Auteursarchief: Annelien Noorman

Over Annelien Noorman

Ik ben sinds 2000 als advocaat werkzaam in Emmen. Ik behandel voornamelijk zaken op het gebied van het personen- en familierecht.

Wat houdt het gezamenlijk ouderlijk gezag in?

Wat houdt het gezamenlijk ouderlijk gezag in?

In de wet staat dat het ouderlijk gezag de plicht én het recht van een ouder omvat om zijn minderjarige kind op te voeden en te verzorgen. Een ouder met gezag is dus:

  • verantwoordelijk voor de verzorging en opvoeding;
  • de wettelijke vertegenwoordiger van het kind;
  • verplicht om de kosten van onderhoud te betalen;
  • de beheerder van het geld en spullen van het kind;

Als beide ouders belast zijn met het ouderlijk gezag betekent dit onder andere dat belangrijke beslissingen over het kind gezamenlijk genomen moeten worden. Maar om welke beslissingen gaat het dan?

Ouders met gezag dienen samen beslissingen nemen over de verzorging, opvoeding, het vermogen en de woonplaats van hun kinderen. Omdat de beslissingen samen genomen moeten worden, mag de verzorgende ouder bijvoorbeeld niet zomaar verhuizen of de kinderen van school laten wisselen zonder toestemming van de andere ouder. Ook over medische ingrepen moeten de ouders het eens zijn.

Wat misschien minder voor de hand ligt, is dat er voor een buitenlandse reis van de kinderen met één van de ouders ook toestemming van de andere gezaghebbende ouder nodig is. (Over vakanties kunt u hier meer lezen.) Daarnaast is voor het plaatsen van foto’s van kinderen op social media toestemming nodig. (Meer over dit onderwerp leest u hier.)

Wanneer het niet lukt om gezamenlijk een belangrijke beslissing over de kinderen te nemen, is het mogelijk om vervangende toestemming aan de kinderrechter te verzoeken.

Wettelijke indexering alimentatie (per 1 januari 2024: 6,2%)

In de wet staat dat alimentatiebijdragen jaarlijks per 1 januari worden verhoogd met een bepaald percentage. Dit wordt de wettelijke indexering genoemd. Het indexeringspercentage wordt jaarlijks bekendgemaakt door de Minister voor Rechtsbescherming.

Waarom verhoging van de alimentatie?

De lonen en uitkeringen stijgen meestal per 1 januari. Daar staat tegenover dat ook de kosten van levensonderhoud stijgen. Uitgangspunt is dat de koopkracht van de alimentatieontvanger op peil moet blijven. Om ervoor te zorgen dat de alimentatie aansluit op de loonsverhoging en de stijgende kosten, dient de alimentatie jaarlijks ook mee te stijgen. De alimentatie volgt daarom de ontwikkeling van het loonpeil. Het percentage van de verhoging is dus ieder jaar anders.

Hoe hoog is de wettelijke indexering?

De hoogte van de indexering wordt jaarlijks vastgesteld door de Minister voor Rechtsbescherming. Het percentage van de stijging wordt vaak rond november bekend gemaakt. Het indexeringspercentage per 1 januari 2024 is vastgesteld op 6,2%.

Voor wie geldt de indexering?

Alle alimentatiebedragen wijzigen met het vastgestelde percentage. Dit geldt dus voor zowel kinderalimentatie als partneralimentatie. Het maakt geen verschil of de alimentatie onderling is afgesproken of dat deze door de Rechtbank is vastgesteld. De alimentatieontvanger heeft automatisch recht op verhoging van de alimentatie. Dat geldt dus ook wanneer er niets over een indexering is afgesproken.

De wettelijke indexering is niet van toepassing, wanneer deze schriftelijk is uitgesloten. Dit laatste gebeurt overigens maar zelden.

Voor de alimentatiebetaler:

Wanneer u alimentatie betaalt, moet u per 1 januari 2024 een hogere maandelijkse bijdrage gaan voldoen. De hoogte van het nieuwe maandelijkse bedrag is handmatig te berekenen of via het LBIO.

Voor de alimentatieontvanger:

Als de wettelijke indexering niet wordt betaald, dient u uw ex-partner daarover aan te schrijven. Wellicht is uw ex-partner vergeten de alimentatie te verhogen. Als een brief of email niet tot het gewenste resultaat leidt, kan het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) worden ingeschakeld. Inschakeling van het LBIO is gratis voor de alimentatieontvanger. Meer informatie vindt u op de website van het LBIO.

Het delen van foto’s van kinderen op sociale media door de ex-partner

Het gebruik van sociale media is inmiddels niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven. Er gaat vaak geen dag voorbij zonder het gebruik van  sociale media als Facebook, Instagram of Tiktok.

Veel ouders delen graag foto’s en/of video’s van hun kinderen op sociale media. In beginsel mogen ouders zelf bepalen of zij beelden van hun kinderen op sociale meda delen. Daarbij dient er wel rekening mee te worden gehouden dat een kind ook recht heeft op privacy.

Hoe onschuldig het ook lijkt, het delen van beelden van uw kinderen op sociale media is dat niet altijd. U geeft deze platforms namelijk het recht om foto’s van uw kinderen te gebruiken. In de voorwaarden van Facebook staat bijvoorbeeld dat wanneer iemand beeldmateriaal deelt op Facebook, Facebook toestemming heeft om deze foto’s op te slaan, te kopiëren en te delen met derden. 

Wat als u gescheiden bent en uw ex-partner deelt foto’s en/of filmpjes van de kinderen op sociale media, maar u bent het daarmee niet eens?

Als beide ouders het gezag over hun kinderen hebben, moeten zij ook gezamenlijk toestemming geven voor het plaatsen van foto’s en/filmpjes van hun kinderen op sociale media.

Wanneer hierover discussie bestaat, is het mogelijk om de kwestie aan de rechter voor te leggen in het kader van een geschil over de uitoefening van het gezag. U kunt de rechter vragen om een verbod op het plaatsen van beelden van de kinderen op sociale media.

Kortom, als gescheiden ouder mag u niet zomaar foto’s en/of filmpjes van uw kinderen op sociale media plaatsen. Hiervoor is de toestemming van de andere gezaghebbende oudere vereist.

Tip: maak bij de scheiding in het ouderschapsplan afspraken over het plaatsen van foto’s en/of video’s van de kinderen op sociale media.

Hoe zit het als iemand anders, bijvoorbeeld een grootouder, beelden van de kinderen op sociale media deelt?

De toestemming voor het delen van beelden van de kinderen geldt niet alleen voor ex-partners, maar voor iedereen. De ouders van het kind moeten allebei toestemming geven. Zonder toestemming van de gezaghebbende ouders mogen derden geen foto’s plaatsen.

Mijn ex wil zich niet laten uitschrijven van ons adres? Wat nu?

Wanneer een relatie wordt beëindigd en u niet langer samen op één adres woont, is het belangrijk dat de persoon die vertrekt zich laat uitschrijven van het oude adres. Indien dit niet gebeurt, kan de achterblijver toeslagen mislopen. Of nog erger, gekort worden op een bijstandsuitkering. Daarnaast wordt bij de hoogte van de gemeentelijke belastingen gekeken naar het aantal mensen dat ingeschreven is op een adres.

Helaas komt het regelmatig voor dat een ex-partner zich niet wil uitschrijven. Wat zijn de mogelijkheden?

Probeer eerst in gesprek te gaan met uw ex-partner. U kunt uw ex-partner erop wijzen dat de gemeente een boete kan opleggen wanneer een verhuizing niet tijdig wordt doorgegeven. Een verhuizing dient binnen vier weken vóór of uiterlijk vijf dagen na de verhuizing aan de gemeente doorgeven te worden. Gemeenten mogen een boete van maximaal € 325,- opleggen wanneer belangrijke aanpassingen niet tijdig worden doorgegeven.

Als uw ex-partner blijft weigeren om zich uit te schrijven, kunt u contact met de gemeente opnemen om een adresonderzoek aan te vragen. De werkwijze verschilt per gemeente. Voor het aanvragen van een onderzoek kunt u vaak persoonlijk langskomen aan de balie of telefonisch contact met het team Burgerzaken opnemen. Er zijn geen kosten verbonden aan het aanvragen van een adresonderzoek.

Bij een onderzoek naar een inschrijving probeert de gemeente op verschillende manieren met de persoon die vertrokken is in contact te komen, bijvoorbeeld per post, telefonisch of per email. Ook hiervoor geldt dat de werkwijze per gemeente kan verschillen.

Hoe lang duurt een adresonderzoek?

Een adresonderzoek duurt in de meeste gevallen maximaal 3 maanden. Als blijkt dat de persoon inderdaad niet meer op het adres woont, dan wordt hij of zij uitgeschreven.

Het echtscheidingsconvenant

Wat is een echtscheidingsconvenant?

Een echtscheidingsconvenant is een schriftelijke overeenkomst tussen ex-partners. Hierin staan de financiële afspraken over de scheiding. Hierbij kan gedacht worden aan afspraken over partneralimentatie, verdeling van de gezamenlijke bezittingen en de verdeling van tijdens het huwelijk opgebouwde pensioenen.

Is het opstellen van een echtscheidingconvenant verplicht?

Het opstellen van een convenant is geen verplichting. Doorgaans wordt een convenant alleen opgesteld wanneer partijen gezamenlijk bij één advocaat (of mediator) de echtscheiding aanvragen. Partijen mogen ook zelf schriftelijke afspraken maken. Dat kan onverstandig zijn, want er worden nog weleens belangrijke onderwerpen over het hoofd gezien.

In het kader van de aankoop of overname van een woning wordt door de bank vaak gevraagd om een convenant. De geldverstrekker wil weten of er rechten of verplichtingen voortvloeien uit de scheiding. Zo kan een alimentatieverplichting van invloed zijn op de hoogte van het te lenen bedrag. Financiële afspraken, zoals een alimentatieverplichting, kunnen ook volgen uit een uitspraak van de rechter. Een convenant is daarom niet altijd nodig. Wanneer het niet lukt om in onderling overleg tot afspraken over de verdeling te komen, is het mogelijk om een verdelingsprocedure te starten. Dan bepaalt de rechter uiteindelijk op welke wijze de verdeling van de gezamenlijke eigendommen dient plaats te vinden.

Wat is het verschil tussen een echtscheidingsconvenant en een akte van verdeling?

In een echtscheidingsconvenant staan alle financiële afspraken vermeld die partijen maken. Een akte van verdeling is een document dat door de notaris wordt opgesteld wanneer één van beide ex-partners de echtelijke koopwoning na de scheiding wenst over te nemen. Met de akte van verdeling worden het huis en de eventuele op de woning rustende hypothecaire lening verdeeld. Alleen een notaris kan onroerend goed overschrijven en dus een akte van verdeling opstellen. Een akte van verdeling is niet nodig wanneer de woning wordt verkocht.

Wettelijke indexering alimentatie (per 1 januari 2023: 3,4%)

In de wet staat dat alimentatiebijdragen jaarlijks per 1 januari worden verhoogd met een bepaald percentage. Dit wordt de wettelijke indexering genoemd. Het indexeringspercentage wordt jaarlijks bekendgemaakt door de Minister voor Rechtsbescherming.

Waarom verhoging van de alimentatie?

De lonen en uitkeringen stijgen meestal per 1 januari. Daar staat tegenover dat ook de kosten van levensonderhoud stijgen. Uitgangspunt is dat de koopkracht van de alimentatieontvanger op peil moet blijven. Om ervoor te zorgen dat de alimentatie aansluit op de loonsverhoging en de stijgende kosten, dient de alimentatie jaarlijks ook mee te stijgen. De alimentatie volgt daarom de ontwikkeling van het loonpeil. Het percentage van de verhoging is dus ieder jaar anders.

Hoe hoog is de wettelijke indexering?

De hoogte van de indexering wordt jaarlijks vastgesteld door de Minister voor Rechtsbescherming. Het percentage van de stijging wordt vaak in november bekend gemaakt. Het indexeringspercentage per 1 januari 2023 is vastgesteld op 3,4%.

Voor wie geldt de indexering?

Alle alimentatiebedragen wijzigen met het vastgestelde percentage. Dit geldt dus voor zowel kinderalimentatie als partneralimentatie. Het maakt geen verschil of de alimentatie onderling is afgesproken of dat deze door de Rechtbank is vastgesteld. De alimentatieontvanger heeft automatisch recht op verhoging van de alimentatie. Dat geldt dus ook wanneer er niets over een indexering is afgesproken.

De wettelijke indexering is niet van toepassing, wanneer deze schriftelijk is uitgesloten. Dit laatste gebeurt overigens maar zelden.

Voor de alimentatiebetaler:

Wanneer u alimentatie betaalt, moet u per 1 januari 2023 een hogere maandelijkse bijdrage gaan voldoen. De hoogte van het nieuwe maandelijkse bedrag is handmatig te berekenen of via het LBIO.

Voor de alimentatieontvanger:

Als de wettelijke indexering niet wordt betaald, dient u uw ex-partner daarover aan te schrijven. Wellicht is uw ex-partner vergeten de alimentatie te verhogen. Als een brief of email niet tot het gewenste resultaat leidt, kan het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) worden ingeschakeld. Inschakeling van het LBIO is gratis voor de alimentatieontvanger. Meer informatie vindt u op de website van het LBIO.

Kosteloze rechtsbijstand aan minderjarige verdachten

Sinds enkele jaren heeft iedere verdachte recht op bijstand van een advocaat tijdens een politie verhoor. Dit geldt zowel voor meerderjarige als minderjarige verdachten.

Een uitnodiging voor een politie verhoor wordt meestal per post aan een verdachte gestuurd. In de brief staat een tijdstip waarop de verdachte op het politiebureau dient te verschijnen. Zoals gezegd, mag er een advocaat bij het verhoor aanwezig zijn. Deze bijstand is niet altijd kosteloos.

Wanneer bestaat aanspraak op een gratis advocaat bij een verhoor?

Het recht op een gratis (pro deo) advocaat bestaat alleen voor aangehouden verdachten. Wanneer een verdachte een uitnodiging ontvangt voor aanhouding én verhoor bestaat er dus aanspraak op gratis bijstand. 

Een uitnodiging voor een verhoor brengt niet altijd met zich mee dat de verdachte ook aangehouden wordt. Kortom, wanneer iemand alleen wordt uitgenodigd voor een verhoor maar niet wordt aangehouden, bestaat er dus geen recht op een pro deo advocaat. De kosten van de advocaat dienen in dit laatste geval zelf betaald te worden. Voor minderjarigen werd het niet wenselijk geacht dat zij de kosten van een advocaat voor een verhoor zelf moesten betalen. 

Gratis advocaat voor minderjarige verdachte

Per 7 april 2022 is een tijdelijke regeling in werking getreden die alle minderjarige verdachten die worden opgeroepen voor een verhoor voorziet van gratis rechtsbijstand. Kortom, ook wanneer zij niet worden aangehouden, kunnen zij een kosteloos een advocaat bij het verhoor krijgen. De Raad voor Rechtsbijstand regelt de toewijzing van een jeugdrechtadvocaat. Het is ook mogelijk om een voorkeursadvocaat te benaderen. De advocaat dient deel te nemen aan de jeugdpiketregeling. 

De tijdelijke regeling geldt tot het moment dat er een definitieve regeling komt. Wanneer er een definitieve regeling zal zijn, is op dit moment nog niet duidelijk.

Wetsvoorstel gezamenlijk gezag door erkenning

erkenningHeeft u kinderen en bent u getrouwd of heeft u een geregistreerd partnerschap? Dan bent u samen met het ouderlijk gezag over de kinderen belast.

Dit is anders wanneer de ouders niet getrouwd zijn of een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan. In dat geval heeft alleen de moeder van het kind het ouderlijk gezag.

Wat is het verschil tussen erkenning en gezag?

Over erkenning en gezag bestaan veel misverstanden. Zo gaan veel samenwoners er vanuit dat de erkenning van een kind automatisch leidt tot het gezamenlijke ouderlijk gezag. Helaas is dat op dit moment niet zo. Dit leidt tot veel procedures wanneer de ouders uit elkaar gaan.

De erkenning van een kind wordt geregeld bij de Burgerlijke Stand. Door de erkenning ontstaat een familierechtelijke betrekking tussen de ouder en het kind. In dit artikel kunt u meer lezen over erkenning van een kind.

Het ouderlijk gezag omvat de plicht én het recht van een ouder om zijn minderjarige kind op te voeden en te verzorgen. Het aanvragen van het gezamenlijk gezag, dient via de rechtspraak te worden geregeld. In de huidige situatie moet de moeder van het kind instemmen met het aanvragen van het gezamenlijk gezag. Wilt u meer weten over het gezag? Leest u dan dit artikel.

Wetsvoorstel gezamenlijk gezag door erkenning

Op 24 november 2020 heeft de Tweede Kamer een wetsvoorstel aangenomen, waardoor een ouder die niet gehuwd is en geen geregistreerd partnerschap met de moeder heeft, na erkenning automatisch gezamenlijk met de moeder met het ouderlijk gezag over het kind wordt belast. Afgelopen week heeft ook de Eerste Kamer ingestemd met dit wetsvoorstel. Het is op dit moment nog niet duidelijk wanneer de nieuwe wet in werking zal treden.

Het uitgangspunt van het wetsvoorstel is dat het in het belang van een kind is dat beide ouders nauw betrokken zijn bij de opvoeding van hun kind en gezamenlijk beslissingen nemen. Daarbij past het gezamenlijk gezag. Het gezamenlijk ouderlijk gezag voor samenwonen wordt in de toekomst dus automatisch verkregen met de erkenning van het kind.

Het wetsvoorstel zal overigens alleen gelden voor kinderen die worden erkend na de inwerkingtreding van de wet. Voor bestaande situaties blijft de huidige regeling gelden.

Wat als moeder geen gezamenlijk gezag wil?

Het gezamenlijk gezag wordt in de toekomst dus automatisch verkregen met de erkenning van het kind. De toestemming van de moeder ten aanzien van de erkenning blijft noodzakelijk. Als de moeder niet wil dat er gezamenlijk gezag ontstaat, zal zij haar toestemming aan de erkenning kunnen weigeren.

Wanneer de moeder haar toestemming weigert, kan de andere ouder een procedure tot vervangende toestemming voor erkenning starten. Indien de erkenning door middel van vervangende toestemming via de rechter tot stand komt, moet het gezamenlijk gezag ook  apart via de rechter worden verzocht.

Ouders kunnen er daarnaast voor kiezen om samen te besluiten dat het gezag na erkenning alleen bij de moeder blijft. Deze mogelijkheid is er binnen een huwelijk of geregistreerd partnerschap niet.

Tip:

Zolang de nieuwe wet nog niet in werking is getreden, kunnen de ongehuwde of niet geregistreerde ouders via rechtspraak.nl het gezamenlijk ouderlijk gezag aanvragen.

Wat is griffierecht en hoe wordt de hoogte daarvan berekend?

Griffierecht

Iedere partij die in Nederland een gerechtelijke procedure start, moet griffierecht betalen. Maar wat is dit nu eigenlijk? Heel kort gezegd zijn het administratiekosten van de rechtbank die bij de start van de procedure geheven worden.

Griffierecht heet zo omdat het bedrag betaald moet worden aan de griffie (het secretariaat) van de rechtbank.

Hoe worden griffiekosten berekend?

De hoogte van het griffierecht varieert. Het verschilt per instantie, de zaak, de hoogte van de vordering en kan ook nog eens per partij verschillen.

Griffierecht per instantie

Wanneer geprocedeerd wordt bij de sector kanton is alleen de partij die de rechtszaak start griffierecht verschuldigd. De kantonrechter behandelt civiele zaken tot een bedrag van € 25.000, arbeidszaken, huurzaken, consumentenkoopzaken en consumentenkredietzaken.

In civiele zaken bij de rechtbank en hogere instanties zoals het Gerechtshof en de Hoge Raad, betaalt zowel de partij die de zaak start als de partij die zich verdedigt griffiekosten.

Civiele zaken zijn in dit geval zaken tussen twee partijen, niet zijnde de overheid. Zaken tegen de overheid vallen onder het bestuursrecht. Ook binnen het bestuursrecht is griffierecht verschuldigd.

Hoogte van de vordering

De hoogte van de griffiekosten hangt verder af van de hoogte van de vordering. Kort gezegd, hoe hoger de vordering in de procedure, hoe hoger het te betalen griffierecht. Bij zaken van onbepaalde waarde, zoals bijvoorbeeld het aanvragen van een echtscheiding bedragen de kosten momenteel € 314,00 (2022).

Particulieren of bedrijven

Bij de bepaling van de hoogte van de griffiekosten wordt ook nog onderscheid gemaakt of er sprake is van een particulier of een organisatie. Zo betalen bedrijven meer dan particulieren. Particulieren die procederen op basis van een zg. toevoeging kunnen een verlaging van de kosten krijgen. Zij betalen dan een kwart van het normale tarief.

Via deze link kunt u de tarieven voor 2022 vinden.

Gezag en minderjarige ouders

Gezag over kinderen

Volgens de Nederlandse wet staan alle minderjarige kinderen onder gezag. Meestal staan kinderen onder het gezag van hun ouders, dit noemen we het ouderlijk gezag. Het gezag kan ook bestaan uit voogdij. Er is sprake van voogdij wanneer het gezag door een ander dan de ouder wordt uitgeoefend. In een eerder artikel heb ik de verschillen tussen gezag en voogdij besproken. Dit artikel kunt u hier teruglezen.

Automatisch gezag

Als de ouders van een kind getrouwd zijn, hebben zijn samen van rechtswege het ouderlijk gezag. Zijn de ouders niet getrouwd? Dan krijgt alleen de moeder automatisch het gezag, tenzij de ouders in het gezagsregister hebben laten aantekenen dat ze het gezag gezamenlijk willen uitoefenen.

Voorwaarde voor het verkrijgen van het gezag is dat de ouder meerderjarig is, dus tenminste 18 jaar of ouder. Dit betekent dat minderjarige ouders niet automatisch het gezag over hun kind kunnen krijgen.

Moeders van 16 of 17 jaar: meerderjarigheidsverklaring

Voor moeders van 16 of 17 jaar is het mogelijk om via een meerderjarigheidsverklaring het gezag te verkrijgen. Hiervoor is een procedure vereist en het inschakelen van een advocaat is verplicht. De rechter bekijkt in de procedure of de moeder de verantwoordelijkheid van het ouderlijk gezag aan kan.

Een verzoek kan soms ook al worden gedaan als de moeder iets jonger dan 16 jaar oud is en/of zwanger is. De rechter beslist dan als de moeder 16 jaar is en/of wanneer de baby is geboren. 

Moeder is jonger dan 16 jaar

Wanneer de moeder jonger is dan 16 jaar oud, zal er een voogd aangewezen worden. De Raad voor de Kinderbescherming onderzoekt wie de voogdij op zich kan nemen. Vaak is dit een familielid.

Wanneer de vader meerderjarig is, kan hij wel het gezag verkrijgen. Dit gebeurt alleen als de rechter denkt dat dit in het belang van het kind is.  

Hoe zit het met minderjarige vaders?

Minderjarige moeders van 16 of 17 jaar kunnen een meerderjarigheidsverklaring vragen, maar hoe zit het met minderjarige vaders? Helaas kunnen minderjarige vaders geen meerderjarigheidsverklaring aanvragen. Wat is er wel mogelijk?

Een minderjarige vader van 16 of 17 jaar oud kan zijn kind met toestemming van de moeder (of ingeval van haar minderjarigheid: haar ouders) wel erkennen. Door de erkenning wordt hij dan vader juridisch vader. Meer over erkenning leest u in dit artikel.

Wat gebeurt er als de moeder 18 jaar oud wordt?

Op het moment dat de moeder 18 jaar oud wordt, krijgt zij in principe het gezag over haar kind. Maar, dit is niet het geval wanneer iemand anders het gezag heeft gekregen. In dat geval zal een procedure moeten worden opgestart om alsnog het ouderlijk gezag te krijgen.