Categoriearchief: Juridisch nieuws

Wettelijke indexering alimentatie (per 1 januari 2024: 6,2%)

In de wet staat dat alimentatiebijdragen jaarlijks per 1 januari worden verhoogd met een bepaald percentage. Dit wordt de wettelijke indexering genoemd. Het indexeringspercentage wordt jaarlijks bekendgemaakt door de Minister voor Rechtsbescherming.

Waarom verhoging van de alimentatie?

De lonen en uitkeringen stijgen meestal per 1 januari. Daar staat tegenover dat ook de kosten van levensonderhoud stijgen. Uitgangspunt is dat de koopkracht van de alimentatieontvanger op peil moet blijven. Om ervoor te zorgen dat de alimentatie aansluit op de loonsverhoging en de stijgende kosten, dient de alimentatie jaarlijks ook mee te stijgen. De alimentatie volgt daarom de ontwikkeling van het loonpeil. Het percentage van de verhoging is dus ieder jaar anders.

Hoe hoog is de wettelijke indexering?

De hoogte van de indexering wordt jaarlijks vastgesteld door de Minister voor Rechtsbescherming. Het percentage van de stijging wordt vaak rond november bekend gemaakt. Het indexeringspercentage per 1 januari 2024 is vastgesteld op 6,2%.

Voor wie geldt de indexering?

Alle alimentatiebedragen wijzigen met het vastgestelde percentage. Dit geldt dus voor zowel kinderalimentatie als partneralimentatie. Het maakt geen verschil of de alimentatie onderling is afgesproken of dat deze door de Rechtbank is vastgesteld. De alimentatieontvanger heeft automatisch recht op verhoging van de alimentatie. Dat geldt dus ook wanneer er niets over een indexering is afgesproken.

De wettelijke indexering is niet van toepassing, wanneer deze schriftelijk is uitgesloten. Dit laatste gebeurt overigens maar zelden.

Voor de alimentatiebetaler:

Wanneer u alimentatie betaalt, moet u per 1 januari 2024 een hogere maandelijkse bijdrage gaan voldoen. De hoogte van het nieuwe maandelijkse bedrag is handmatig te berekenen of via het LBIO.

Voor de alimentatieontvanger:

Als de wettelijke indexering niet wordt betaald, dient u uw ex-partner daarover aan te schrijven. Wellicht is uw ex-partner vergeten de alimentatie te verhogen. Als een brief of email niet tot het gewenste resultaat leidt, kan het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) worden ingeschakeld. Inschakeling van het LBIO is gratis voor de alimentatieontvanger. Meer informatie vindt u op de website van het LBIO.

Strafbeschikking door het Openbaar Ministerie

Straffen worden normaal gesproken opgelegd door een rechter. Maar, in bepaalde gevallen kan ook het Openbaar Ministerie een straf opleggen. Dat gebeurt dan in de vorm van een strafbeschikking.

Wat is een strafbeschikking?

Een strafbeschikking is een straf die buiten de rechter om, wordt opgelegd. De straf kan bijvoorbeeld een boete of een taakstraf zijn. Het Openbaar Ministerie kan geen gevangenisstraf opleggen. Dat kan alleen de rechter. De beschikking van het Openbaar Ministerie is daardoor een beetje te vergelijken met een bestuurlijke boete.

Sinds 2008 heeft het Openbaar Ministerie de mogelijkheid om een strafbeschikking op te leggen. De gedachte hierachter is dat verdachten van eenvoudige en veel voorkomende feiten, zoals bijvoorbeeld bedreiging of vernieling, kunnen worden bestraft zonder dat het rechterlijke apparaat daarmee belast wordt.

Wat zijn de gevolgen van een strafbeschikking?

Een strafbeschikking wordt vaak door het Centraal Justitieel Incassobureau verstuurd. De beschikking lijkt daardoor op een verkeersboete. De gevolgen zijn echter anders.

Wanneer u niet binnen 14 dagen in verzet gaat tegen de strafbeschikking, erkent u impliciet schuld aan het strafbare feit.

Wat veel mensen zich niet realiseren, is dat wanneer er een strafbeschikking is opgelegd, ze daarmee ook een strafblad krijgen. Dit kan tot problemen leiden wanneer er bijvoorbeeld een Verklaring van Omtrent Gedrag aangevraagd dient worden.

Verder is uit diverse onderzoeken gebleken dat het Openbaar Ministerie veel zwaarder straft dan de rechter. Advocaten adviseren hun cliënten dan ook vaak om in verzet te gaan tegen de strafbeschikking.

Verzet tegen de strafbeschikking

Bent u het niet eens met de opgelegde strafbeschikking? In dit geval moet u nooit de opgelegde boete betalen! Daarmee zou u immers schuld bekennen. Wat u wel moet doen, is tijdig verzet instellen bij de officier van justitie. Op de beschikking vindt u meer informatie over het instellen van verzet en de termijn daarvoor. Veelal is de termijn voor verzet slechts 14 dagen.

Het verzet kan schriftelijk worden ingesteld. Dit kunt u zelf doen of via een advocaat. Daarnaast is het mogelijk om in persoon verzet in te stellen. Hiervoor kunt u terecht bij de balie van het dichtstbijzijnde parket of bij de balie van de rechtbank.

Na ontvangst van het verzet kan de officier van justitie de zaak voorleggen aan de rechter of besluiten om de beschikking in te trekken of te wijzigen.

Advocaat bij strafbeschikking

Afgelopen woensdag heeft er een debat in de Tweede Kamer plaatsgevonden over de strafbeschikkingen van het Openbaar Ministerie. Daarbij is afgesproken dat er vanaf 1 oktober 2019 standaard een advocaat zal worden toegewezen aan verdachten bij deze wijze van afdoening.

Update wetsvoorstel partneralimentatie van 12 naar 5 jaar

In juni 2018 schreef ik een blog over de voorgenomen herziening van de partneralimentatie. Dit was naar aanleiding van een op 11 juni 2018 ingediend wetsvoorstel tot aanpassing van de regels voor partneralimentatie. Het wetsvoorstel moest nog behandeld worden door de Tweede Kamer. Gisteren heeft een meerderheid van de Tweede Kamer besloten om de partneralimentatie terug te brengen van 12 jaar naar 5 jaar. Het voorstel zal ook nog door de Eerste Kamer moeten worden goedgekeurd, voordat de wet kan worden ingevoerd. Wilt u meer weten hoe een wet tot stand komt? Leest u dan hier verder.

Wat staat er in de wet?

Hoofdregel: de duur van de partneralimentatie wordt de helft van de duur van het huwelijk, met een maximum van 5 jaar. De maximale duur van de partneralimentatie gaat daardoor van 12 naar 5 jaar. Wie dus 2 jaar getrouwd is, hoeft nog maar één jaar partneralimentatie te betalen aan de minstverdienende partner.

De duur van het huwelijk wordt berekend over de periode vanaf huwelijksdatum tot aan de datum waarop het verzoekschrift tot echtscheiding is ingediend. (Nu wordt de termijn berekend vanaf de huwelijksdatum tot aan de datum inschrijving van de echtscheiding in de registers van de Burgerlijke Stand.)

Op de hoofdregel zijn enkele uitzonderingen:

  • Voor echtgenoten met de zorg voor jonge kinderen, kan de partneralimentatie gelden tot het jongste kind 12 jaar is geworden;
  • Wie langer dan 15 jaar getrouwd is en waarbij de alimentatiegerechtigde binnen 10 jaar voor zijn/haar AOW leeftijd zit, kan de alimentatie tot 10 jaar duren;
  • Alimentatiegerechtigden boven de 50 jaar die langer dan 15 jaar getrouwd zijn, hebben 10 jaar recht op alimentatie. (Deze uitzondering vervalt 7 jaar na invoering van de wet);

De mogelijkheid voor de rechter om in schrijnende gevallen een langere termijn dan 5 jaar alimentatie toe te wijzen, blijft bestaan.

Wanneer gaat de wet in?

Zoals het nu lijkt, zal de wet ingaan op 1 januari 2020. De wet heeft geen terugwerkende kracht. De nieuwe wet zal gaan gelden voor alle verzoeken (tot echtscheiding), die worden ingediend na 1 januari 2020.

Wilt u zelf de stand van zaken in het wetsvoorstel volgen? Klik dan hier.

Trouwen in 2018? Let op: vanaf 1 januari 2018 verandert de wet.

Het grootste gedeelte van de Nederlandse stellen trouwt zonder dat er huwelijkse voorwaarden worden opgemaakt. Hierdoor ontstaat bij het aangaan van het huwelijk een gemeenschap van goederen. Vanaf 1 januari 2018 verandert de wet en treedt de ‘Wet beperking wettelijke gemeenschap van goederen’ in werking.

Eerder schreef ik al een blog over het wetsvoorstel. Nu de wet binnenkort in werking treedt, breng ik de wijzigingen nogmaals onder de aandacht. De belangrijkste veranderingen zijn:

– eigen vermogen of schulden van voor het huwelijk, vallen niet in de gemeenschap;

– alle erfenissen en schenkingen blijven buiten de gemeenschap;

 

Alleen vermogen dat tijdens het huwelijk is opgebouwd, is gemeenschappelijk. Voor schulden die tijdens het huwelijk zijn ontstaan, zijn beide partners aansprakelijk.

Tip

Onder de nieuwe wet is het belangrijk om een goede administratie bij te houden, aangezien daarmee bij een echtscheiding aangetoond kan worden welke goederen buiten de verdeling dienen te blijven. Stel daarom voor het huwelijk een lijst van privé eigendommen op. Als privé eigendom niet aangetoond kan worden, wordt het goed geacht gemeenschappelijk te zijn en moet het dus verdeeld worden.

De nieuwe wet geldt alleen voor stellen die na 1 januari 2018 gaan trouwen.

Vóór 1 januari 2018 getrouwd?

Voor stellen die vóór 1 januari 2018 zijn getrouwd, verandert er niet. De huidige regeling blijft van toepassing. Dat betekent dat alle bezittingen die vóór en tijdens het huwelijk zijn verkregen gezamenlijke eigendom zijn. Dit geldt ook voor een schenkingen en erfenissen, die zonder uitsluitingsclausule zijn verkregen. Voor schulden, die voor of tijdens het huwelijk zijn aangaan, zijn beide partners draagplichtig.

Bij een echtscheiding moeten in beginsel alle bezittingen en schulden bij helfte verdeeld worden.

Notaris

Gaat u trouwen en wilt u afwijken van de wettelijke regeling? Bijvoorbeeld omdat u toch een algehele gemeenschap van goederen wenst? Dan gaat u naar de notaris voor het opstellen van huwelijkse voorwaarden.

Wettelijke indexering alimentatie per 2018: 1,5%

Wanneer u alimentatie betaalt, moet u per 1 januari 2018 een hogere maandelijkse bijdrage gaan voldoen. Wanneer u alimentatie ontvangt, betekent dit dat u vanaf 1 januari 2018 een hogere bijdrage dient te ontvangen. Iedere alimentatie is onderworpen aan de wettelijke indexering, tenzij deze schriftelijk is uitgesloten. Dit laatste gebeurt overigens maar zelden.

Wat is de wettelijke indexering?

Ieder jaar maakt de Minister van Veiligheid en Justitie het percentage bekend, waarmee de alimentaties per 1 januari worden verhoogd. De hoogte van het percentage hangt af van de stijging van de lonen in het afgelopen jaar. Alle alimentatiebedragen wijzigen met het vastgestelde percentage. Dit geldt dus zowel voor kinderalimentatie, als voor partneralimentatie. Het maakt geen verschil of de alimentatie onderling is overeengekomen of dat deze door de Rechtbank is vastgesteld.
 
Het percentage van de indexering per 1 januari 2018 is vastgesteld op 1,5%.

Wat te doen als de wettelijke indexering niet wordt betaald?

Wanneer uw ex-partner weigert de wettelijke indexering te betalen, kunt u het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) inschakelen. Meer informatie vindt u op de website van het LBIO. Het LBIO kan alleen achterstanden tot 6 maanden terug incasseren. Voor oudere achterstanden dient u een deurwaarder in te schakelen. Inschakeling van het LBIO is gratis voor de alimentatiegerechtigde.

Aanranding? #MeToo

#MeToo

Sinds vorige week zondag zijn diverse social media in de ban van #MeToo. Deze hashtag ging viraal, nadat actrice Alyssa Milano haar vrouwelijke Twitter volgers opriep om #MeToo te gebruiken, als zij het slachtoffer waren geweest van seksueel geweld. Zij wilde daarmee de omvang van het probleem duidelijk maken. Indirecte aanleiding waren de beschuldigingen van seksueel geweld door de Amerikaanse filmproducent Harvey Weinstein. Verscheidene Amerikaanse actrices vielen Alyssa Milano bij. Al snel volgde de rest van de wereld.

Op internet las ik #MeToo verhalen van o.a. bekende Nederlandse actrices. Waar ik me het meest over verbaasde, was het verhaal van een Nederlandse actrice op Facebook. Zij beschreef een incident, waarbij een regisseur haar na een voorstelling van achteren bij haar borsten had gegrepen. Vervolgens eindigde ze haar betoog met “Niet verkracht, niet aangerand…” Beste Nederlandse actrice, ongewenst bij de borsten gegrepen worden, is aanranding!

Kennelijk bestaan er nogal wat misverstanden over wat er onder aanranding verstaan dient te worden. En wat is nu precies het verschil tussen aanranding en verkrachting?

Aanranding is een ongewenste seksuele aanraking. Een vrouw ongewenst bij de borsten grijpen of haar in de billen knijpen is dus aanranding. Aanranding is strafbaar, ongeacht de relatie van de dader en slachtoffer. De maximale straf voor aanranding bedraagt 8 jaar.

Bij verkrachting is er sprake van ‘het ongewenst seksueel binnendringen van iemands lichaam’. Het gaat om gedwongen geslachtsgemeenschap (oraal, anaal of vaginaal). De maximale straf voor verkrachting bedraagt 12 jaar. Een ongewenste tongzoen werd tot maart 2013 door de Hoge Raad aangemerkt als verkrachting! Inmiddels valt een ongewenste tongzoen onder de noemer ‘aanranding’.

Als vrouwen, zoals de Nederlandse actrice, zelf al niet weten wat er onder aanranding verstaan wordt, is datgene wat we tot nu toe hebben gehoord en gelezen dan nog maar het topje van de ijsberg? Als ik erover nadenk, ken ik eigenlijk geen enkele vrouw, die niet ten minste één keer in haar leven seksueel geïntimideerd of benaderd is. Dus ja, #MeToo. Mijn billen zijn meer dan eens ongewild beknepen.

Voor de #MeToo hype was in sommige Nederlandse steden al aandacht voor het onderwerp ‘seksuele straat intimidatie’. Zo werd in Rotterdam de algemene plaatselijke verordening aangepast, waardoor ‘straat intimidatie’ strafbaar is gesteld. Wie vrouwen op straat naroept, nasist, achternaloopt, om seks vraagt of in het nauw drijft, kan rekenen op een boete van maximaal 4.100 euro of drie maanden gevangenisstraf. Ik hoop dat er meer steden dit voorbeeld volgen.

De aankoop van een te laag geprijsd artikel

In juli 2017 plaatste Leen Bakker diverse aanbiedingen voor hoogslapers op hun website. Eén hoogslaper was afgeprijsd van 319 voor 24,95 euro. Deze prijs was ruim beneden de kostprijs. De actie werd veelvuldig op social media gedeeld, waardoor er ruim 60.000 hoogslapers werden besteld.

Twee dagen later ontdekte Leen Bakker de fout en liet de kopers per email weten dat het bed niet geleverd zou worden. Volgens Leen Bakker betrof de prijs een systeemfout op de website. Ter compensatie werd aan de kopers een korting van 40% aangeboden. Diverse mensen namen daar geen genoegen mee en schakelden gezamenlijk een juridisch adviseur in. In een kort geding procedure werd gevorderd dat Leen Bakker de bestelde producten zou leveren. Volgens de ingeschakelde jurist stuntte Leenbakker namelijk wel vaker met bodemprijzen. De kort geding rechter maakte onlangs korte metten met de vordering in kort geding. Mijns inziens een terechte beslissing.

Te laag geprijsd artikel? Hoe zit dit juridisch?

In principe moet een winkelier het artikel leveren voor de prijs die bij het betreffende product staat, tenzij overduidelijk sprake is van een fout. Hierbij kan gedacht worden aan een verkeerd geplaatste komma. Bijvoorbeeld een computerscherm dat 99,99 euro kost, wordt aangeboden voor 9,99  euro. De koper kan begrijpen dat het artikel onjuist is geprijsd.

Doorslaggevend is of de prijs aannemelijk is voor het betreffende product. Als dat niet het geval is, hoeft het artikel niet voor de aangegeven prijs geleverd te worden. Dit kan anders zijn wanneer een artikel wordt aangeboden als showmodel. Of wanneer er aangegeven is dat er gestunt wordt met zeer hoge kortingen. Onder deze omstandigheden mag de koper er gerechtvaardigd vanuit gaan dat de lage prijs juist is.

Soms staan er bordjes in een winkel, waarop is vermeld dat de kassa de enige juiste prijs aangeeft. Dit biedt geen garantie voor de verkoper. Van belang is of de koper erop mocht vertrouwen dat de prijs bij het artikel juist was.

In een procedure gaat de rechter uit van een gemiddeld geïnformeerde koper. Van de koper mag worden verwacht dat hij/zij op de hoogte is van de gangbare prijzen voor het artikel. Als de prijs niet marktconform is, mag de koper er niet vanuit gaan dat de aangegeven prijs juist is. In het geval van de hoogslapers van Leen Bakker lag de aangegeven prijs ruimschoots beneden de kostprijs. Op social media werden veel twijfels geuit of de aangegeven prijs wel juist was. De kopers mochten er dus niet vanuit gaan dat de prijs juist was.

Kortom, als de prijs te mooi is om waar te zijn, is dat vaak ook zo.

Internationale kinderontvoering

Deze zomer zijn 36 kinderen niet teruggekeerd van vakantie. Veelal gaat het om kinderen die na de vakantie of een familiebezoek worden achtergehouden. Het aantal kinderen dat in de zomervakantie ontvoerd wordt, neemt ieder jaar toe. Dit blijkt uit informatie van het Centrum Internationale Kinderontvoering (IKO).

Wanneer is er sprake van internationale kinderontvoering?

Er is sprake van internationale kinderontvoering wanneer een kind door één van de ouders zonder toestemming van de andere ouder, wordt overgebracht naar een ander land.

John van den Heuvel heeft een televisieprogramma ‘Ontvoerd’ aan dit onderwerp gewijd. Hoewel dit programma onlangs zijn vierde seizoen heeft beleefd, gebiedt de eerlijkheid mij om te zeggen dat ik nog nooit een aflevering heb gezien.

De meest spraakmakende kinderontvoering is die van de destijds tweejarige Insiya Hemani uit Watergraafsmeer. Zij werd exact een jaar geleden, in de ochtend van 29 september 2016, door drie gewapende mannen met grof geweld uit de woning van haar oma gehaald. Ze werd in opdracht van haar vader ontvoerd en naar India gebracht. Hoewel er meerdere verdachten zijn aangehouden, verblijft de vader nog altijd met Insiya in India. Gelukkig verlopen de meeste kinderontvoeringszaken niet zo gewelddadig als die van Insiya.

Kinderontvoering is strafbaar, ook als er geen geweld wordt gebruikt. Op een ontvoering met geweld, zoals die van Insiya, staat een maximale gevangenisstraf van 9 jaren.

Internationale kinderontvoering in cijfers

Niet alleen in de zomervakantie worden kinderen ontvoerd. Dit gebeurt het hele jaar door. Jaarlijks worden meer dan 200 kinderen ontvoerd naar het buitenland. Of worden kinderen vanuit het buitenland naar Nederland ontvoerd.

Uit het jaarverslag van Centrum IKO volgt dat in 2016 176 ontvoeringen zijn gemeld. In totaal waren hierbij 251 kinderen betrokken. Hiervan is 65% vanuit Nederland naar het buitenland ontvoerd. In 26% van de gevallen was er sprake van kinderen die vanuit het buitenland naar Nederland werden ontvoerd. Het jongste ontvoerde kind was twee maanden, de oudste 16 jaar. De meeste kinderen die in 2016 ontvoerd zijn, waren tussen de 1-6 en 8-9 jaar. Naast de 251 kinderen die ontvoerd zijn, waren er in 2016 443 kinderen betrokken bij een dreigende kinderontvoering.

Begin 2016 werd bekend, dat er sprake is van een toename van het aantal kinderontvoeringen door vrouwen. Daarbij kunt u denken aan een volgende situatie:

Een Nederlandse vrouw wordt op vakantie verliefd op een Italiaan. De vrouw verhuist naar Italië om te trouwen met haar Romeo. Tijdens het huwelijk worden er kinderen geboren. Na enkele jaren wordt haar Romeo verliefd op een nieuwe Julia. De Nederlandse wil na de scheiding met haar kinderen naar Nederland verhuizen, omdat zij geen familie en vrienden in Italië heeft. De man dient hiervoor toestemming te geven. Hij weigert deze toestemming. De vrouw verhuist desondanks toch met de kinderen naar Nederland.

Wat te doen bij (dreigende) internationale kinderontvoering?

Het Centrum IKO kan u van advies voorzien bij een (dreigende) internationale kinderontvoering. Meer informatie en de contactgegevens van het Centrum IKO vindt u hier.

Indien uw kind ontvoerd is, dient u de ontvoering zo snel mogelijk bij de Centrale autoriteit Internationale Kinderaangelegenheden te melden. Zij kunnen u helpen bij het indienen van een verzoek tot teruggeleiding van uw kind. Dit kan alleen als het kind jonger is dan 16 jaar en u met het ouderlijk gezag over het kind belast bent. De contactgegevens van de Centrale autoriteit vindt u hier.

Miljoenenjacht. Hoe je met één druk op de rode knop 5 miljoen kunt verliezen.

Miljoenenjacht, wie kent het spel niet? Het spel dat door Linda de Mol gepresenteerd wordt, is vanavond weer op televisie. Voor de mensen die zich nu achter de oren krabben, een korte uitleg.

In de studio bevinden zich 500 kandidaten. De kandidaten strijden in een afvalrace om een finaleplaats. Na drie spelrondes blijft er één deelnemer over, die het finalespel mag spelen. Het finalespel is het ‘Gouden Koffer Spel’. In 26 koffers zitten geldbedragen variërend van € 0,01 tot € 5 miljoen. In de finale kiest de finalist een koffer uit en gaat in onderhandeling met ‘de bank’. Gedurende de finale worden steeds meer koffers geopend. De bank doet op basis van kansberekeningen een bod op de geldkoffer van de finalist. Met een rode knop eindigt het spel en accepteert de finalist het bod van de bank. De grote vraag in de finale: welk bedrag zit er in de koffer van de finalist?

De ongewilde druk op de rode knop

Op 3 november 2013 drukte een deelnemer aan ‘Miljoenenjacht’ per ongeluk op de rode knop. Daarmee sloot hij een deal met de bank voor een bedrag van € 125.000. In zijn koffer bleek uiteindelijk de hoofdprijs van 5 miljoen te zitten. Naar eigen zeggen had hij niet de bedoeling om het spel daadwerkelijk te beëindigen en het bod van de bank te accepteren. Hij zou van de zenuwen op de knop hebben gedrukt. Hij gaf direct daarna aan te willen doorspelen.
Linda de Mol zei in de uitzending: “Dan doen we toch net of je het niet gedaan hebt.” De finalist vroeg: “Kan dat?” Linda de Mol moest dat navragen bij de spelleiding. De notaris besliste op basis van het spelreglement, dat de finalist het aanbod van de bank had aanvaard door op de rode knop te drukken. Daarmee was het spel geëindigd. Dit leidde tot een heftige discussie op social media.
De man was het niet eens met de beslissing van de notaris. Uiteindelijk heeft hij in november 2016 de producent van het programma, Endemol, gedagvaard. In de procedure vroeg hij een zg. verklaring voor recht dat hij ten onrechte niet verder had mogen spelen. In deze zaak is onlangs een uitspraak gedaan.

De beslissing van de rechter

De finalist deed in de procedure o.a. een beroep op het feit dat uit de tussen partijen gesloten overeenkomst niet volgt dat het enkele indrukken van de rode knop met zich brengt dat het bod van de bank wordt geaccepteerd en het spel wordt beëindigd. In de wet staat dat een overeenkomst tot stand komt, wanneer er sprake is van wilsovereenstemming. Dit betekent dat beide partijen hetzelfde willen. Wanneer één van beide partijen de overeenkomst niet wenst te sluiten, komt deze niet tot stand. Omdat de finalist het aanbod niet wilde accepteren, is er volgens hem dus geen overeenkomst met de bank tot stand gekomen.
Volgens de finalist stond in de spelregels niets over de rode knop. De rechter geeft hierover in de uitspraak aan: “Een regel hoeft niet geschreven te zijn om geldig te zijn. Dat die regel bestond, was duidelijk”. De functie van de rode knop, te weten ‘accepteer het bod van de bank en beëindiging het spel’, maakt al sinds 2008 onderdeel uit van het programma.
Dat de deelnemer last had van zenuwen en per ongeluk op de knop heeft gedrukt, doet volgens de rechter niet ter zake, omdat “beheersing van zenuwen onderdeel van het spel is”. De mogelijkheid om te kunnen terugkomen op onder druk genomen beslissingen, is in strijd met de geest van het spel. Omdat het gaat om een spel, zijn de normale regels voor de totstandkoming van overeenkomsten niet van toepassing.
De opmerking van Linda de Mol “Dan doen we toch net of je het niet gedaan hebt” moet volgens de rechter gezien worden als een verkenning van een mogelijkheid en niet als een overeenkomst. Met name omdat de finalist daarna vroeg:“Kan dat?” en Linda de Mol aangaf dat ze dit moest navragen aan de spelleiding.

 

Helaas voor de betreffende finalist gaan de miljoenen dus aan zijn neus voorbij. Wellicht heeft iemand vanavond meer geluk in het spel.

Pensioenverdeling na echtscheiding. Hoe zit dit?

Hoe goed kent u de regels voor verdeling van ouderdomspensioen na echtscheiding?

Gisteren las ik dit bericht op nu.nl dat twee derde van de vrouwen niet nadenkt over verdeling van het pensioen bij echtscheiding. Dat betekent dat jaarlijks zo’n 23.000 vrouwen geen aanspraak maken op het ouderdomspensioen van hun ex-man. Een pensioen waar zij volgens de wet wel recht op hebben. Ik ben geschrokken van deze cijfers. Is het onwetendheid of worden cliënten niet goed voorgelicht door hun advocaat?

In mijn eigen praktijk bespreek ik bij iedere intake voor een echtscheiding de wettelijke regels voor de verdeling van het ouderdomspensioen. Daarbij heb ik gemerkt dat het pensioen vaak een ver-van-mijn-bed-show is. Er moeten immers zoveel andere dingen geregeld worden. Waar gaan de kinderen wonen? Hoe moet het met het huis? Wie neemt welke spullen mee? Als ik vraag of er nagedacht is over de verdeling van het pensioen, krijg ik vaak een glazige blik. “Moet dat ook geregeld worden, dan?”

Hoe wordt het ouderdomspensioen na een scheiding verdeeld?

In Nederland kennen we de ‘Wet verevening pensioenrechten bij scheiding’, oftewel de Wvps. Volgens de Wvps kunnen de ex-echtgenoten aanspraak maken op de helft van het ouderdomspensioen dat tijdens het huwelijk of geregistreerd partnerschap is opgebouwd. Deze verdeling geldt voor scheidingen na 30 april 1995.

Onder de Wvps vallen o.a.:

  • in loondienst opgebouwd ouderdomspensioen;
  • in de eigen onderneming opgebouwde pensioenaanspraken;
  • kapitaalverzekeringen met pensioenclausule (niet zijnde lijfrenteverzekeringen);

Onder de Wvps vallen o.a. niet:

  • AOW-pensioen;
  • nabestaandenpensioen;
  • lijfrentepolissen;

De pensioenuitvoerder betaalt te zijner tijd het ouderdomspensioen aan u en uw ex-partner uit. De rechter hoeft hier geen beslissing over te nemen. Om het pensioen uit te kunnen betalen, moet het pensioenfonds wel van de scheiding op de hoogte zijn. Hiervoor is een speciaal formulier dat u binnen 2 jaar na de scheiding aan de pensioenuitvoerder(s) dient te zenden.

Stuurt u het formulier onverhoopt niet tijdig in? Uw recht op het ouderdomspensioen van uw ex-partner vervalt niet. U kunt dan echter niet meer om rechtstreekse uitbetaling bij de pensioenuitvoerder vragen. U zult u uw ex-partner rechtstreeks moeten aanspreken.

Welke afspraken zijn er mogelijk?

In principe kunt u alle afspraken maken die u zelf wilt. Spreekt u niets af? Dan geldt de Wvps en kunt u aanspraak maken op de helft van het door uw ex-partner tijdens het huwelijk opgebouwde ouderdomspensioen.

U kunt met uw ex-partner een andere verdeling van het ouderdomspensioen afspreken. Bijvoorbeeld 70% voor de ene partner en 30% voor de andere partner. Deze afspraken moeten dan wel schriftelijk worden vastgelegd in bijvoorbeeld een convenant of huwelijkse voorwaarden. Ook moet een afschrift van de overeenkomst aan de pensioenuitvoerder(s) worden gestuurd.

U kunt met uw ex-partner ook afspreken om het pensioen niet te verdelen. Deze afspraak wordt vaak gemaakt als beide partners ongeveer evenveel pensioen hebben opgebouwd. Ook deze afspraken dienen schriftelijk te worden vastgelegd en aan de pensioenuitvoerder te worden gezonden.

Wilt u meer weten over de verdeling van pensioen na echtscheiding? Leest u dan ook eens de brochure van de Rijksoverheid. Deze vindt u hier.