Maandelijks archief: oktober 2018

De dagvaarding

Wat is een dagvaarding?

Een dagvaarding is een schriftelijke oproep om op een bepaalde dag bij de rechter te verschijnen. Iedere dagvaardingsprocedure begint met het oproepen van de andere partij, de gedaagde, om voor de rechter te verschijnen. Er bestaan overigens ook dagvaardingen in het strafrecht, maar deze blog gaat over procedures tussen twee partijen.

In de dagvaarding staat o.a. vermeld wat de eiser wil en waarom. Dit wordt de vordering genoemd. Bij de dagvaarding moeten bewijsstukken van de vordering zijn bijgevoegd.

Een dagvaarding wordt meestal opgesteld door een advocaat. Bij de Rechtbank is het verplicht om via een advocaat te procederen. De dagvaarding moet dan door een advocaat zijn opgesteld. Bij zaken die dienen bij de kantonrechter is dat niet verplicht. In dat geval kan de dagvaarding ook opgesteld zijn door bijvoorbeeld een deurwaarder of de eiser zelf. Zaken die zien op een vordering van minder dan € 25.000,00 worden behandeld door de kantonrechter. Zaken met een vordering boven een bedrag van € 25.000,00 worden door de Rechtbank behandeld.

Wie bezorgt de dagvaarding?

Een dagvaarding wordt door een deurwaarder bezorgd. De deurwaarder controleert in de basisregistratie personen het adres van de gedaagde. De deurwaarder zal proberen de dagvaarding in persoon aan de gedaagde uit te reiken. Als dat niet lukt, kan de dagvaarding in de brievenbus worden achtergelaten. De bezorging van de dagvaarding wordt het betekenen van de dagvaarding genoemd.

Op de dagvaarding wordt door de deurwaarder een datum vermeld waarop de zaak voor de eerste keer door de rechter op de rolzitting wordt behandeld. Er moet tenminste een week zitten tussen het betekenen van de dagvaarding en de eerste zittingsdatum. Als de gedaagde in het buitenland woont, is deze termijn langer.

Wat gebeurt er na het betekenen van de dagvaarding?

De eerste rolzitting bij de Rechtbank:

De eerste rolzitting is een administratieve zitting. Er vindt dus geen mondelinge behandeling plaats. De Rechtbank controleert of de dagvaarding goed is uitgebracht en of er zich schriftelijk een advocaat heeft gemeld om voor de gedaagde op te treden. Is de dagvaarding goed uitgebracht en heeft zich een advocaat gemeld? Dan wordt een termijn aan de gedaagde gegeven voor het indienen van een schriftelijke reactie op de dagvaarding. Deze reactie op de dagvaarding wordt een conclusie van antwoord genoemd. Nadat deze conclusie van antwoord is ingediend, zal de rechter op een administratieve rolzitting bekijken hoe de procedure verder gaat. Meestal wordt er een mondelinge behandeling bepaald waarbij partijen moeten verschijnen en volgt er daarna een vonnis.

De eerste rolzitting bij de kantonrechter:

Bij de kantonrechter mag zonder advocaat geprocedeerd worden. Er mag daarom naast schriftelijk verweer ook mondeling verweer gevoerd worden. Op de eerste rolzitting mag iemand daarom ook “in persoon” verschijnen. De griffier maakt dan aantekeningen van het mondelinge verweer. Deze aantekeningen hebben dezelfde waarde als een door een advocaat ingediende conclusie van antwoord. Ook hier geldt dat na het verweer bekeken zal worden hoe de procedure verder gaat.

Voor zowel de procedure bij de Rechtbank als de kantonrechter geldt dat als er geen verweer gevoerd wordt, de vordering kan worden toegewezen. Dit wordt een verstekvonnis genoemd.

Recht voor iedereen?

Als mensen horen dat ik advocaat ben, denken ze vaak dat ik tonnen verdien. Dit beeld is met name ontstaan door advocaten in maatpak, zoals Moskowicz. Er zijn enorme verschillen tussen advocaten. Advocaten die op een groot kantoor aan de Amsterdamse Zuidas werken, verdienen aanzienlijk meer dan advocaten in de provincie. Ik ben een advocaat in de provincie. De advocaten die ik ken zijn hele gewone mensen zonder maatpak. Helaas verdien ik ook geen tonnen.

Ik ben een zg. sociale advocaat. Dit betekent dat ik voornamelijk zaken doe op toevoegingsbasis. Ook wel gefinancierde rechtshulp genoemd. De cliënt betaalt een eigen bijdrage en ik krijg voor mijn werkzaamheden van de Raad voor Rechtsbijstand een vast bedrag per zaak uitbetaald. En daar zit nu juist de crux. Of ik nu 6 uur of 60 uur aan een zaak besteed, de vergoeding die ik ontvang, blijft hetzelfde.

Het systeem van de toevoeging werkt via een puntenprincipe. Eén punt is ongeveer 100 euro waard. De Raad voor de Rechtsbijstand is van mening dat één punt voor ongeveer één uur werk staat. Voor bijvoorbeeld een omgangszaak staan 7 punten. Ik heb dergelijke zaak nog nooit in 7 uren kunnen afwikkelen. Ik, en de meeste sociale advocaten met mij, wil(len) namelijk geen half werk leveren. Dit betekent dat ik regelmatig werk voor een aanzienlijk lager tarief dan de bedoeling is. Extra uren worden niet of nauwelijks vergoed.

Het tarief van ongeveer 100 euro per punt is de afgelopen jaren gedaald, waardoor veel sociale advocaten moeite hebben om een fatsoenlijk inkomen te verwerven. Advocaten hebben namelijk ook kosten, zoals bijvoorbeeld huisvesting en verplichte opleidingen. Inmiddels ken ik een aantal advocaten die gestopt zijn of overwegen te stoppen. Nu wil onze Minister van Rechtsbescherming de sociale advocatuur nog verder uitkleden. Hij wil dat bepaalde rechtsgebieden, zoals bijvoorbeeld echtscheidingen en huurrecht worden uitgesloten van gefinancierde rechtshulp. Alleen in het strafrecht en in asielzaken kan dan nog aanspraak  worden gemaakt op gefinancierde rechtsbijstand. Dat is een klap voor de sociale advocatuur. Maar, dit is nog veel erger voor mensen met een kleine beurs.

De plannen van de Minister van Rechtsbescherming

Volgens de Minister moeten mensen zich maar verzekeren. Dat heeft hij zich vast laten aanpraten door een grote rechtsbijstandverzekeraar. Vermoedelijk diezelfde rechtsbijstandverzekeraar waar hij eind augustus 2018 een ‘reclamefilm’ voor heeft opgenomen. Gemakshalve vergeet de Minister dat een hele boel van de zaken die hij wil uitsluiten bijna nooit onder de dekking van een rechtsbijstandsverzekering vallen. Een vrouw zonder inkomen, die van haar echtgenoot zou willen scheiden, heeft dan dus geen mogelijkheden om een echtscheiding aan te vragen.

Als het aan de Minister ligt, is een advocaat straks alleen nog weg gelegd voor mensen met geld. Mensen zonder financiële middelen kunnen hun recht niet meer via de rechter halen. Als de rechter niet meer bereikbaar is, zullen zij hun problemen op een andere manier gaan oplossen. De vrouw zonder inkomen, die wil scheiden van haar echtgenoot, zou “tot de dood ons scheidt” letterlijk kunnen nemen door bijvoorbeeld wat rattengif in zijn koffie te mengen. Of denk eens aan het gezin dat op straat zal komen te staan wanneer de woningbouwvereniging ontruiming van de woning vraagt en er geen geld is om een advocaat te kunnen betalen. De schulden zullen oplopen. Hierdoor zullen alleen maar meer (sociale) problemen ontstaan. Het zal niet voor het eerst zijn dat iemand in zo’n situatie afglijdt in het criminele circuit.

De Minister lijkt te vergeten dat er veel procedures worden gevoerd tegen de overheid. Naar het schijnt wordt in zo’n 60% van de gevallen geprocedeerd tegen de overheid. De oorzaak ligt vaak in complexe wetgeving. Als mensen zonder financiële middelen geen gefinancierde advocaat meer kunnen inschakelen, zullen deze zaken nauwelijks meer voor de rechter komen. Het handelen van de overheid wordt in die gevallen niet meer gecontroleerd. Als er dan toch bezuinigd dient te worden, doet de overheid er goed aan om juist in deze kwesties geschillen te voorkomen. Met het huidige plan wordt de toegang tot het recht simpelweg onmogelijk gemaakt.

Afbrokkeling rechtstaat

Ik vrees dat een heleboel geschillen die nu nog via de rechter opgelost kunnen worden, zullen gaan escaleren. De rechtsstaat die zorgvuldig is opgebouwd, zal snel afbrokkelen als deze plannen worden doorgezet. Dit is een zeer zorgelijke ontwikkeling. Deze afbrokkeling van de rechtstaat begon overigens al bij Fred Teeven, destijds staatssecretaris van Justitie. Hij heeft in 2017 in een interview toegegeven dat hij heeft bezuinigd op de advocatuur om meer verdachten achter de tralies te krijgen. Dat doel wilde hij eigenlijk bereiken door minimumstraffen in te voeren. Toen dat niet lukte, heeft hij zich toegelegd op bezuinigingen op de advocatuur om hetzelfde effect te bereiken. De bezuinigingen waren niet vanuit een financiële noodzaak ingegeven, maar enkel bedoeld om ervoor te zorgen dat advocaten hun werk niet goed konden doen.

Het recht op een eerlijk proces en toegang tot de rechter, is een belangrijke pijler van de democratische rechtsstaat. Ongeveer 40% van de bevolking is afhankelijk van gefinancierde rechtshulp voor de toegang tot het recht. Niemand zou de toegang tot het recht ontzegd moeten worden. Als de plannen van de Minister worden doorgevoerd, zal dat wel gaan gebeuren.