Maandelijks archief: januari 2018

Omgang met de hond na scheiding

Bijna 60% van de Nederlandse gezinnen heeft een huisdier. Het komt dan ook regelmatig voor dat bij een scheiding ook iets geregeld moet worden voor één of meer huisdieren. Het verdelen van de inboedel levert vaak al problemen op. Maar hoe verdeel je een huisdier als beide partners emotioneel gehecht zijn aan het huisdier? Wat regelt de wet? Is het bijvoorbeeld mogelijk om een omgangsregeling met de hond te vragen?

Het staat ex-partners vrij om samen afspraken te maken over de verdeling van huisdieren. Zij kunnen in onderling overleg een omgangsregeling afspreken en deze vastleggen in een overeenkomst. De situatie wordt anders als de ex-partners er samen niet uitkomen. In dat geval zal de rechter een beslissing moeten nemen.

Diverse rechters hebben zich de afgelopen jaren over omgangsregelingen met een hond gebogen. De bekendste zaak over dit onderwerp is ongetwijfeld de rechtszaak over de hond ‘Paco’ van prinses Margarita en Edwin de Roy van Zuydewijn uit 2005. De Roy van Zuydewijn had in kort geding omgang met Paco verzocht, omdat hij de hond miste. De rechter wees deze vordering af. Waarom? De prinses stond op de stamboom van de hond als eigenaar vermeld.

Het recht op omgang met kinderen is in de wet vastgelegd; omgang met huisdieren niet. Een huisdier wordt als een zaak beschouwd, net als een bankstel of een televisie. Daarom onderzoekt de rechter in een procedure wie de eigenaar van het huisdier is. Wie het merendeel van de verzorging op zich heeft genomen, is niet relevant. De rechter kan geen omgangsregeling met een huisdier opleggen. De eigenaar bepaalt wat er met het huisdier gebeurt. En dat is precies wat de rechter in de procedure over Paco besliste.

Wat in de diverse nieuwsberichten over Paco niet duidelijk naar voren kwam, was dat zijn baasjes gehuwd waren op huwelijkse voorwaarden. Zij hadden geen gemeenschap van goederen. Paco was daardoor alleen eigendom van de prinses.

Wat nu als partijen zijn gehuwd in gemeenschap van goederen?

In een gemeenschap van goederen zijn alle bezittingen (en schulden) gezamenlijk. Als de echtgenoten samen een huisdier kopen, zijn zij gezamenlijk eigenaar geworden. Beiden hebben dan evenveel recht op het huisdier. Als de rechter moet beslissen aan wie het huisdier toekomt, zal deze rekening houden met alle feiten en omstandigheden. In dat geval kan er bijvoorbeeld wel rekening worden gehouden met het feit wie het grootste gedeelte van de verzorging op zich heeft genomen.

Houd er rekening mee dat de waarde van het huisdier wel in de verdeling betrokken dient te worden, net zoals de waarde van de televisie.

Rijbewijs ingevorderd door de politie? Wat nu?

Uw rijbewijs is door de politie ingevorderd. Wat nu?

Het hebben van een rijbewijs en het dagelijks rijden in een auto is voor veel mensen vanzelfsprekend. Velen rijden iedere dag in de auto van en naar hun werk.

Als u zich schuldig heeft gemaakt aan rijden onder invloed of veel te hard heeft gereden (meer dan 50 km), kan de politie uw rijbewijs in beslag nemen. Gaat u zonder rijbewijs toch de weg op? Dit is strafbaar. U kunt dan veroordeeld worden tot het betalen van een boete, het verrichten van een taakstraf of zelfs tot een gevangenisstraf.

Indien u uw rijbewijs nodig heeft voor uw werk of om medische redenen, is het mogelijk om in afwachting van de strafzaak te vragen om uw rijbewijs eerder terug te krijgen.

Welke stappen kunt u nemen om uw rijbewijs terug te krijgen?

Als uw rijbewijs is ingevorderd, stuurt de politie uw rijbewijs binnen 3 dagen naar het Openbaar Ministerie. De officier van justitie beslist op basis van de door de politie aangeleverde informatie binnen 10 dagen of u uw rijbewijs terug krijgt. Als u binnen deze 10 dagen niets van de officier van justitie hoort, moet u uw rijbewijs terug krijgen. Het kan verstandig zijn om tijdens deze 10 dagen een brief aan de officier van justitie te sturen, waarin u uw persoonlijke omstandigheden beschrijft. Dit kan voor de officier van justitie aanleiding zijn om het rijbewijs terug te geven.

Als de officier van justitie uw rijbewijs niet teruggeeft dan kunt u de rechtbank vragen om teruggave van uw rijbewijs. Dit heet een klaagschrift. In het klaagschrift dient te worden aangegeven waarom u het niet eens bent met de invordering van uw rijbewijs en waarom het voor u belangrijk is dat u uw rijbewijs terugkrijgt. De rechter houdt bij de beslissing rekening met uw persoonlijke omstandigheden. Het klaagschrift wordt op een zitting behandeld. Vaak doet de rechter na afloop meteen mondeling uitspraak.

Als de rechter bepaalt dat u uw rijbewijs voorlopig mag terug ontvangen, stuurt de officier van justitie deze naar u op. U mag pas weer zelf rijden als u het rijbewijs heeft terug ontvangen.

Overigens zal er in alle gevallen nog een strafzaak plaatsvinden. De rechter zal beoordelen welke straf u krijgt voor het rijden onder invloed of het veel te hard rijden. Daarbij kan de rechter alsnog bepalen dat u een tijd niet mag autorijden.