Maandelijks archief: oktober 2019

Wijzigingen partneralimentatie per 1 januari 2020

Heeft u of uw ex-partner na de echtscheiding niet genoeg inkomen? Dan kan worden vastgelegd dat de meestverdienende partner moet bijdragen in de kosten van levensonderhoud van de minstverdienende partner. Dit heet partneralimentatie.

De hoogte van de alimentatie kan in onderling overleg worden afgesproken. Als de ex-partners het niet eens kunnen worden over de hoogte van de bijdrage, dan kan de rechter de hoogte daarvan vaststellen.

Bij het bepalen van de hoogte van de alimentatie wordt gekeken naar de behoefte van de minstverdienende partner, maar ook naar de draagkracht van de meestverdienende partner. De behoefte is het bedrag dat de alimentatiegerechtigde nodig heeft om in eigen levensonderhoud te kunnen voorzien. De draagkracht is het bedrag dat de alimentatieplichtige kan missen. Bij de berekening van de draagkracht wordt rekening wordt gehouden met het inkomen en de lasten van de alimentatieplichtige.

De alimentatiebetaler mag een deel van de alimentatie aftrekken van de belasting. Daarentegen betaalt de alimentatieontvanger belasting over het ontvangen bedrag. Per 1 januari a.s. wijzigt de hoogte van de belastingaftrek voor de alimentatiebetaler.

Wijzigingen per 1 januari 2020 – hoogte van de belastingaftrek

Op dit moment is partneralimentatie nog aftrekbaar tegen een tarief van maximaal 51,75%. De exacte aftrek is afhankelijk van de hoogte van het belastbaar inkomen. Met ingang van 1 januari a.s. wordt de aftrek geleidelijk afgebouwd naar 37,05% in 2023. Deze afbouw geldt voor alle alimentatieverplichtingen, dus ook voor in het verleden vastgestelde alimentatie bijdragen.

De afbouw ziet er als volgt uit:

  • 2020 (46%)
  • 2021 (43%)
  • 2022 (40%)
  • 2023 (37,05%)

Vooral de hogere (box 1) inkomens boven € 68.500,00 hebben minder belastingvoordeel door deze wijziging. De lagere en middeninkomens hebben weinig tot geen last van deze wijziging, omdat deze de alimentatie toch al niet tegen het maximale tarief konden aftrekken.

Ter illustratie een rekenvoorbeeld:

Wanneer een alimentatiebetaler € 1.000,00 per maand aan partneralimentatie betaalt, kost dit – na een aftrek van 51,75% – netto € 482,50. Met ingang van 2020 bedraagt de netto maandlast na een aftrek van 46% € 540,00. In 2023 wordt de netto maandlast € 629,50. Het verschil tussen 2019 en 2023 bedraagt dan € 147,00 per maand.

De netto maandlasten kunnen door deze gewijzigde aftrekbaarheid dus stijgen voor de alimentatiebetaler. Dit kan aanleiding zijn om verlaging van de partneralimentatie te verzoeken als de overige omstandigheden niet zijn gewijzigd. Omdat de Rechtbank doorgaans de datum indiening verzoekschrift als ingangsdatum hanteert, is het verstandig om tijdig actie te ondernemen als u wijziging van de partneralimentatie overweegt.

Duur van de partneralimentatie

Het maximaal aantal jaren dat er partneralimentatie moet worden betaald, is op dit moment 12 jaar. Deze termijn gaat veranderen. Per 1 januari 2020 wordt de maximale termijn 5 jaar. Meer over dit onderwerp kunt u lezen in mijn blog ‘Update wetsvoorstel partneralimentatie van 12 naar 5 jaar’. Deze wijziging geldt overigens enkel voor echtscheidingen die na 1 januari 2020 zijn aangevraagd. De wet heeft geen terugwerkende kracht. Voor echtscheidingen die voor 1 januari 2020 zijn aangevraagd, blijft dus de oude termijn van maximaal 12 jaar gelden.

Strafpiket #ikpiketnietlanger

De hashtag #ikpiketnietlanger was de afgelopen week ‘trending topic‘ op Twitter. Aanleiding: een oproep in de advocatuur om de eerste twee weken van 2020 als verhinderd op te geven voor piketdiensten. De bedoeling? Een hogere vergoeding. Een aantal van de reacties was niet mals. Advocaten zijn toch grootverdieners? Die hoeven toch geen actie te voeren voor nog meer geld? Bij deze een toelichting op de actie #ikpiketnietlanger.

Wat is piket?

Tijdens een piketdienst kan een medewerker worden opgeroepen om werkzaamheden te verrichten bij calamiteiten. Piket is dus een soort oproepdienst.

Advocaten kunnen verschillende soorten piketdiensten hebben. Zo zijn er bijvoorbeeld piketadvocaten in het strafrecht. Deze verlenen rechtsbijstand aan aangehouden verdachten. Ook zijn er piketadvocaten in het vreemdelingenrecht, die vreemdelingen bij staan van wie de vrijheid is ontnomen. Daarnaast zijn er piketadvocaten die psychiatrische patiënten bijstaan als zij in bewaring worden gesteld door de burgemeester.

Een centrale piketafdeling van de Raad voor Rechtsbijstand is verantwoordelijk voor de planning van de roosters. Advocaten kunnen de Raad voor Rechtsbijstand laten weten op welke dagen zij niet beschikbaar zijn voor piket.

Advocaten zijn niet verplicht om deel te nemen aan een piketregeling.

De actie “ik pik ‘et niet langer” is in het leven geroepen door een strafrecht advocaat. Daarom hieronder een nadere uitleg over het strafpiket.

Strafpiket

Een advocaat die strafpiket heeft, dient van 07.00 uur tot 20.00 uur stand-by te staan. Ook in het weekend zijn er piketdiensten. Van tevoren is niet duidelijk of en hoeveel piketmeldingen er binnen komen. Als er een melding binnenkomt, dient de piketadvocaat binnen 2 uur op het politiebureau te verschijnen, waar de verdachte wordt vastgehouden. Voor advocaten in de provincie Drenthe betekent dit dat zij in de meeste gevallen naar het politiebureau in Assen moeten reizen.

Piketadvocaten kunnen om drie verschillende redenen worden opgeroepen:

  • consultatiebijstand. Een gesprek tussen advocaat en verdachte voorafgaand aan het eerste politieverhoor.;
  • verhoorbijstand. De aanwezigheid van de advocaat bij het politieverhoor;
  • inverzekeringstelling van de verdachte. Kort gezegd: als de verdachte nog langer op het politiebureau moet blijven.;

Voor consultatiebijstand ontvangt een advocaat ongeveer € 75,00. Als de advocaat daarna voor een inverzekeringstelling moet terugkomen, ontvangt deze daarvoor ook ongeveer € 75,00. Hoeft de advocaat alleen voor de inverzekeringstelling naar het politiebureau? Dan ontvangt deze ongeveer € 150,00. De reistijd van en naar het politiebureau wordt niet vergoed!

Voor bijstand aan een (volwassen) verdachte bij het verhoor, ontvangt de advocaat ongeveer € 150,00. Dit is ongeacht de duur van het verhoor en de hoeveelheid verhoren. Sommige verhoren kunnen uren of zelfs meerdere dagen duren.

De piketregeling is gratis voor verdachten. De kosten worden betaald door de overheid.

#ikpiketnietlanger

De actie #ikpiketnietlanger is in het leven geroepen, omdat de advocaten ontevreden zijn over de hoogte van de ontvangen vergoedingen. Maar ook vanwege de afbraak van het stelsel van de door de overheid gefinancierde rechtsbijstand. Ook wel de sociale advocatuur genoemd. Als het aan de Minister ligt, is een advocaat straks alleen nog weg gelegd voor mensen met geld. Hierover schreef ik al eerder een artikel.

De ontevredenheid geldt dus niet alleen voor de piketvergoedingen, maar voor de vergoedingen binnen de sociale advocatuur in het algemeen. In een onderzoeksrapport uit 2017 is bevestigd dat de vergoedingen ver onder de maat zijn. Alle piketadvocaten zijn daarom opgeroepen om de eerste twee weken van januari 2020 als verhinderd op te geven. De Nederlandse Orde van Advocaten ondersteunt deze actie.

Piketadvocaten moesten voor 1 oktober jl. hun beschikbaarheid voor het eerste half jaar 2020 doorgegeven. In Friesland, Groningen en Drenthe heeft 100% van de advocaten de eerste twee weken van 2020 als verhinderd opgegeven. Volgens de Raad voor Rechtsbijstand heeft circa 85% van de Nederlandse piketadvocaten aangegeven niet beschikbaar te zijn voor piketdiensten in de eerste twee weken van 2020. In deze periode zijn er dus nauwelijks advocaten beschikbaar voor verdachten, psychiatrisch patiënten en vreemdelingen.

Met de actie hopen de advocaten de Minister voor Rechtsbescherming onder druk te zetten om de vergoedingen voor sociaal advocaten te verhogen. Afgelopen zomer zijn diverse jeugdstrafrechtadvocaten met het jeugdpiket gestopt vanwege de vergoedingen. Daarop besloot de Minister de vergoeding voor jeugdpiket te verhogen. Deze advocaten krijgen nu per verhoor van minderjarigen een vergoeding krijgen. Dit is nog steeds ongeacht de duur van het verhoor, dat soms meerdere uren kan duren.