Maandelijks archief: november 2017

“Vanaf 12 jaar mag een kind zelf kiezen!”

Regelmatig krijg ik mensen op mijn kantoor, die denken dat een kind van 12 jaar (of ouder) zelf mag kiezen waar het wil wonen. Of dat een kind van 12 jaar (of ouder) zelf mag kiezen hoe vaak het op bezoek wil bij de niet verzorgende ouder. Dit is een hardnekkig misverstand.

Nee! Kinderen van 12 jaar hoeven én mogen niet kiezen!

Vaak wordt kinderen na een echtscheiding verteld dat ze zelf mogen kiezen als ze 12 jaar oud zijn. Dit is erg schadelijk voor een kind! Kinderen van 12 jaar (of ouder) mogen én hoeven niet te kiezen tussen hun ouders. Door een kind het idee te geven dat het mag óf zelfs moet kiezen tussen één van de ouders, kan het kind in een ernstig loyaliteitsconflict terecht komen. Door als ouder je kind het idee te geven dat het moet kiezen, wordt het kind in de strijd tussen de ouders betrokken. Kinderen ontlenen hun identiteit aan beide ouders. Het moeten maken van een keuze, kan een kind daardoor innerlijk verscheuren.

Hoe zit het dan wel?

Kinderen tot 18 jaar zijn minderjarig. Beslissingen over minderjarige kinderen kunnen alleen genomen worden door degenen die het gezag over het kind uitoefenen. Dit kunnen de ouders of een voogd zijn. In de meeste gevallen zijn de ouders belast met het ouderlijk gezag over de kinderen. De ouders bepalen o.a. waar het kind gaat wonen en hoe de omgangsregeling eruit ziet. Komen de ouders daar onderling niet uit? Dan kan de rechter gevraagd worden een beslissing te nemen.

Pas als kinderen meerderjarig worden, mogen zij zelf alle beslissingen nemen. Ze mogen dan o.a. kiezen waar ze willen wonen en hoe vaak ze hun ouders willen bezoeken.

Waar komt het misverstand dat kinderen van 12 jaar (of ouder) zelf mogen kiezen vandaan?

In echtscheidingsprocedures of omgangszaken waar een kind van 12 jaar (of ouder) bij betrokken is, zal de rechter het kind van 12 jaar (of ouder) vragen naar zijn/haar mening. Het kind krijgt een brief van de rechtbank, waarin in staat dat het zijn/haar mening mondeling of schriftelijk mag geven. Indien een kind zijn/haar mening mondeling wil geven, wordt het uitgenodigd voor een zogenaamd kindgesprek. Een rechter zal dan (vaak zonder toga) buiten aanwezigheid van de ouders diverse vragen stellen aan het kind. Daarbij worden algemene vragen gesteld. Bijvoorbeeld over hoe het op school gaat en hoe het contact met de ouders is etc. Als een kind niet naar de rechtbank wil komen, kan hij/zij een brief sturen.

De rechter houdt rekening met de wensen van het kind, maar de mening van het kind is niet doorslaggevend. De rechter beslist en kijkt daarbij naar de belangen van het kind. Hoe ouder een kind, hoe meer de mening van het kind telt.

Wettelijke indexering alimentatie per 2018: 1,5%

Wanneer u alimentatie betaalt, moet u per 1 januari 2018 een hogere maandelijkse bijdrage gaan voldoen. Wanneer u alimentatie ontvangt, betekent dit dat u vanaf 1 januari 2018 een hogere bijdrage dient te ontvangen. Iedere alimentatie is onderworpen aan de wettelijke indexering, tenzij deze schriftelijk is uitgesloten. Dit laatste gebeurt overigens maar zelden.

Wat is de wettelijke indexering?

Ieder jaar maakt de Minister van Veiligheid en Justitie het percentage bekend, waarmee de alimentaties per 1 januari worden verhoogd. De hoogte van het percentage hangt af van de stijging van de lonen in het afgelopen jaar. Alle alimentatiebedragen wijzigen met het vastgestelde percentage. Dit geldt dus zowel voor kinderalimentatie, als voor partneralimentatie. Het maakt geen verschil of de alimentatie onderling is overeengekomen of dat deze door de Rechtbank is vastgesteld.
 
Het percentage van de indexering per 1 januari 2018 is vastgesteld op 1,5%.

Wat te doen als de wettelijke indexering niet wordt betaald?

Wanneer uw ex-partner weigert de wettelijke indexering te betalen, kunt u het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) inschakelen. Meer informatie vindt u op de website van het LBIO. Het LBIO kan alleen achterstanden tot 6 maanden terug incasseren. Voor oudere achterstanden dient u een deurwaarder in te schakelen. Inschakeling van het LBIO is gratis voor de alimentatiegerechtigde.

Verhuizen met de kinderen na scheiding. Heeft u toestemming?

Verhuizen na scheiding

Het komt regelmatig voor dat één van de ouders na een scheiding met de kinderen wil verhuizen naar een andere woonplaats. Bijvoorbeeld om dichter bij familie en/of vrienden te gaan wonen. Of om met een nieuwe partner te gaan samenwonen. Kan dat zomaar? Het antwoord is ‘nee’.

Als ouders gezamenlijk met het ouderlijk gezag over hun kinderen belast zijn, dienen zij samen belangrijke beslissingen in het leven van de kinderen te nemen. Een verhuizing is zo’n beslissing waarover de ouders het eens moeten zijn. Dit brengt met zich mee dat de ex-partner toestemming dient te geven voor een verhuizing van de kinderen naar een andere woonplaats. Deze toestemming geldt overigens niet alleen na een echtscheiding, maar ook voor ouders die hebben samengewoond en gezamenlijk belast zijn met het ouderlijk gezag over de kinderen.

Als de afstand tussen de beoogde woonplaats en de huidige woonplaats gering is, zal een verhuizing meestal geen probleem zijn. Dit zal anders zijn wanneer de ouder met de kinderen bijvoorbeeld 200 km verderop gaat wonen. De verhuizing zal in dat geval gevolgen hebben voor de omgangsregeling tussen de kinderen en de niet verzorgende ouder. De reistijd wordt aanzienlijk langer en misschien is de bestaande omgangsregeling niet meer haalbaar.

Geen toestemming?

Als uw ex-partner weigert toestemming voor een verhuizing te geven, is het mogelijk om vervangende toestemming aan de rechter te vragen. Hiervoor heeft u een advocaat nodig. De rechter kijkt in zo’n procedure met name naar de belangen van de kinderen. Ook wordt bijvoorbeeld gekeken naar de noodzaak voor de verhuizing en of deze goed is doordacht. Daarnaast spelen de gevolgen voor de omgangsregeling een grote rol. Worden de contacten tussen de ex-partner en de kinderen door de verhuizing beperkt? Is er sprake van extra reiskosten voor de omgangsregeling?

De situatie kan zich uiteraard ook voordoen dat uw ex-partner van plan is met de kinderen te verhuizen. Als u daarvoor geen toestemming heeft gegeven en uw ex-partner heeft verzuimd in een procedure om vervangende toestemming te vragen, kunt u in kort geding een verbod op de voorgenomen verhuizing vragen. Ook hiervoor is inschakeling van een advocaat noodzakelijk.

Het zonder toestemming van de ex-partner of rechter verhuizen is niet verstandig. Rechters houden er niet van als hun uitspraken niet worden nageleefd. De rechter kan in dat geval bepalen dat de ouder met de kinderen dient terug te verhuizen. Dit brengt extra kosten met zich mee. Ook kan beslist worden dat de kinderen voortaan bij de ex-partner moeten gaan wonen.

Verhuist u zonder toestemming naar het buitenland, dan is er zelfs sprake van kinderontvoering! Lees hierover meer in mijn blog internationale kinderontvoering.

Tip:

Heeft u plannen om met de kinderen te verhuizen? Bespreek dit dan tijdig met uw ex-partner. Mijn advies is om dit gesprek tenminste 9 maanden voor de beoogde verhuizing te laten plaatsvinden. Als de toestemming wordt geweigerd, is er dan nog genoeg tijd om een procedure vervangende toestemming op te starten.

Indien de verhuizing consequenties heeft voor de omgangsregeling, is het verstandig een compensatie voor de (kosten van de) omgangsregeling aan te bieden. Bijvoorbeeld door aan te bieden dat de kinderen in de vakanties vaker of langer bij de ex-partner zullen verblijven. Of om aan te bieden de extra reiskosten van de omgangsregeling te vergoeden.