden.
Om een erkenning te laten vernietigen, dient er een verzoek bij de Rechtbank ingediend te worden. Een dergelijk verzoek kan via een advocaat worden ingediend door de erkenner, de moeder of het kind zelf. Voor deze verzoekers gelden overigens wel andere voorwaarden. In dit artikel zal ik alleen de situatie bespreken wanneer de erkenner de erkenning wil laten vernietigen.
De erkenning kan alleen worden vernietigd wanneer de erkenner niet de biologische vader is van het kind. Of de erkenner wel of niet de biologische vader is, kan worden vastgesteld door middel van een DNA onderzoek.
Naast het feit dat de erkenner niet de biologische vader is, geldt een aanvullende voorwaarde. De moeder moet hem bijvoorbeeld het idee hebben gegeven dat hij de biologische vader van het kind was. De erkenner moet binnen één jaar nadat hij het bedrog heeft ontdekt een verzoek hebben ingediend bij de Rechtbank.
Als de vader een kind heeft erkend terwijl hij wist dat hij niet de biologische vader was, is het voor hem niet mogelijk om vernietiging van de erkenning te verzoeken. Het kind zelf kan in een dergelijk geval wel weer vernietiging vragen.
Gevolgen van de vernietiging van de erkenning
Als de erkenning wordt vernietigd, dan herleeft de situatie van voor de erkenning. Er is niet langer sprake van juridisch ouderschap met de erkenner en het kind zal niet langer erfgenaam van de erkenner zijn.
Wilt u nog meer lezen over erkenning? Leest u dit artikel dan.
Over ongeveer twee maanden begint de zomervakantie. Normaal gesproken is dit een periode dat veel mensen op vakantie naar het buitenland gaan. Door corona ziet de vakantie er voor veel mensen anders uit. Er is nog grote onzekerheid over de mogelijkheden van vakanties in het buitenland. De meeste Nederlanders vieren daarom wederom een vakantie in eigen land.
Bent u gescheiden met minderjarige kinderen en overweegt u een vakantie in het buitenland? Leest u dan vooral even verder.
Heeft u toestemming van de andere ouder?
Voor (gescheiden) ouders met gezamenlijk gezag geldt dat zij voor een vakantie in het buitenland een door de andere ouder ondertekende toestemmingsverklaring nodig hebben. Hierover schreef ik al eens eerder.
Weigert de andere ouder toestemming?
Weigert de andere ouder toestemming te verlenen? Bijvoorbeeld omdat deze de reis onverantwoord vindt vanwege corona? Dan is het mogelijk om via een spoedprocedure vervangende toestemming voor de vakantie te vragen aan de rechter.
Dat de rechterin corona tijd vervangende toestemming verleent, is overigens niet vanzelfsprekend. De rechter zal in een procedure de belangen van de kinderen en de beide ouders tegen elkaar afwegen.
Wat zegt de rechter?
Afgelopen zomer zijn er veel procedures over vervangende toestemming voor een vakantie in het buitenland in corona tijd gevoerd. Hieruit komt het volgende beeld naar voren:
Wanneer er geen andere grote bezwaren tegen de voorgenomen reis zijn, volgt de rechter over het algemeen de reisadviezen van de overheid. Dit betekent dat er vervangende toestemming wordt verleend onder de voorwaarde dat in het land van bestemming geen negatief reisadvies geldt. Een negatief reisadvies is in dit geval een code oranje of rood.
Bij een code oranje wordt geadviseerd om alleen noodzakelijke reizen te maken. Een vakantie wordt niet aangemerkt als een noodzakelijke reis. Geldt er in het land van bestemming een code oranje? Dan dient u er dus rekening mee te houden dat de rechter het verzoek tot vervangende toestemming zal afwijzen.
Wanneer er sprake is van een doorreis, kan de rechter bijvoorbeeld bepalen dat de vervangende toestemming wordt verleend onder de voorwaarde dat in het land van doorreis geen sprake mag zijn van een code oranje of rood.
Wanneer er sprake is van een code geel en bijkomende bijzondere omstandigheden, dan kan de rechter het verzoek tot vervangende toestemming ook afwijzen. Hierbij kan gedacht worden aan een situatie waarbij het kind tot een medische risicogroep wordt gerekend.
Uiteraard dient men zich op het vakantieadres te houden aan de ter plaatse geldende maatregelen en beperkingen. Wanneer het reisadvies tijdens het verblijf wijzigt, dienen er passende maatregelen te worden getroffen.
Hoelang de echtscheidingsprocedure duurt, is afhankelijk van meerdere factoren. Zo is van belang of het een scheiding op gemeenschappelijk verzoek betreft of een zg. eenzijdig verzoek, dat wil zeggen een verzoek dat door één van de ex-partners is ingediend.
Gaat het om een echtscheiding op gemeenschappelijk verzoek dan wordt de scheiding doorgaans 3 tot 4 weken na ontvangst van het verzoek door de rechtbank uitgesproken. Wanneer er kinderen ouder dan 12 jaar bij de scheiding zijn betrokken, zal er een minderjarigenverhoor plaatsvinden, waardoor de scheiding nog eens 2 tot 4 weken langer kan duren.
Gaat het om een eenzijdig verzoek? Dan is de duur o.a. afhankelijk van het feit of er door de andere ex-partner verweer gevoerd wordt. Als er verweer wordt gevoerd, zijn ook de onderwerpen waarover de rechter uitspraak zal moeten doen van belang. Ook de leeftijd van de kinderen kan een rol spelen; kinderen ouder dan 12 jaar worden uitgenodigd voor een minderjarigenverhoor.
Bij een eenzijdig verzoek tot echtscheiding met verweer duurt de procedure tenminste 5 maanden.
2. Wanneer is de echtscheiding defintief?
Nadat de rechbank de echtscheiding heeft uitgesproken, is de echtscheiding nog niet definitief. Beide partijen dienen een akte van berusting te ondertekenen, waarin zij verklaren dat zij het eens zijn met de uitspraak van de rechtbank waarbij hun scheiding is uitgesproken. Pas daarna kan de echtscheiding worden ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand bij de gemeente waar de ex-partners zijn gehuwd. Nadat de echtscheiding is verwerkt in de registers van de burgerlijke stand, is de echtscheiding pas definitief.
Als één van de ex-partners weigert de akte van berusting te ondertekenen, zal de scheiding pas na het verstrijken van de beroepstermijn (3 maanden) ingeschreven kunnen worden. In dat geval duurt het dus langer voordat deze definitief is.
3. Moet ik ook naar de rechtbank?
Als het een echtscheiding op eenzijdig verzoek betreft en er wordt verweer gevoerd, zal er altijd een mondelinge behandeling worden bepaald. In dat geval zullen partijen dus worden uitgenodigd om ter zitting te verschijnen.
Bij een echtscheiding op gemeenschappelijk verzoek vindt er alleen in zeer uitzonderlijke gevallen een mondelinge behandeling plaats, bijvoorbeeld wanneer tijdens een minderjarigenverhoor blijkt dat het kind het niet eens is met de afspraken die de ouders over het kind hebben gemaakt.
4. Wat kan er bij een echtscheiding geregeld worden?
Behalve de echtscheiding zelf kunnen er verzoeken gedaan worden die zien op de volgende onderwerpen:
voorzieningen ten aanzien van de kinderen, zoals een vaststelling van het hoofdverblijf, de omgangsregeling met de andere ouder en kinderalimentatie;
partneralimentatie;
wie het tijdelijk gebruik van de woning of het huurrecht krijgt;
verdeling van de gemeenschappelijke bezittingen of de afwikkeling van huwelijkse voorwaarden;
5. Wat kost een scheiding?
Indien u in aanmerking komt voor gefinancierde rechtsbijstand betaalt u (in 2021) een eigen bijdrage variërend tussen € 306,00 en € 848,00 en een griffierecht van € 85,00. Meer informatie over gefinancierde rechtsbijstand vindt u op de website van de Raad voor Rechtsbijstand.
Indien u niet in aanmerking komt voor gefinancierde rechtsbijstand, geldt een uurtarief waarbij de totale prijs ondermeer zal afhangen van het uurtarief van de advocaat, de vraag welke onderwerpen bij de scheiding geregeld dienen te worden en in hoeverre u daarover samen met uw ex-partner afspraken kunt maken.
Wilt u weten wat u allemaal dient te regelen in het kader van een echtscheidingsprocedure? Lees dan mijn blog “Scheiden in 10 stappen“.
In mijn vorige blog heb ik aandacht besteed aan de ondertoezichtstelling. In deze blog zal ik dieper ingaan op de schriftelijke aanwijzing die een gezinsvoogd kan geven in het kader van een ondertoezichtstelling.
1. Wat is een schriftelijke aanwijzing?
Een schriftelijke aanwijzing is een brief van de gezinsvoogd met daarin een opdracht aan de gezaghebbende ouder(s) of het kind om iets wel of juist niet te doen. Er kan geen aanwijzing worden gegeven aan een ouder die niet met het gezag over het kind belast is.
2. Wanneer wordt een schriftelijke aanwijzing gegeven?
Een schriftelijke aanwijzing kan worden gegeven als de gezaghebbende ouders of het kind niet willen meewerken aan de adviezen van de gezinsvoogd. De aanwijzing moet worden nakomen.
In sommige gevallen wordt eerst een voornemen tot een schriftelijke aanwijzing gegeven. Hierop kan dan gereageerd worden. Ook biedt het de ouders en/of het kind de mogelijkheid om de opdracht alsnog uit te voeren.
Voordat een aanwijzing kan worden gegeven, zal de gezinsvoogd eerst moeten proberen om via overleg de ouders en/of het kind zover te krijgen dat wordt meegewerkt. Lukt dat niet? Dan pas mag een schriftelijke aanwijzing worden gegeven. De schriftelijke aanwijzing is dus bedoeld als uiterste middel.
3. Waarover kan een aanwijzing worden gegeven?
De aanwijzing moet in het belang van het kind zijn en zal doorgaans te maken hebben met de verzorging en opvoeding van het kind. De aanwijzing kan bijvoorbeeld een opdracht zijn om hulpverlening te accepteren. Ook kan de aanwijzing zien op de uitvoering van een omgangsregeling.
4. Welke mogelijkheden heeft de gezinsvoogd als de aanwijzing niet wordt opgevolgd?
Wanneer de gezaghebbende ouders de aanwijzing niet opvolgen, dan kan de gezinsvoogd de kinderrechter verzoeken de aanwijzing alsnog op te volgen. Hieraan kan bijvoorbeeld een dwangsom worden verbonden.
Het niet meewerken aan een schriftelijke aanwijzing zal gevolgen kunnen hebben voor de (verlenging van de) ondertoezichtstelling.
5. Wat kunnen de ouders doen als zij het niet eens zijn met de aanwijzing?
Als de ouders het niet eens zijn met een aanwijzing, kunnen zij binnen twee weken aan de kinderrechter verzoeken om de aanwijzing vervallen te laten verklaren. Hiervoor is geen advocaat nodig. De kinderrechter zal dan bekijken of de beslissing van de gezinsvoogd voldoende zorgvuldig tot stand is gekomen en goed gemotiveerd is. Ook wordt onderzocht of met alle belangen rekening is gehouden.
De aanwijzing blijft gelden totdat de rechter een beslissing heeft genomen.
Als een aanwijzing al langere tijd geldt en de situatie wijzigt, dan kan ook aan de gezinsvoogd verzocht worden om de aanwijzing aan te passen of in te trekken. De gezinsvoogd moet dan binnen 2 weken een beslissing nemen. Als dit wordt afgewezen, is het mogelijk beroep bij de kinderrechter in te stellen.
Deze website maakt gebruik van cookies. Een cookie is een eenvoudig klein bestandje dat met pagina’s van deze website wordt meegestuurd en door uw browser op uw harde schrijf van uw computer wordt opgeslagen. Wij gebruiken cookies om uw instellingen en voorkeuren te onthouden.
U kunt uw cookie voorkeuren beheren via de tabs aan de linkerzijde.
Strikt noodzakelijke Cookies
We adviseren u om toestemming te geven voor de strikt noodzakelijke Cookies. Deze zijn nodig om de website goed te kunnen laten werken.
Weet je het zeker? Als je deze Cookies uitzet, kunnen we je voorkeuren niet onthouden. Dit betekent dat je elke keer als je deze website bezoekt, opnieuw je Cookie voorkeuren moet instellen.