Categoriearchief: Alimentatie

Mijn kind wordt 18 jaar oud. Welke gevolgen heeft dit voor de alimentatie?

Veel ouders stoppen met het betalen van alimentatie als hun kind 18 jaar wordt, omdat er onterecht vanuit gegaan wordt dat de onderhoudsverplichting stopt als een kind meerderjarig wordt. Maar, in de wet is bepaald dat ouders onderhoudsplichtig zijn voor hun kinderen tot 21 jaar oud. Voor kinderen van 18 tot 21 jaar (jong meerderjarigen) bestaat die verplichting voor de kosten voor levensonderhoud en studie.

Mijn kind wordt 18 jaar oud. Welke gevolgen heeft dat voor de alimentatie?

Als er alimentatie is vastgesteld voordat het kind 18 jaar oud wordt, verandert er niets aan de hoogte van alimentatie. Wat wel verandert, is het feit dat de verzorgende ouder niet langer partij is. De jong meerderjarige mag zelf over de alimentatie beschikken. Als het kind nog thuis woont, wordt vaak afgesproken dat de alimentatie nog aan de verzorgende ouder betaald wordt.

Zoals hiervoor is aangegeven, verandert er in principe niets aan de hoogte van de alimentatie. Maar, vaak is het zo dat de alimentatie door hogere (studie)kosten niet langer toereikend is. De jong meerderjarige kan dan zelf afspraken over de hoogte van de bijdrage maken. Als een procedure nodig is, is het kind zelf procespartij.

Hoe wordt alimentatie voor kinderen ouder dan 18 jaar berekend?

Als er nog geen alimentatie is vastgesteld voordat het kind 18 jaar werd, dan kan dat alsnog gevraagd worden. Het rekensysteem dat wordt gebruikt bij de berekening van kinderalimentatie voor kinderen onder de 18 jaar oud, geldt niet voor kinderen ouder dan 18 jaar. (Voor meer informatie over de berekening van kinderalimentatie verwijs ik u naar mijn blog ‘hoe wordt kinderalimentatie berekend?‘.) Voor jong meerderjarigen wordt aansluiting gezocht bij de normen voor de studiefinanciering.

Aan de hand van de normen voor studiefinanciering wordt bekeken hoe hoog de maandelijkse uitgaven van de jong meerderjarige zijn om zo te bepalen wat de behoefte van het kind is. Bij de uitgaven kan gedacht worden aan: collegegeld, studiemateriaal, huur, premie zorgverzekering, telefoonkosten en boodschappen. Eventuele ontvangen huurtoeslag en zorgtoeslag worden als inkomen gezien. Als de jong meerderjarige aanspraak kan maken op een aanvullende beurs bij wijze van lening dan wordt dit niet als inkomen gezien. De lening zal immers weer terugbetaald moeten worden.

Met inkomsten uit een (klein) bijbaantje wordt bij de hoogte van de alimentatie geen rekening gehouden. Dit inkomen wordt als extraatje gezien. Bij de berekening van alimentatie kan wel rekening worden gehouden met structurele inkomsten. Hiervan is bijvoorbeeld sprake wanneer het kind 4 dagen per week werkt en 1 dag per week studeert.

Moet ik ook een bijdrage betalen als mijn kind niet studeert?

Voor de onderhoudsverplichting van ouders maakt het niet uit of het kind studeert of werkt. Wel zullen de kosten van een kind hoger zijn als het studeert.

Als een kind van 18 jaar of ouder besluit om te stoppen met school en fulltime gaat werken, kan het kind mogelijk zelf volledig in eigen levensonderhoud voorzien, waardoor er geen aanvullende behoefte meer bestaat die door de ouders betaald moet worden.

Als een kind gaat werken, is het niet verstandig om zomaar te stoppen met het betalen van alimentatie. Ik adviseer u in dat geval met uw kind te bespreken hoe hoog het inkomen is en welke uitgaven het kind heeft. Dekken de inkomsten de uitgaven, maak dan in onderling overleg afspraken over het beëindigen van de alimentatie. Komt u er onderling niet uit? Bespreek dan de mogelijkheden met een advocaat.

Wettelijke indexering alimentatie (per 1 januari 2019: 2,0%)

Wat is de wettelijke indexering van alimentatie?

In de wet staat dat de alimentatie jaarlijks per 1 januari wordt verhoogd met een bepaald percentage. Dit wordt de wettelijke indexering genoemd.

Waarom verhoging?

De lonen en uitkeringen stijgen meestal per 1 januari. Daar staat tegenover dat ook de kosten van levensonderhoud stijgen. Uitgangspunt is dat de koopkracht van alimentatiegerechtigden op peil moet blijven. De alimentatie volgt daarom de ontwikkeling van het loonpeil. Het percentage van de verhoging is dus ieder jaar anders.

Hoe hoog is de wettelijke indexering?

De hoogte van de indexering wordt jaarlijks vastgesteld door de Minister voor Rechtsbescherming. Het percentage van de stijging wordt vaak half november bekend gemaakt. De hoogte hangt af van de stijging van de lonen. Het indexeringspercentage per 1 januari 2019 is vastgesteld op 2,0%.

Wanneer u alimentatie betaalt, moet u per 1 januari 2019 een hogere maandelijkse bijdrage gaan voldoen. De hoogte van het nieuwe maandelijkse bedrag is handmatig te berekenen of via het LBIO.

Voor wie geldt de indexering?

Alle alimentatiebedragen wijzigen met het vastgestelde percentage. Dit geldt dus voor zowel kinderalimentatie als partneralimentatie. Het maakt geen verschil of de alimentatie onderling is afgesproken of dat deze door de Rechtbank is vastgesteld. De alimentatiegerechtigde heeft automatisch recht op verhoging van de alimentatie.

De wettelijke indexering is niet van toepassing, wanneer deze schriftelijk is uitgesloten. Dit laatste gebeurt overigens maar zelden.

Wat te doen als de wettelijke indexering niet wordt betaald?

Als de wettelijke indexering niet wordt betaalt, adviseer ik uw ex-partner daarover aan te schrijven. Wellicht is uw ex-partner vergeten de alimentatie te verhogen. Als een brief of email niet tot het gewenste resultaat leidt, kan het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) worden ingeschakeld. Inschakeling van het LBIO is gratis voor de alimentatiegerechtigde. Meer informatie vindt u op de website van het LBIO.

Update wetsvoorstel partneralimentatie van 12 naar 5 jaar

In juni 2018 schreef ik een blog over de voorgenomen herziening van de partneralimentatie. Dit was naar aanleiding van een op 11 juni 2018 ingediend wetsvoorstel tot aanpassing van de regels voor partneralimentatie. Het wetsvoorstel moest nog behandeld worden door de Tweede Kamer. Gisteren heeft een meerderheid van de Tweede Kamer besloten om de partneralimentatie terug te brengen van 12 jaar naar 5 jaar. Het voorstel zal ook nog door de Eerste Kamer moeten worden goedgekeurd, voordat de wet kan worden ingevoerd. Wilt u meer weten hoe een wet tot stand komt? Leest u dan hier verder.

Wat staat er in de wet?

Hoofdregel: de duur van de partneralimentatie wordt de helft van de duur van het huwelijk, met een maximum van 5 jaar. De maximale duur van de partneralimentatie gaat daardoor van 12 naar 5 jaar. Wie dus 2 jaar getrouwd is, hoeft nog maar één jaar partneralimentatie te betalen aan de minstverdienende partner.

De duur van het huwelijk wordt berekend over de periode vanaf huwelijksdatum tot aan de datum waarop het verzoekschrift tot echtscheiding is ingediend. (Nu wordt de termijn berekend vanaf de huwelijksdatum tot aan de datum inschrijving van de echtscheiding in de registers van de Burgerlijke Stand.)

Op de hoofdregel zijn enkele uitzonderingen:

  • Voor echtgenoten met de zorg voor jonge kinderen, kan de partneralimentatie gelden tot het jongste kind 12 jaar is geworden;
  • Wie langer dan 15 jaar getrouwd is en waarbij de alimentatiegerechtigde binnen 10 jaar voor zijn/haar AOW leeftijd zit, kan de alimentatie tot 10 jaar duren;
  • Alimentatiegerechtigden boven de 50 jaar die langer dan 15 jaar getrouwd zijn, hebben 10 jaar recht op alimentatie. (Deze uitzondering vervalt 7 jaar na invoering van de wet);

De mogelijkheid voor de rechter om in schrijnende gevallen een langere termijn dan 5 jaar alimentatie toe te wijzen, blijft bestaan.

Wanneer gaat de wet in?

Zoals het nu lijkt, zal de wet ingaan op 1 januari 2020. De wet heeft geen terugwerkende kracht. De nieuwe wet zal gaan gelden voor alle verzoeken (tot echtscheiding), die worden ingediend na 1 januari 2020.

Wilt u zelf de stand van zaken in het wetsvoorstel volgen? Klik dan hier.

Hoe wordt kinderalimentatie berekend?

Na een echtscheiding wonen de kinderen vaak voornamelijk bij één van de ouders. De ouder waar de kinderen het meeste verblijven, wordt de verzorgende ouder genoemd. Zowel de verzorgende ouder als de niet verzorgende ouder dient de kinderen op grond van de wet financieel te onderhouden. De niet verzorgende ouder doet dit meestal in de vorm van alimentatie. Maar, hoe wordt de alimentatie voor kinderen berekend? Ik zal hieronder in hoofdlijnen aangeven hoe dit in zijn werk gaat.

Behoefte

Voordat bepaald kan worden welk bedrag de niet verzorgende ouder dient bij te dragen in de kosten van de kinderen, dient de behoefte van de kinderen te worden vastgesteld. Voor de vaststelling van de behoefte van kinderen is door het NIBUD een behoeftetabel ontwikkeld. Om de behoefte van de kinderen te kunnen bepalen, dient het netto besteedbaar inkomen van beide ouders ten tijde van de relatie of het huwelijk te worden vastgesteld.

Het netto besteedbaar inkomen is niet gelijk aan het bedrag dat maandelijks op de bankrekening als loon wordt ontvangen. Bij de berekening van het netto besteedbaar inkomen wordt naast het bruto loon o.a. rekening gehouden met vakantiegeld, structureel overwerk, eindejaarsuitkering en dertiende maand. Daarnaast wordt rekening gehouden met bepaalde heffingskortingen waarop aanspraak gemaakt kan worden, zoals bijvoorbeeld de algemene heffingskorting en de arbeidskorting. Het resultaat daarvan is dat het netto besteedbaar inkomen hoger uitvalt dan het inkomen dat maandelijks netto als loon wordt ontvangen.

Als het netto besteedbaar inkomen van de ouders ten tijde van de relatie of het huwelijk is bepaald, wordt uit de behoeftetabel afgeleid hoe hoog de behoefte van de kinderen is. In de tabel wordt o.a. rekening gehouden met de leeftijd van de kinderen. De behoefte tabel voor 2018 kunt u hier terug vinden.

Hoe hoger het inkomen van de ouders, hoe hoger de behoefte van de kinderen.

Draagkracht

Als de behoefte van de kinderen is vastgesteld, dient de draagkracht van beide ouders te worden berekend. De draagkracht wordt berekend aan de hand van het huidige netto besteedbaar inkomen. Een ontvangen kindgebonden budget wordt als inkomen in de berekening meegenomen. Ook hier geldt dat het netto besteedbaar inkomen niet overeen zal komen met het netto maandloon.

De exacte lasten van de ouders zijn bij de berekening van kinderalimentatie niet meer van belang; alleen het inkomen wordt in de berekening meegenomen. In de berekening wordt rekening gehouden met fictieve lasten.

Indien beide ouders eigen inkomsten hebben, dienen zij in beginsel allebei bij te dragen in de kosten van de kinderen. Voor inkomens tot € 1.250,00 netto bedraagt de totale bijdrage maximaal € 50,00 per maand.

Als het netto besteedbaar inkomen van de ouders is vastgesteld, wordt in de draagkracht tabel afgelezen welke draagkracht iedere ouder heeft. De draagkracht tabel voor 2018 kunt u hier vinden.

Draagkrachtvergelijking

Daarna wordt bekeken of de gezamenlijke draagkracht van de ouders voldoende is om in de behoefte van de kinderen te kunnen voorzien.
Als beide ouders samen meer draagkracht hebben dan de behoefte van de kinderen, wordt er een zogenaamde draagkrachtvergelijking gemaakt worden. De ouders moeten dan naar rato van hun draagkracht in de behoefte van de kinderen bijdragen.
Als de gezamenlijke draagkracht van de ouders lager is dan de behoefte van de kinderen, hoeft er geen draagkrachtvergelijking te worden gemaakt. De ouders moeten dan conform hun draagkracht in de behoefte van de kinderen bijdragen.

Zorgkorting

Als de draagkracht van de ouders voldoende is om in de behoefte van de kinderen te kunnen voorzien, wordt bij de verzorgende ouder een zogenaamde zorgkorting voor verleende zorg in natura in mindering gebracht. Deze zorgkorting bedraagt afhankelijk van de omgangsregeling 15%, 25% of 35%. Hoe meer dagen de kinderen bij de niet verzorgende ouder verblijven, hoe hoger de zorgkorting. Verblijven de kinderen gemiddeld één dag per week bij de niet verzorgende ouder, dan wordt een zorgkorting van 15% toegepast. Bij een gemiddelde van twee dagen per week bedraagt de zorgkorting 25%. Als er sprake is van co-ouderschap wordt het percentage van 35% gehanteerd.

Aanvaardbaarheidstoets

Het kan zijn dat de berekende alimentatie te hoog uitvalt, bijvoorbeeld wanneer er veel schulden zijn. In dat geval kan de berekening gecorrigeerd worden met de aflossing op de schulden. Als de niet verzorgende ouder daardoor niet genoeg geld overhoudt om in eigen levensonderhoud te kunnen voorzien, kan een beroep worden gedaan op de zogenaamde aanvaardbaarheidstoets.

Dit is in hoofdlijnen de wijze van de berekeningsmethode. Omdat het berekenen van kinderalimentatie erg complex kan zijn, adviseer ik u om altijd een advocaat te raadplegen en niet zelf te gaan rekenen.

Herziening partneralimentatie: van 12 naar 5 jaar?

Afgelopen week verschenen er berichten in de media dat de partneralimentatie van maximaal 12 jaar naar 5 jaar zal gaan. Veel mensen denken onterecht dat deze wijziging inmiddels is ingegaan, maar dat is niet het geval. Het betreft nog slechts een wetsvoorstel.

Hoe is het nu geregeld?

In de wet is vastgelegd dat de rechter bij een echtscheiding of bij latere uitspraak partneralimentatie kan opleggen. Dit kan alleen wanneer er sprake is van onvoldoende inkomsten om in eigen levensonderhoud te kunnen voorzien. In de wet staat verder dat de rechter op verzoek van één van de partijen kan bepalen hoe lang er alimentatie betaald dient te worden. De maximale duur bedraagt 12 jaar. Als het huwelijk korter dan 5 jaar heeft geduurd en er geen kinderen uit het huwelijk zijn geboren, is de alimentatieduur gelijk aan de duur van het huwelijk.

Wetswijziging?

Veel mensen vinden dat de maximale termijn van 12 jaar inmiddels achterhaald is. In 2015 is daarom bij de Tweede Kamer een wetsvoorstel ingediend om de partneralimentatie te herzien. Het stelsel moest eerlijker en simpeler worden. Er was veel kritiek op het wetsvoorstel, zodat het nooit wet is geworden. Op 11 juni 2018 is het wetsvoorstel aangepast. Dit was aanleiding voor de recente berichten in de media. Op dit moment is dus nog geen sprake van een nieuwe wet. Een wetsvoorstel dient namelijk eerst door de Tweede Kamer te worden aangenomen en vervolgens door de Eerste Kamer. Pas daarna wordt het voorstel een wet. (Hoe een wet tot stand komt, kunt u hier lezen.)

Wat staat er in het wetsvoorstel?

Hoofdregel: de duur van de partneralimentatie wordt de helft van de duur van het huwelijk, met een maximum van 5 jaar. De maximale duur van de partneralimentatie gaat daardoor van 12 naar 5 jaar. Hierop zijn twee uitzonderingen:

  • huwelijken langer dan 15 jaar, waarbij de ontvanger van de alimentatie binnen 10 jaar voor zijn/haar AOW leeftijd zit. In dat geval kan de alimentatie tot 10 jaar duren;
  • voor echtgenoten met de zorg voor jonge kinderen blijft de maximale duur 12 jaar;

Wat betekent dit wetsvoorstel voor mensen die nu alimentatie betalen?

Op dit moment verandert er niets. Het wetsvoorstel is namelijk nog niet aangenomen. Als het wetsvoorstel wordt aangenomen, dient nog een datum van inwerkingtreding vastgesteld te worden. De wet geldt alleen voor alimentatieverzoeken die na de inwerkingtreding van de wet zijn ingediend. Kortom, het wetsvoorstel is niet van toepassing op verzoeken tot vaststelling of wijziging van partneralimentatie als het verzoekschrift is ingediend voor de datum waarop de wet in werking treedt. Op deze situaties is de huidige wet van toepassing.

Welke mogelijkheden zijn er nu al voor verkorting van de duur?

Veelal wordt er vanuit gegaan dat er 12 jaar recht op alimentatie bestaat, maar in de wet is bepaald dat de maximale termijn 12 jaar bedraagt. Er kan dus van de maximale termijn worden afgeweken. Ook onder de huidige wet heeft de rechter mogelijkheden om de termijn te verkorten als daarom verzocht wordt. Als het niet verzocht wordt, kan een rechter het ook niet toewijzen. Daarnaast kan bijvoorbeeld verzocht worden om een afbouwregeling van de alimentatie. De rechter kijkt bij dit soort verzoeken o.a. naar het opleidingsniveau en de leeftijd van de persoon die om partneralimentatie vraagt. Neem voor de mogelijkheden contact met een gespecialiseerde advocaat op.

Alimentatie voor kinderen ouder dan 18 jaar

Ouders zijn op grond van de wet verplicht om (financieel) voor hun kinderen te zorgen. Deze verplichting eindigt niet als een kind 18 jaar oud is geworden. Het is dus een groot misverstand dat er geen alimentatie meer betaald hoeft te worden zodra een kind 18 jaar is geworden. In de wet is bepaald dat er een (studie)bijdrage betaald dient te worden, totdat het kind 21 jaar oud wordt.

Op het moment dat een kind de 18-jarige leeftijd bereikt, mag deze de alimentatie zelf ontvangen. Of de alimentatie rechtstreeks aan het kind betaald wordt, is meestal afhankelijk van het feit of het kind uitwonend is. Als het kind nog thuiswonend is, wordt de alimentatie vaak nog aan de verzorgende ouder betaald.

Als er door de rechter alimentatie is vastgesteld voordat het kind 18 jaar is geworden, loopt deze bijdrage na de 18de verjaardag automatisch door. Dat is dus ook het geval als een kind gaat werken! Maar dat is toch niet eerlijk, hoor ik u denken.

Wijziging alimentatie

Het is mogelijk om de alimentatie in onderling overleg met het meerderjarige kind aan te passen. Mijn advies is om dit dan wel schriftelijk vast te leggen, zodat over de gemaakte afspraken geen misverstanden kunnen ontstaan.

Als aanpassing van de alimentatie in onderling overleg niet lukt, kan de rechter gevraagd worden om een uitspraak te doen. In een procedure zal eerst de behoefte van het kind vastgesteld moeten worden. Kort gezegd, wat kost het kind? Daarnaast zal gekeken worden naar de draagkracht van de ouders. Kort gezegd, welke bijdrage kunnen de ouders betalen? De door de ouders te betalen bijdrage kan nooit hoger zijn dan de behoefte van het kind.

Behoefte van een meerderjarig kind

Voor de bepaling van de behoefte van studerende kinderen wordt gekeken naar de normbedragen van de Wet Studiefinanciering.

Voorbeeld: de behoefte volgens de Wet Studiefinanciering bedraagt € 1.000,00 per maand. Het kind ontvangt € 600,00 studiefinanciering. Dan resteert er nog een aanvullende behoefte van € 400,00 waarin de ouders moeten voorzien. Let op: voor zover de studiefinanciering als lening wordt verstrekt, wordt de behoefte van het kind daarmee niet verminderd. Alleen als de studiefinanciering als gift wordt verstrekt, werkt deze behoefte verlagend.

Eigen structurele inkomsten van een kind werken ook behoefte verlagend. Dit hangt ook af van de hoogte van het inkomen. Als een kind niet (meer) studeert maar volledig werkt, kan dit ertoe leiden dat de ouders geen bijdrage meer hoeven te voldoen. Als een kind volledig werkt, is het verstandig om afspraken te maken over een aanpassing van de bijdrage. Lukt dat niet? Neem dan contact met een advocaat op voor advies.

Alimentatie voor kinderen ouder dan 21 jaar?

De verplichting tot het betalen van kinderalimentatie eindigt normaal gesproken als een kind 21 jaar wordt. Alleen in uitzonderlijke situaties moeten de ouders ook daarna nog een financiële bijdrage leveren. Dit is het geval wanneer het kind behoeftig is. Een kind is behoeftig wanneer het niet in eigen levensonderhoud kan voorzien. Hiervan kan sprake zijn als het kind geestelijk of lichamelijk gehandicapt is.

Soms is in een ouderschapsplan of convenant de volgende bepaling opgenomen: “De man is aan een meerderjarig kind een bijdrage schuldig zolang het kind met redelijke resultaten en in overleg met de man met een beroepsopleiding bezig is of studeert, doch uiterlijk tot het moment waarop het kind de 25-jarige leeftijd bereikt. Dit beding ten behoeve van het kind is onherroepelijk, zodat het kind het recht heeft om zonodig nakoming van dit beding te vorderen.” Indien een dergelijke bepaling is overeengekomen, is er in beginsel ook een verplichting om alimentatie te voldoen nadat een kind 21 jaar is geworden.

Wettelijke indexering alimentatie per 2018: 1,5%

Wanneer u alimentatie betaalt, moet u per 1 januari 2018 een hogere maandelijkse bijdrage gaan voldoen. Wanneer u alimentatie ontvangt, betekent dit dat u vanaf 1 januari 2018 een hogere bijdrage dient te ontvangen. Iedere alimentatie is onderworpen aan de wettelijke indexering, tenzij deze schriftelijk is uitgesloten. Dit laatste gebeurt overigens maar zelden.

Wat is de wettelijke indexering?

Ieder jaar maakt de Minister van Veiligheid en Justitie het percentage bekend, waarmee de alimentaties per 1 januari worden verhoogd. De hoogte van het percentage hangt af van de stijging van de lonen in het afgelopen jaar. Alle alimentatiebedragen wijzigen met het vastgestelde percentage. Dit geldt dus zowel voor kinderalimentatie, als voor partneralimentatie. Het maakt geen verschil of de alimentatie onderling is overeengekomen of dat deze door de Rechtbank is vastgesteld.
 
Het percentage van de indexering per 1 januari 2018 is vastgesteld op 1,5%.

Wat te doen als de wettelijke indexering niet wordt betaald?

Wanneer uw ex-partner weigert de wettelijke indexering te betalen, kunt u het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) inschakelen. Meer informatie vindt u op de website van het LBIO. Het LBIO kan alleen achterstanden tot 6 maanden terug incasseren. Voor oudere achterstanden dient u een deurwaarder in te schakelen. Inschakeling van het LBIO is gratis voor de alimentatiegerechtigde.

5 van de meest voorkomende misverstanden over kinderalimentatie

In mijn praktijk krijg ik vaak vragen over de betaling van kinderalimentatie. Kinderalimentatie is de bijdrage die de niet-verzorgende ouder betaalt in de kosten van verzorging en opvoeding van zijn of haar kind(eren). Meestal betaalt de vader – als meestverdienende partner – kinderalimentatie aan de moeder.

Mij is gebleken dat er veel misverstanden over de betaling van kinderalimentatie bestaan. Deze misverstanden leiden vaak tot een onnodige ergernissen tussen ex-partners. Ergernissen die met een juiste kennis van zaken voorkomen hadden kunnen worden. Hieronder zet ik enkele van de meest voorkomende misverstanden over kinderalimentatie op een rijtje:

  1. Ik hoef geen alimentatie te betalen, want ik zie mijn kind(eren) niet.

    In de wet is – kort gezegd – bepaald dat de verwekker van een kind alimentatie moet betalen. De omgangsregeling staat los van de alimentatie. Niet voor niets wordt vaak gezegd: “Alimentatie is geen kijkgeld!”

  2. We hebben co-ouderschap afgesproken, dus ik hoef niets te betalen.

    Bij co-ouderschap hebben de ouders de zorg over de kinderen min of meer bij helfte verdeeld. Meestal betekent dit dat ieder ook een gelijk aandeel in de kosten van de kinderen heeft. Maar stel nu dat de vader een netto inkomen van 2800 euro per maand heeft en de moeder slechts 1200 euro? De kosten van de kinderen drukken dan veel zwaarder op het budget van de moeder. Als er sprake is van een (aanzienlijk) inkomensverschil, kan er ook bij co-ouderschap kinderalimentatie worden opgelegd.

  3. Mijn kind is 18 jaar oud geworden en daarom ben ik gestopt met betalen.

    De alimentatieverplichting eindigt niet als een kind meerderjarig wordt. In de wet is bepaald dat er een (studie)bijdrage betaald dient te worden totdat het kind 21 jaar oud is geworden. Vanaf het moment dat een kind 18 jaar oud is, krijgt de bijdrage een andere naam en noemen we deze een bijdrage in de kosten van levensonderhoud en studie. Een kind mag de bijdrage dan ook zelf ontvangen. Indien een kind geen studie meer volgt, maar volledig aan het werk is, is het verstandig contact met een advocaat op te nemen om de mogelijkheden te bespreken.

  4. Ik heb er recht op om te weten waar de door mij betaalde alimentatie aan besteed wordt!

    Een veelgehoorde opmerking als er een vermoeden bestaat dat de kinderalimentatie niet aan de kinderen wordt besteed. Helaas voor de betalende ouder mag de verzorgende ouder de ontvangen kinderalimentatie naar eigen inzicht besteden. Er is geen verplichting om verantwoording over de besteding van de alimentatie af te leggen.

  5. Kosten die ik voor mijn kind(eren) heb betaald, mag ik in mindering brengen op de alimentatie.

    Koopt u een keer een paar sportschoenen voor uw kind en heeft u daar geen afspraken met de verzorgende ouder over gemaakt? Dan kunt u deze niet in mindering brengen op de alimentatie. De verblijfskosten van de kinderen in het kader van de omgangsregeling worden overigens meegenomen bij de berekening van de kinderalimentatie, zodat u ook deze niet apart kunt verrekenen.