Categoriearchief: Omgangsregeling

Kleding, alimentatie en omgangsregeling

Het is één van de grootste ergenissen van gescheiden ouders, het meegeven van kleding van de kinderen in het kader van een omgangsregeling. Regelmatig komt het voor dat er tussen gescheiden ouders met kinderen discussie bestaat over het meegeven van kleding. Moeder geeft kleren mee en stoort zich eraan dat deze na het weekend niet meer terugkomen. Zij besluit om voortaan maar geen kleding meer mee te geven. Vader moet zelf een garderobe voor de kinderen aanschaffen en houdt daarom kosten in op de alimentatie. Mag dat?

Na een scheiding wonen kinderen voornamelijk bij één van de ouders. Dit noemen we de verzorgende ouder. Er is veelal sprake van een omgangsregeling tussen de kinderen en de niet-verzorgende ouder. Beide ouders dienen bij te dragen in de kosten van de kinderen. Dit wordt berekend aan de hand van de behoefte van de kinderen en de draagkracht van de ouders. In mijn blog ‘Hoe wordt kinderalimentatie berekend’ kunt u meer lezen over de berekening van kinderalimentatie. De niet-verzorgende ouder zal vervolgens een bijdrage in de kosten van de kinderen betalen aan de verzorgende ouder.

Vaak bestaat er discussie tussen de ouders welke kosten door de kinderalimentatie worden gedekt. De kosten van de kinderen kunnen worden onderscheiden in zg. verblijfsoverstijgende kosten en verblijfskosten.

Verblijfsoverstijgende kosten

Uitgangspunt is dat de verzorgende ouder bij wie het kind zijn hoofdverblijf heeft alle kosten, met uitzondering van de kosten die samenhangen met het verblijf bij de andere ouder, voor zijn/haar rekening dient te nemen. Deze kosten worden de kindgebonden verblijfsoverstijgende kosten genoemd.

Het betreft in ieder geval de ‘vaste lasten’ die voor een kind worden voldaan ongeacht waar het kind verblijft, zoals schoolkosten, contributie voor sport en dergelijke. Kosten voor kleding, schoenen en fiets zijn weliswaar variabele lasten, maar er wordt vanuit gegaan dat ook deze kosten dienen te worden beschouwd als kindgebonden vaste lasten.

Verblijfskosten

Naast de verblijfsoverstijgende kosten worden er ten behoeve van kinderen nog zg. verblijfskosten gemaakt door de niet-verzorgende ouder. Hierbij kan bijvoorveeld gedacht worden aan de kosten van eten, drinken en verbruik van water en stroom. Maar ook de kosten van vakanties, uitjes, vervoerskosten en dergelijke vallen hieronder. Bij het berekenen van de draagkracht van de niet-verzorgende ouder wordt met deze kosten rekening gehouden in de vorm van een zorgkorting. De gedachte hierachter is dat de feitelijke zorgverdeling er toe leidt dat de verzorgende ouder voor een deel niet in de behoefte van het kind hoeft te voorzien, omdat de andere ouder daar in natura in voorziet in de periode dat het kind bij hem/haar verblijft.

Kleding en omgang

Zoals hiervoor is aangegeven, dient de verzorgende ouder alle kosten van de kinderen te voldoen. Indirect komen de kosten van kleding voor de kinderen voor rekening van beide ouders. De niet-verzorgende ouder betaalt zijn/haar bijdrage daarin immers door middel van kinderalimentatie.

De wet zegt overigens niets over het meegeven van kleding in het kader van de omgangsregeling. Wel zijn beide ouders volgens de wet verplicht om hun kinderen te verzorgen. Daar hoort ook bij dat beide ouders ervoor dienen te zorgen dat hun kinderen fatsoenlijk gekleed zijn.

Soms ziet de discussie van de ouders zich op de kleren die een kind meekrijgt. De kleding is versleten, te klein, of gewoon niet mooi genoeg. Wil de niet-verzorgende ouder dat de kinderen bij hem/haar thuis in andere kleding rondlopen, dan komt dit voor eigen kosten. Er mogen dan dus niet bedragen op de kinderalimentatie worden ingehouden. Dat laatste mag uiteraard wel als de ouders hierover afspraken hebben gemaakt in hun ouderschapsplan. Houdt u er wel rekening mee dat het voor kinderen heel verwarrend kan zijn om bij zijn ouders van kleding te moeten wisselen?

Blijf als ouders dus vooral denken in het belang van uw kinderen!

Hoe verloopt een procedure bij de familierechter?

Ik krijg vaak de vraag hoe procedures in zijn werk gaan. Daarom bespreek ik in deze blog het verloop van een procedure bij de familierechter. Een familierechter behandelt zaken op het gebied van familiebetrekkingen, zoals echtscheidingen en omgangsregelingen.

stap 1: verzoek

Iedere procedure begint met het indienen van een schriftelijk verzoek bij de rechtbank. Het verzoekschrift moet door een advocaat worden ingediend. Hierop zijn twee uitzonderingen, te weten de eigen rechtsingang van een kind en een verzoek vervangende toestemming voor de aanvraag van een reisdocument.

De partij die het verzoek heeft ingediend, noemen we ‘de verzoeker’.

De rechtbank rekent administratiekosten voor het in behandeling nemen van het verzoek. Deze kosten noemen we griffierecht. Iemand die voor gesubsidieerde rechtsbijstand, een zg. toevoeging, in aanmerking komt, betaalt een lager griffierecht dan iemand dan die daarvoor niet in aanmerking komt. Het volledige griffierecht bedraagt op dit moment € 304,00. Voor iemand met een toevoeging bedraagt het griffierecht € 83,00.

stap 2: verweer

De partij die het verzoek niet heeft ingediend, mag daartegen verweer voeren. Deze partij noemen we ‘de verweerder’. Een verweer is een reactie, waarin de verweerder aangeeft waarom deze het niet is met het verzoek. Een verweer kan schriftelijk worden ingediend, maar mag soms ook mondeling worden gedaan. Doorgaans is de verweerder ook griffierecht verschuldigd.

In de meeste procedures zal de rechtbank de verweerder in de gelegenheid stellen om schriftelijk verweer te voeren. Voor het indienen van stukken bij de rechtbank en dus ook een verweerschrift, is een advocaat nodig.

In andere zaken, zoals bijvoorbeeld omgangskwesties, zal de rechtbank geen termijn voor verweer geven, maar wordt er een datum voor een mondelinge behandeling bepaald. Hoewel er geen verweertermijn wordt gegeven, mag er wel een verweerschrift worden ingediend. De rechter stelt dit vaak op prijs, omdat dan voor de zitting alle standpunten bekend zijn. Voor het indienen van een verweerschrift is een advocaat nodig. Bij omgangskwesties kan ook tijdens de mondelinge behandeling – zonder advocaat – mondeling verweer gevoerd worden.

In een verweerschrift kan ook een tegenverzoek worden gedaan. Dit is een zelfstandig verzoek in reactie op het verzoek dat de verzoeker heeft gedaan. U kunt daarbij bijvoorbeeld denken aan de volgende situatie: de verzoeker heeft een verzoek tot vaststelling van een omgangsregeling van een weekend per veertien dagen gedaan, maar heeft ten aanzien van de verdeling van de vakanties niets in het verzoek opgenomen. De verweerder kan dan bij wijze van zelfstandig verzoek aan de rechter vragen om ook een omgangsregeling vast te stellen tijdens de vakanties.

Als er geen verweer wordt gevoerd, zal de rechter het verzoek van de verzoeker toewijzen. Is er wel verweer gevoerd? Dan bepaalt de rechter een datum voor een zitting.

stap 3: de zitting

Partijen en/of hun advocaten krijgen een oproepingsbrief om (gelijktijdig) op de rechtbank te verschijnen. Hierin staan de datum, tijdstip en de locatie van de zitting vermeld. Als één van de partijen of advocaten verhinderd is, kan de rechtbank een andere zittingsdatum bepalen.

Soms dienen voor de zitting nog nadere stukken toegestuurd te worden, bijvoorbeeld in alimentatieprocedures. Hiervoor gelden termijnen, waarbinnen de stukken door de rechtbank dienen te zijn ontvangen.

Op de dag van de zitting moeten partijen op tijd bij de rechtbank verschijen. Bij binnenkomst moeten zij zich melden bij de portier. Het kan zijn dat gevraagd wordt om een legitimatiebewijs en/of de oproepingsbrief voor de mondelinge behandeling te tonen. Vervolgens vindt er een veiligheidscontrole plaats. Totdat de zitting begint, kunnen partijen wachten in een wachtruimte. De bode kondigt het begin van de zitting aan. De zitting is niet openbaar. Dit betekent dat er geen andere mensen mee naar binnen mogen in de zittingszaal.

In de zittingszaal zijn een rechter en een griffier aanwezig. De griffier maakt aantekeningen voor de rechter. Als het gaat om een zaak waar kinderen bij betrokken zijn, zoals bijvoorbeeld een omgangskwestie, dan zal er ook een medewerker van de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig zijn. De medewerker van de Raad voor de Kinderbescherming geeft tijdens de zitting advies aan de rechter. Als er een uitgebreider advies nodig is, zal de rechter de Raad voor de Kinderbescherming opdracht kunnen geven om een schriftelijk advies uit te brengen.

Over het algemeen zal de rechter de advocaat van de verzoeker eerst de gelegenheid geven om het verzoek toe te lichten. Daarna mag de avocaat van de verweerder reageren. Vervolgens zal de rechter vragen stellen aan de advocaten en/of partijen zelf. Nadat de rechter vragen heeft gesteld, mogen de advocaten ieder nog één keer reageren. Voordat de rechter de behandeling ter zitting sluit, mogen partijen nog iets zeggen als ze dat willen. Dit noemen we het laatste woord.

stap 4: de uitspraak

De meeste rechters doen niet meteen tijdens de mondelinge behandeling uitspraak. Aan het einde van de zitting geeft de rechter aan wanneer de uitspraak, de beschikking, wordt verwacht. Meestal is dat op een termijn van uiterlijk 4 weken. Soms is de beschikking dan nog niet gereed en wordt deze aangehouden. Dit is bijvoorbeeld het geval bij ziekte of onderbezetting tijdens vakanties. De exacte reden van de aanhouding van een beschikking is meestal niet bij een advocaat bekend.

De meeste rechtbanken hanteren vaste dagen waarop beschikking worden afgegeven. Door de rechtbank in Assen worden beschikkingen bijna altijd op een woensdag afgegeven.

Wanneer de beschikking gereed is, wordt deze per post aan de advocaat toegezonden. De advocaat stuurt de uitspraak vervolgens weer door aan de cliënt. Omdat de uitspraak per post wordt toegezonden, is de inhoud (vaak) nog niet bekend op de dag dat de uitspraak verwacht wordt.

Paspoort kind aanvragen, maar ex-partner werkt niet mee.

Een paspoort of identiteitskaart is een reisdocument waarmee naar andere landen gereisd kan worden. Met een identiteitskaart kunnen de meeste Europese landen bezocht worden. Met een paspoort kunnen alle landen bezocht worden. Als een kind naar het buitenland reist, moet deze in het bezit zijn van een geldig reisdocument. Dit is ongeacht de leeftijd van het kind. Vanaf 14 jaar moeten kinderen zich kunnen identificeren.

Aanvraag paspoort of identiteitskaart kind

Een paspoort of identiteitskaart dient aangevraagd te worden bij de gemeente waar het kind staat ingeschreven. Kinderen vanaf 12 jaar mogen zelf een identiteitskaart aanvragen zonder toestemming van hun ouders. Vanaf 18 jaar mogen zij ook zelf een paspoort aanvragen.

Zolang er toestemming van de ouders nodig is voor het aanvragen van een reisdocument, moet in ieder geval één ouder mee naar de gemeente bij de aanvraag. Een kind moet zowel bij het aanvragen als het ophalen van het document aanwezig zijn, ongeacht de leeftijd.

Beide ouders met gezag moeten een toestemmingsformulier ondertekenen. Maar wat nu als de ouders zijn gescheiden en de andere ouder weigert toestemming te verlenen voor het aanvragen van een reisdocument?

Ex-partner geeft geen toestemming. Wat nu?

Indien uw ex-partner geen toestemming geeft voor de aanvraag van een reisdocument voor uw kind, dan kan de rechtbank verzocht worden om vervangende toestemming te verlenen. De rechter beslist dan of uw kind ook zonder het akkoord van uw ex-partner een reisdocument kan krijgen. Als de rechter het verzoek toewijst, kan met de uitspraak alsnog een reisdocument worden aangevraagd.

Het verzoek kan bij de rechtbank worden ingediend door een advocaat, maar dit is niet verplicht. In dit kader wijs ik erop dat de Raad voor Rechtsbijstand heeft besloten om binnenkort geen toevoegingen meer te verlenen meer voor dergelijke procedures.

De procedure vervangende toestemming kan enkele maanden duren. Begin dus ruim voor het boeken van een vakantie in het buitenland met het aanvragen van een reisdocument voor uw kinderen. In spoedeisende gevallen kan een kort geding procedure worden gestart. Hiervoor is wel een advocaat nodig.

Gescheiden ouders en de corona crisis

De afgelopen periode zijn er diverse maatregelen getroffen om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Scholen zijn gesloten, maar ook attractieparken en horeca. Geadviseerd wordt om zoveel mogelijk thuis te werken. Sommige mensen hebben helemaal geen inkomsten meer, omdat zij hun werk simpelweg niet meer kunnen uitvoeren. Voor iedereen is er sprake van een onzekere situatie.

Veel gescheiden ouders hebben in deze periode vragen over de omgangsregeling. Moet deze tijdens de corona crisis worden nagekomen? Andere ouders hebben zorgen over de alimentatie, omdat zij bijvoorbeeld als ZZP-er tijdelijk geen inkomsten hebben.

Omgang

Sommige ouders houden hun kinderen in verband met besmettingsgevaar binnen. Het coronavirus is echter geen reden om de kinderen bij de andere ouder weg te houden. Voor kinderen is er al veel veranderd, omdat zij niet naar school kunnen gaan en thuis les krijgen. Het is belangrijk dat zij wel contact met de andere ouder kunnen houden.

Als één van de ouders gezondheidsklachten heeft, kan dit uiteraard wel aanleiding zijn om af te wijken van de gebruikelijke omgangsregeling. In dat geval is het verstandig om in onderling overleg afspraken te maken. Ten aanzien van zieke kinderen geldt: volg het advies van de (huis)arts en vraag of het verstandig is het kind naar de andere ouder te laten gaan.

Woont één van de ouders over de grens, bijvoorbeeld in Duitsland, dan wordt de situatie iets ingewikkelder. In dat geval dient rekening te worden gehouden met de maatregelen in beide landen. Op dit moment raadt het RIVM Nederlanders af om naar het buitenland te reizen, tenzij dit echt noodzakelijk is. De vraag kan rijzen of het nakomen van de omgangsregeling noodzakelijk is. Hierop hebben wij helaas ook geen pasklaar antwoord. Blijf daarom met elkaar in overleg. (Update: Inmiddels is duidelijk geworden dat reizen tussen België en Nederland in verband met co-ouderschap wel is toegestaan.)

Voorlopig is er in Nederland sprake van een zg. ‘intelligente lockdown’. Maar wat nu als er toch een complete lockdown wordt afgekondigd? Bij een complete lockdown mogen mensen zonder goede reden niet over straat. Boodschappen doen, mag uiteraard wel. De kans is aanwezig dat de kinderen dan niet van de ene naar de andere ouder gebracht mogen worden. Hoe hier mee omgegaan zal worden, is op dit moment nog niet te zeggen.

Alimentatie

Ook over alimentatieverplichtingen zijn vragen. Sommige ZZP-ers kunnen hun werkzaamheden niet meer uitvoeren. Mensen met nul uren contracten worden niet meer opgeroepen. Werknemers met tijdelijke contracten krijgen geen contractverlenging. Duidelijk is dat deze crisis de meeste mensen in de portemonnee raakt. Dit heeft uiteraard ook consequenties voor de alimentatie. Als er minder inkomen is, is er minder ruimte om alimentatie te kunnen betalen.

Ook met de huidige crisis dient de afgesproken of door de rechter bepaalde alimentatie in beginsel te worden betaald. Ook als het inkomen (tijdelijk) lager is. Wordt de alimentatie zonder enig overleg niet betaald? Dan kan de alimentatieontvanger contact opnemen met het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdrage (LBIO) om de alimentatie te laten incasseren. Voor de alimentatieontvanger is dit gratis. De alimentatieplichtige betaalt de kosten van de inning.

Vooralsnog gaan we er vanuit dat de huidige situatie tijdelijk zal zijn. Daarnaast heeft het kabinet voor diverse groepen mensen inkomensregelingen aangekondigd.

Mocht de situatie van lagere inkomsten veel langer duren, dan is er sprake van relevante wijziging in omstandigheden. In een dergelijk geval is het normaal gesproken mogelijk om wijziging van de alimentatie te verzoeken. Maar, de rechtbanken zijn op dit moment ook gesloten. Advocaten zijn daarnaast opgeroepen om zo min mogelijk nieuwe procedures te starten. Het is onduidelijk hoelang deze situatie zal duren. Een procedure is dus niet de oplossing!

Zijn er door de corona crisis problemen met de betaling van de alimentatie, neem dan contact met de ex-partner op om afspraken te maken. Zo kan er in onderling overleg worden afgesproken dat de alimentatie tijdelijk wordt verlaagd. Leg deze afspraken dan wel schriftelijk vast.

Kortom in deze bijzondere situatie is het als gescheiden ouders van belang om nog meer dan anders met elkaar in gesprek te blijven in het belang van de kinderen.

5 valkuilen voor gescheiden ouders met kinderen

1. De kinderen (onbedoeld) het idee geven dat ze moeten kiezen voor één van de ouders

Bij echtscheidingen kunnen de spanningen tussen de ouders soms hoog oplopen. Kinderen kunnen spanningen tussen hun ouders feilloos oppikken. Ouders kunnen daarmee hun kinderen onbedoeld onder druk zetten, waardoor zij het gevoel krijgen dat zij voor één van de ouders moeten kiezen. Soms vertellen ouders hun kinderen dat zij, zodra ze 12 jaar oud zijn, zelf mogen kiezen waar ze willen wonen. (Meer over dit onderwerp in deze blog.) Dit is schadelijk voor de kinderen en kan tot loyaliteitsproblemen leiden.

Kinderen moeten vrij zijn om van beide ouders te houden. Dit kan alleen als de ouders dit ook toestaan.

2. Ruziemaken in het bijzijn van de kinderen

Een ruzie kan weleens gebeuren. Maar, ruzies tussen ouders, waarbij geschreeuwd of fysiek en/of verbaal geweld gebruikt wordt, zijn schadelijk voor kinderen. Verbaal geweld waarbij de ouders elkaar vernederen, is net zo erg als fysiek geweld. Kinderen kunnen zich daardoor erg onveilig voelen. Ook kan het vertrouwen in de ouders daardoor beschadigd raken.

Het is belangrijk om ruzies of heftige woordenwisselingen in het bijzijn van kinderen te vermijden.

3. Kwaadspreken over de andere ouder

Kinderen vinden het niet fijn als hun ouders lelijke dingen over elkaar zeggen. Als er negatieve dingen over de andere ouder worden gezegd, kunnen kinderen dit zien als kritiek op zichzelf. Een kind is immers half papa én half mama. Door negatieve dingen over de andere ouder te zeggen, kunnen kinderen zich afgewezen voelen.

Probeer positief (of tenminste neutraal) over de andere ouder te praten.

4. De kinderen als boodschapper inzetten

Sommige ouders kunnen niet meer met elkaar communiceren en doen dat dus via de kinderen. Dit is zeer belastend. De kinderen komen daardoor tussen de ouders in te staan en worden een soort speelbal. Hierdoor kunnen kinderen het idee krijgen dat ze moeten kiezen voor één van de ouders.

Zoek rechtstreeks contact met elkaar als je iets moeten doorgeven of bespreken.

5. Kinderen betrekken bij volwassenenproblematiek

Sommige ouders zijn geneigd om de kinderen te betrekken bij volwassenenproblematiek. Als bijvoorbeeld de alimentatie niet op tijd wordt overgemaakt, wordt dat met de kinderen besproken. Dit kan tot loyaliteitsproblemen leiden.

Bespreek geen volwassenenzaken met de kinderen.

Kinderalimentatie tijdens de zomervakantie

“Ik betaal maandelijks kinderalimentatie aan mijn ex. De komende drie weken van de vakantie verblijven de kinderen bij mij. We gaan op vakantie naar Frankrijk. Deze vakantie wordt door mij betaald. Kan ik de alimentatie verlagen in de periode dat de kinderen bij mij verblijven?”

Dit is een vraag die mij regelmatig rond de vakantieperiode wordt gesteld. Voordat ik een antwoord op deze vraag zal geven, zal ik eerst kort uitleggen hoe kinderalimentatie wordt berekend. Indien u een uitgebreidere toelichting op de berekening van kinderalimentatie wilt lezen, verwijs ik u naar mijn blog ‘hoe wordt kinderalimentatie berekend‘.

Kinderalimentatie wordt berekend aan de hand van de volgende drie stappen:

  • wat kosten de kinderen (behoefte)?
  • welk bedrag kunnen de ouders missen (draagkracht)?
  • hoe worden kosten van de kinderen over de ouders verdeeld?

Wat kosten de kinderen?

Als eerste dient de behoefte van de kinderen te worden vastgesteld. Dit gebeurt aan de hand van het inkomen dat de ouders samen hadden. Voor de vaststelling van de behoefte van kinderen is door het NIBUD een behoeftetabel ontwikkeld. In de tabel wordt rekening gehouden met (geschatte) kind uitgaven, zoals bijvoorbeeld kosten voor kleding, zakgeld, schoolkosten en lidmaatschappen. Maar ook met gezamenlijke kosten, zoals woonlasten, gas, water en licht. Deze kosten lopen ook door als de kinderen niet bij de verzorgende ouder verblijven. De totale jaarlijkse kosten worden omgerekend naar maandbedragen.

Wat kunnen de ouders missen?

Nadat de behoefte van de kinderen is vastgesteld, wordt bekeken welk bedrag de alimentatieplichtige maandelijks kan missen. Dit is de draagkracht. Er wordt ook rekening gehouden met de draagkracht van verzorgende ouder. Aan de hand van het inkomen en de lasten wordt de draagkracht vastgesteld. Hiervoor wordt een draagkrachttabel gebruikt.

Hoe worden de kosten verdeeld?

Daarna worden de behoefte van de kinderen en de draagkracht van beide ouders met elkaar vergeleken. De behoefte van de kinderen wordt naar rato van de draagkracht van beide ouders verdeeld. Hierbij wordt ook rekening gehouden met de tijd die de kinderen bij de niet verzorgende ouder doorbrengen. Dit gebeurt in de vorm van een zorgkorting. De zorgkorting is afhankelijk van het aantal dagen dat een kind, inclusief de vakanties, bij de niet verzorgende ouder verblijft.

Dit betekent dus dat tijdens de vakantie(s) de kinderalimentatie gewoon doorbetaald moet worden.

Kindgesprek en de informele rechtsingang

Kindgesprek

In zaken die een kind aangaan, zoals een echtscheiding of een omgangsregeling, worden kinderen ouder dan 12 jaar door de rechter in de gelegenheid gesteld om te worden gehoord. Dit wordt het kindgesprek of het kinderverhoor genoemd.

De Rechtbank stuurt een brief en nodigt het kind uit om zijn mening te geven. Het kind mag vervolgens kiezen of het met de rechter in gesprek gaat, dan wel of het schriftelijk reageert. Tijdens het gesprek met de rechter kan het kind zijn mening geven zonder dat de ouders daarbij aanwezig zijn. Het kindgesprek duurt meestal 10-15 minuten.

De mening van het kind is overigens niet doorslaggevend. Zie over dit onderwerp ook mijn blog 5 misverstanden over omgang.

Minder bekend is dat kinderen ook zelf een verzoek bij de Rechtbank kunnen indienen. Dit wordt de informele rechtsingang genoemd.

Wat is de informele rechtsingang?

In zaken betreffende gezag, omgang en hoofdverblijf heeft een minderjarig kind een informele ingang tot de rechter. Een kind kan een brief aan de rechter sturen met daarin een verzoek over bijvoorbeeld de omgang. De rechter besluit of het verzoek in behandeling wordt genomen. Als het verzoek in behandeling wordt genomen, nodigt de rechter het kind uit voor een gesprek. Dit gesprek zal ongeveer hetzelfde verlopen als het kinderverhoor. Als het nodig is, wordt het verzoek van het kind met de ouders besproken. Daarna volgt een uitspraak. De rechter beslist in het belang van het kind.

In principe kunnen kinderen van alle leeftijden gebruik maken van de informele rechtsingang. Het kind moet wel in staat zijn om zijn eigen belangen op waarde te kunnen schatten. De rechter zal daarom tijdens het gesprek nagaan of een kind goed over het verzoek heeft nagedacht en of het werkelijk een verzoek van het kind zelf is. Verzoeken van zeer jonge kinderen zullen daarom vaak niet in behandeling worden genomen.

Wilt u of uw kind meer weten over het kindgesprek? Bekijk dan hier de informatie film over hoe een gesprek met de rechter in zijn werk gaat.

Omgang met kleinkinderen

Een scheiding is vaak een treurige gebeurtenis. Niet alleen voor de direct betrokkenen, maar ook voor overige familieleden. In sommige gevallen zien grootouders hun kleinkinderen na een scheiding niet meer. Wat kunnen grootouders doen als zij hun kleinkinderen niet meer mogen zien? Kunnen zij de rechter vragen om een omgangsregeling vast te stellen?

In de wet is vastgelegd dat ouders recht hebben op omgang met hun kind. Voor grootouders is in de wet niet zo’n specifieke bepaling opgenomen. In 2015 heeft het CDA voorgesteld om het recht op omgang tussen grootouders en kleinkinderen in de wet op te nemen. De meerderheid van de Tweede Kamer en de Minister lieten toen weten niets in het plan te zien.

Toch kunnen grootouders de Rechtbank wel verzoeken om een omgangsregeling met hun kleinkinderen vast te stellen. Daarbij dient voldaan te zijn aan enkele voorwaarden. De grootouders moeten eerst aantonen dat er sprake is van een nauwe persoonlijke betrekking met hun kleinkinderen. Als de rechter vaststelt dat er sprake is van een nauwe persoonlijke betrekking, moet de rechter beoordelen of een omgangsregeling het belang van het kind is. Wordt de nauwe persoonlijke betrekking niet aangetoond, dan wordt het verzoek van de grootouders niet ontvankelijk verklaard. Dat betekent dat het verzoek verder niet inhoudelijk behandeld wordt.

Wat is nu precies die nauwe persoonlijke betrekking?

Uit uitspraken van rechters van de afgelopen jaren blijkt dat een normale band tussen grootouders en hun kleinkinderen niet voldoende is om een nauwe persoonlijke betrekking aan te nemen. Af en toe logeren of oppassen leidt niet tot een nauwe persoonlijke betrekking. Voor een nauwe persoonlijke betrekking is bijvoorbeeld vereist dat de grootouders structureel op hun kleinkinderen hebben gepast. Er is dus meer nodig dan normaal contact. Zolang de grootouders geen frequent contact met hun kleinkinderen hebben gehad, is het dus niet mogelijk om contact via de rechter af te dwingen. De grootouders zijn dan afhankelijk van de bereidheid van de ouders om mee te werken aan contact.

De inhoudelijke behandeling van het verzoek.

Als de rechtbank de grootouders ontvankelijk heeft verklaard in hun verzoek, komt de rechtbank toe aan een inhoudelijke beoordeling. De rechter zal dan kijken of omgang in het belang van het kind is. Er zal niet snel een omgangsregeling tussen grootouders en kleinkinderen worden vastgelegd als de ouders in onmin leven met de grootouders. Als er sprake is van een vechtscheiding tussen de ouders, kan een kind klem zitten in de strijd tussen de ouders. Een omgangsregeling met de grootouders kan in dat geval een extra belasting zijn en daarom worden afgewezen. De rechter kijkt dus naar het belang van de grootouders bij contact met hun kleinkinderen en welke gevolgen de omgang mogelijk op de kinderen heeft.

Met de kinderen op vakantie na scheiding

Zomervakantie, over twee maanden is het alweer zover. Gescheiden ouders doen er goed aan om tijdig afspraken over de vakantie te maken. Niet alleen over de wijze waarop de vakantie verdeeld moet worden, maar ook over andere praktische zaken.

Verdeling zomervakantie

De wijze waarop de zomervakantie tussen de ouders verdeeld dient te worden, kan problemen geven. Met name bij samengestelde gezinnen kan het lastig zijn om afspraken over de verdeling te maken, omdat er rekening gehouden moet worden met meerdere agenda’s. Daar komt soms bij dat één van de ouders gebonden is aan een verplichte bedrijfssluiting, zoals de bouwvak.

Als er in een ouderschapsplan geen duidelijke afspraken over de verdeling van vakanties zijn gemaakt, is het verstandig dit jaarlijks tijdig te bespreken. Bijvoorbeeld aan het begin van het schooljaar of rond de jaarwisseling. Als het niet lukt om de vakanties naar tevredenheid te verdelen, kan de rechter gevraagd te worden een beslissing te nemen. Een procedure heeft uiteraard niet de voorkeur, omdat daardoor de onderlinge verhoudingen op scherp gezet kunnen worden. Meestal wordt de verdeling praktisch opgelost door het ene jaar de voorkeur van de ene ouder te volgen en het jaar daarop van de andere ouder.

Kinderen zien op tegen de vakantie

Waar door de ouders minder vaak bij stil wordt gestaan, is dat de kinderen soms opzien tegen de vakantie. Uiteraard willen kinderen met beide ouders tijd doorbrengen. Maar, het kan zijn dat ze de andere ouder missen als ze drie weken op vakantie zijn. Er zijn ook kinderen die liever thuis willen blijven in de vakantie. Het klinkt misschien leuk om twee keer op vakantie te gaan, maar dit kan ook erg vermoeiend zijn. Stel, de kinderen zijn op vrijdag na twee dagen reizen met hun moeder vanuit Zuid Frankrijk terug gekomen. Vervolgens gaan ze op zaterdag met hun vader in de auto naar Italië. De kinderen zijn dan drie of vier dagen onderweg. Bespreek de vakantieplannen daarom ook met de andere ouder.

Toestemming van de andere ouder

Over het algemeen zijn ouders na een scheiding gezamenlijk met het ouderlijk gezag belast. Dit brengt met zich mee dat de andere ouder toestemming moet geven voor de reis van de kinderen. Als u op vakantie gaat met minderjarige kinderen, moet u  kunnen aantonen dat u toestemming heeft van de andere ouder met gezag. Hierop kan aan de grens worden gecontroleerd. In mijn blog ‘Een zonnig vakantieoord of een koude cel’ schreef ik over dit onderwerp.

Ook als er geen ouder in beeld is, is het verstandig om daarvan bewijzen mee op reis te nemen. Dit ondervond de mevrouw uit dit verhaal in levende lijve.

Meer informatie over het reizen met kinderen, vindt u op de website van de Rijksoverheid.

5 misverstanden over omgang

Over omgangsregelingen bestaan diverse misverstanden. In deze blog een top 5 van misverstanden over omgang.

1. Het kind heeft een beslissende stem 

Het is een groot misverstand dat de stem van het kind doorslaggevend is bij de omgangsregeling. Kinderen ouder dan 12 jaar worden door de kinderrechter gehoord worden. Zij krijgen een brief, waarbij ze worden uitgenodigd voor een gesprek met de rechter. Kinderen jonger dan 12 jaar kunnen worden gehoord, maar meestal gebeurt dit niet.

De verklaring van het kind wordt meegenomen in de besluitvorming, maar is niet doorslaggevend. Rechters willen namelijk niet dat een kind tussen beide ouders moet kiezen. Wel is het zo dat hoe ouder een kind is, hoe meer betekenis er aan de verklaring van het kind gehecht wordt. Meer over dit onderwerp kunt u lezen in deze blog.

2. Geen alimentatie = geen omgang 

Vaak wordt ten onrechte gedacht dat de omgangsregeling en de alimentatieverplichting na een scheiding aan elkaar gekoppeld zijn. Maar, alimentatie is geen voorwaarde voor omgang. Oftewel, alimentatie is geen kijkgeld. Ook als er geen alimentatie wordt betaald, bestaat er na een scheiding recht op omgang.

3. Alleen ouders hebben recht op omgang 

De ouders van een kind hebben recht op omgang, maar er zijn nog meer mensen die kunnen verzoeken om een omgangsregeling. Daarvoor is wel vereist dat er sprake is van een nauwe persoonlijke band en/of dat er in gezinsverband is samengewoond. Dit geldt bijvoorbeeld voor een stiefouder of grootouders. Lees ook mijn blog over omgang tussen grootouders en kleinkinderen.

4. De verzorgende ouder beslist

Ten onrechte wordt weleens gedacht dat de verzorgende ouder alle beslissingen over het kind mag nemen. Als er sprake is van gezamenlijk gezag dienen belangrijke beslissingen in het leven van een kind door de ouders gezamenlijk gemaakt te worden. Ook als de verzorgende ouder met het kind wil verhuizen, heeft deze de toestemming nodig van de andere gezaghebbende ouder. Een verhuizing kan namelijk gevolgen hebben voor de omgangsregeling. Een verzorgende ouder kan dus niet zomaar verhuizen. Meer over het onderwerp ‘verhuizen na scheiding’ leest u in deze blog.

5. Co-ouderschap en gezamenlijk gezag zijn hetzelfde

Ik krijg vaak mensen in mijn praktijk, die zeggen dat ze na de scheiding co-ouderschap willen. Als ik dan doorvraag wat ze daaronder verstaan, geven ze aan dat ze samen beslissingen over de kinderen willen blijven nemen en dat het de bedoeling is dat de niet verzorgende ouder de kinderen een weekend per veertien dagen ziet. Maar, dit is geen co-ouderschap. Co-ouderschap is een regeling waarbij de ouders de zorg over de kinderen bij helfte verdelen. Kortom, de kinderen verblijven bijvoorbeeld de ene week bij hun moeder en de andere week bij hun vader. Het recht om gezamenlijk beslissingen te nemen, vloeit voort uit het gezamenlijk gezag.