Categoriearchief: Uncategorized

Vijf vragen over medehuurderschap van een woning

1. Wat is een medehuurder?

Een medehuurder is iemand die dezelfde rechten en plichten heeft als de hoofdhuurder van de woning. Het recht op huurbescherming geldt ook voor de medehuurder. Als plicht geldt o.a. dat de medehuurder ook hoofdelijk aansprakelijk is voor de huur.

Bij het vertrek van de hoofdhuurder wordt de medehuurder automatisch de huurder van de woning. Als de medehuurder niet langer het hoofdverblijf in de woning heeft, verliest deze zijn medehuurderschap.

Als u bij iemand gaat inwonen die een woning huurt, dan bent u geen medehuurder, maar een medebewoner. Het is op twee manieren mogelijk om medehuurder te worden, te weten automatisch en op aanvraag.

2. Wanneer wordt iemand automatisch medehuurder van een woning?

Wanneer er sprake is van een huwelijk of geregistreerd partnerschap is de partner automatisch medehuurder.  Dit geldt ook wanneer het huwelijk of geregistreerde partnerschap is gesloten na het ingaan van de huurovereenkomst.

3. Hoe kan iemand op aanvraag medehuurder van een woning worden?

Om medehuurder te kunnen worden, moet er een schriftelijk verzoek bij de verhuurder worden ingediend. Medehuurderschap kan alleen ontstaan als de verhuurder daarvoor toestemming heeft gegeven. Er zijn voorwaarden verbonden aan de aanvraag. Er moet sprake zijn van een duurzame gemeenschappelijke huishouding. De partners moeten minimaal twee jaren samen op het adres van de huurwoning ingeschreven hebben gestaan.

Inwonende volwassen kinderen kunnen meestal geen medehuurder worden, omdat er geen sprake is van een duurzame gemeenschappelijke huishouding. Kinderen verlaten immers te zijner tijd het ouderlijk huis.

4. Wat als de verhuurder niet akkoord gaat met het verzoek om medehuurderschap?

Als de verhuurder niet binnen drie maanden schriftelijk akkoord gaat met het verzoek om medehuurderschap, dan kan er een verzoek bij de kantonrechter worden ingediend. De kantonrechter kan het verzoek afwijzen wanneer:

  • de partners nog geen twee jaren samenwonen;
  • de beoogde medehuurder onvoldoende inkomsten heeft om de huur te kunnen betalen;
  • er misbruik van de regeling wordt gemaakt. Medehuur mag niet worden aangevraagd om ervoor te zorgen dat de medehuurder op korte termijn hoofdhuurder kan worden.

5. Waarom is het verstandig om medehuurderschap aan te vragen?

Een medebewoner, niet zijnde een medehuurder, heeft geen rechten. Als de huurder het huis verlaat, moet de medebewoner de woning ook verlaten. Dit is ook het geval wanneer de huurder komt te overlijden.

Strafpiket #ikpiketnietlanger

De hashtag #ikpiketnietlanger was de afgelopen week ‘trending topic‘ op Twitter. Aanleiding: een oproep in de advocatuur om de eerste twee weken van 2020 als verhinderd op te geven voor piketdiensten. De bedoeling? Een hogere vergoeding. Een aantal van de reacties was niet mals. Advocaten zijn toch grootverdieners? Die hoeven toch geen actie te voeren voor nog meer geld? Bij deze een toelichting op de actie #ikpiketnietlanger.

Wat is piket?

Tijdens een piketdienst kan een medewerker worden opgeroepen om werkzaamheden te verrichten bij calamiteiten. Piket is dus een soort oproepdienst.

Advocaten kunnen verschillende soorten piketdiensten hebben. Zo zijn er bijvoorbeeld piketadvocaten in het strafrecht. Deze verlenen rechtsbijstand aan aangehouden verdachten. Ook zijn er piketadvocaten in het vreemdelingenrecht, die vreemdelingen bij staan van wie de vrijheid is ontnomen. Daarnaast zijn er piketadvocaten die psychiatrische patiënten bijstaan als zij in bewaring worden gesteld door de burgemeester.

Een centrale piketafdeling van de Raad voor Rechtsbijstand is verantwoordelijk voor de planning van de roosters. Advocaten kunnen de Raad voor Rechtsbijstand laten weten op welke dagen zij niet beschikbaar zijn voor piket.

Advocaten zijn niet verplicht om deel te nemen aan een piketregeling.

De actie “ik pik ‘et niet langer” is in het leven geroepen door een strafrecht advocaat. Daarom hieronder een nadere uitleg over het strafpiket.

Strafpiket

Een advocaat die strafpiket heeft, dient van 07.00 uur tot 20.00 uur stand-by te staan. Ook in het weekend zijn er piketdiensten. Van tevoren is niet duidelijk of en hoeveel piketmeldingen er binnen komen. Als er een melding binnenkomt, dient de piketadvocaat binnen 2 uur op het politiebureau te verschijnen, waar de verdachte wordt vastgehouden. Voor advocaten in de provincie Drenthe betekent dit dat zij in de meeste gevallen naar het politiebureau in Assen moeten reizen.

Piketadvocaten kunnen om drie verschillende redenen worden opgeroepen:

  • consultatiebijstand. Een gesprek tussen advocaat en verdachte voorafgaand aan het eerste politieverhoor.;
  • verhoorbijstand. De aanwezigheid van de advocaat bij het politieverhoor;
  • inverzekeringstelling van de verdachte. Kort gezegd: als de verdachte nog langer op het politiebureau moet blijven.;

Voor consultatiebijstand ontvangt een advocaat ongeveer € 75,00. Als de advocaat daarna voor een inverzekeringstelling moet terugkomen, ontvangt deze daarvoor ook ongeveer € 75,00. Hoeft de advocaat alleen voor de inverzekeringstelling naar het politiebureau? Dan ontvangt deze ongeveer € 150,00. De reistijd van en naar het politiebureau wordt niet vergoed!

Voor bijstand aan een (volwassen) verdachte bij het verhoor, ontvangt de advocaat ongeveer € 150,00. Dit is ongeacht de duur van het verhoor en de hoeveelheid verhoren. Sommige verhoren kunnen uren of zelfs meerdere dagen duren.

De piketregeling is gratis voor verdachten. De kosten worden betaald door de overheid.

#ikpiketnietlanger

De actie #ikpiketnietlanger is in het leven geroepen, omdat de advocaten ontevreden zijn over de hoogte van de ontvangen vergoedingen. Maar ook vanwege de afbraak van het stelsel van de door de overheid gefinancierde rechtsbijstand. Ook wel de sociale advocatuur genoemd. Als het aan de Minister ligt, is een advocaat straks alleen nog weg gelegd voor mensen met geld. Hierover schreef ik al eerder een artikel.

De ontevredenheid geldt dus niet alleen voor de piketvergoedingen, maar voor de vergoedingen binnen de sociale advocatuur in het algemeen. In een onderzoeksrapport uit 2017 is bevestigd dat de vergoedingen ver onder de maat zijn. Alle piketadvocaten zijn daarom opgeroepen om de eerste twee weken van januari 2020 als verhinderd op te geven. De Nederlandse Orde van Advocaten ondersteunt deze actie.

Piketadvocaten moesten voor 1 oktober jl. hun beschikbaarheid voor het eerste half jaar 2020 doorgegeven. In Friesland, Groningen en Drenthe heeft 100% van de advocaten de eerste twee weken van 2020 als verhinderd opgegeven. Volgens de Raad voor Rechtsbijstand heeft circa 85% van de Nederlandse piketadvocaten aangegeven niet beschikbaar te zijn voor piketdiensten in de eerste twee weken van 2020. In deze periode zijn er dus nauwelijks advocaten beschikbaar voor verdachten, psychiatrisch patiënten en vreemdelingen.

Met de actie hopen de advocaten de Minister voor Rechtsbescherming onder druk te zetten om de vergoedingen voor sociaal advocaten te verhogen. Afgelopen zomer zijn diverse jeugdstrafrechtadvocaten met het jeugdpiket gestopt vanwege de vergoedingen. Daarop besloot de Minister de vergoeding voor jeugdpiket te verhogen. Deze advocaten krijgen nu per verhoor van minderjarigen een vergoeding krijgen. Dit is nog steeds ongeacht de duur van het verhoor, dat soms meerdere uren kan duren.

Gebruikersvergoeding voor niet bewoonde eigen woning

U bent gehuwd of heeft een relatie en bent samen eigenaar van een woning. De relatie wordt verbroken. Eén van beide partners verlaat de woning. De ander blijft in de woning wonen, totdat de woning is verkocht. De partner die de woning heeft verlaten, kan in dat geval aanspraak maken op een zogenaamde gebruikersvergoeding.

Wat is een gebruikersvergoeding?

De gebruikersvergoeding is een vergoeding voor gederfd woongenot. Omdat beide partners evenveel recht hebben op het gebruik en genot van de woning hebben, kan de partner die de woning heeft verlaten, aanspraak maken op deze vergoeding. De vergoeding eindigt, zodra de woning geen gemeenschappelijk eigendom meer is.

Gebruikersvergoeding bij een echtscheiding

In het kader van een echtscheiding kan verzocht worden om het alleengebruik van de woning voor de duur van zes maanden. De rechter kan bepalen dat over deze periode een gebruikersvergoeding betaald dient te worden. Deze vergoeding dient  over het algemeen betaald te worden vanaf het moment dat de echtscheiding is ingeschreven bij de gemeente. Kortom, vanaf het moment dat de echtscheiding definitief is. Rechters vinden het niet redelijk om al tijdens het huwelijk een gebruiksvergoeding toe te kennen. Dit omdat in de wet is bepaald dat echtgenoten verplicht zijn om elkaar tijdens het huwelijk ‘het nodige te verschaffen’.

Hoogte van de vergoeding

In de wet staat niet hoe de gebruikersvergoeding berekend dient te worden. In rechterlijke uitspraken is bepaald dat de vergoeding gebaseerd dient te zijn op een percentage van de helft van de overwaarde. Lange tijd werd uitgegaan van een percentage van 4%. Dit percentage sloot aan bij het fictief rendement over spaartegoeden dat de Belastingdienst hanteert. Omdat de de huidige rentepercentages op spaartegoeden aanzienlijk lager zijn, gaan rechters tegenwoordig uit van lagere percentages. Er is geen overeenstemming over de hoogte van het te hanteren percentage. Dit hangt ook van de feiten en omstandigheden van de zaak af. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is enkele maanden terug uitgegaan van een percentage van 0,5%.

Omdat er bij de berekening gerekend wordt met de helft van de overwaarde is een vergoeding niet aan de orde als er geen overwaarde is, dus wanneer ‘de woning onder water staat’.

Gebruikersvergoeding en hypotheeklasten

Een gebruikersvergoeding kan ook aan de orde zijn als de partner die in de woning woont, de volledige hypotheeklasten van de woning voldoet. Maar, houd er dan rekening mee dat deze partner in reactie op een verzoek om een gebruikersvergoeding te betalen, zal verzoeken om de helft van de hypotheeklasten mee te betalen. Volgens de wet dient een mede-eigenaar van de woning namelijk de helft van de woonlasten te voldoen.

Internationale kinderontvoering

Deze zomer zijn 36 kinderen niet teruggekeerd van vakantie. Veelal gaat het om kinderen die na de vakantie of een familiebezoek worden achtergehouden. Het aantal kinderen dat in de zomervakantie ontvoerd wordt, neemt ieder jaar toe. Dit blijkt uit informatie van het Centrum Internationale Kinderontvoering (IKO).

Wanneer is er sprake van internationale kinderontvoering?

Er is sprake van internationale kinderontvoering wanneer een kind door één van de ouders zonder toestemming van de andere ouder, wordt overgebracht naar een ander land.

John van den Heuvel heeft een televisieprogramma ‘Ontvoerd’ aan dit onderwerp gewijd. Hoewel dit programma onlangs zijn vierde seizoen heeft beleefd, gebiedt de eerlijkheid mij om te zeggen dat ik nog nooit een aflevering heb gezien.

De meest spraakmakende kinderontvoering is die van de destijds tweejarige Insiya Hemani uit Watergraafsmeer. Zij werd exact een jaar geleden, in de ochtend van 29 september 2016, door drie gewapende mannen met grof geweld uit de woning van haar oma gehaald. Ze werd in opdracht van haar vader ontvoerd en naar India gebracht. Hoewel er meerdere verdachten zijn aangehouden, verblijft de vader nog altijd met Insiya in India. Gelukkig verlopen de meeste kinderontvoeringszaken niet zo gewelddadig als die van Insiya.

Kinderontvoering is strafbaar, ook als er geen geweld wordt gebruikt. Op een ontvoering met geweld, zoals die van Insiya, staat een maximale gevangenisstraf van 9 jaren.

Internationale kinderontvoering in cijfers

Niet alleen in de zomervakantie worden kinderen ontvoerd. Dit gebeurt het hele jaar door. Jaarlijks worden meer dan 200 kinderen ontvoerd naar het buitenland. Of worden kinderen vanuit het buitenland naar Nederland ontvoerd.

Uit het jaarverslag van Centrum IKO volgt dat in 2016 176 ontvoeringen zijn gemeld. In totaal waren hierbij 251 kinderen betrokken. Hiervan is 65% vanuit Nederland naar het buitenland ontvoerd. In 26% van de gevallen was er sprake van kinderen die vanuit het buitenland naar Nederland werden ontvoerd. Het jongste ontvoerde kind was twee maanden, de oudste 16 jaar. De meeste kinderen die in 2016 ontvoerd zijn, waren tussen de 1-6 en 8-9 jaar. Naast de 251 kinderen die ontvoerd zijn, waren er in 2016 443 kinderen betrokken bij een dreigende kinderontvoering.

Begin 2016 werd bekend, dat er sprake is van een toename van het aantal kinderontvoeringen door vrouwen. Daarbij kunt u denken aan een volgende situatie:

Een Nederlandse vrouw wordt op vakantie verliefd op een Italiaan. De vrouw verhuist naar Italië om te trouwen met haar Romeo. Tijdens het huwelijk worden er kinderen geboren. Na enkele jaren wordt haar Romeo verliefd op een nieuwe Julia. De Nederlandse wil na de scheiding met haar kinderen naar Nederland verhuizen, omdat zij geen familie en vrienden in Italië heeft. De man dient hiervoor toestemming te geven. Hij weigert deze toestemming. De vrouw verhuist desondanks toch met de kinderen naar Nederland.

Wat te doen bij (dreigende) internationale kinderontvoering?

Het Centrum IKO kan u van advies voorzien bij een (dreigende) internationale kinderontvoering. Meer informatie en de contactgegevens van het Centrum IKO vindt u hier.

Indien uw kind ontvoerd is, dient u de ontvoering zo snel mogelijk bij de Centrale autoriteit Internationale Kinderaangelegenheden te melden. Zij kunnen u helpen bij het indienen van een verzoek tot teruggeleiding van uw kind. Dit kan alleen als het kind jonger is dan 16 jaar en u met het ouderlijk gezag over het kind belast bent. De contactgegevens van de Centrale autoriteit vindt u hier.